KRIS MARTIN

KRIS MARTIN

TE ZIEN OP KRIS MARTIN, SOMEBODY, SIES + HÖKE, DÜSSELDORF, TOT 9/11

Gentenaar Kris Martin (41) toont zijn scheppingen bij K21 in Düsseldorf, in het Walker Art Center in Minneapolis en zo nog hier en daar, maar in eigen land blijft hij relatief onbekend. ‘Ik ben erg slecht in communicatie, om nog maar te zwijgen van sociale media’, zegt hij verontschuldigend. Aannemelijk, want aan zijn meticuleus vervaardigde zwaarden, gouden bijen en bronzen fietshelmen zal het niet liggen. Voortaan in de gaten te houden: Kris Martin.

Je toont nieuw werk bij je galerie in Düsseldorf. Wat mogen we ons voorstellen bij de expotitel Somebody?

KRIS MARTIN: Twee jaar geleden ontdekte ik in Zwitserland een veld vol edelweiss. Om een volkstoeloop te vermijden, hield ik het stil. Ik plukte slechts één bloempje en verbrandde het met alcohol. Met het residu – de as – schreef ik het woord edelweiss op een blad. Iets gelijkaardigs wilde ik ook met een mens doen, alleen, hoe leg je dat aan boord? Maar alles is mogelijk, en na een tijd had mijn galerie vijf urnen verzameld. Voor zover ik kon nagaan, horen bij die urnen trieste verhalen: armoe, ellende en conflicten alom – al wilde ik niet weten van wie de as precies afkomstig was. Met mijn vingers in de as gedoopt, schreef ik het woord ‘somebody’ op een papier. Zo had ik in plaats van olie op doek of inkt op papier echt ‘iemand’ op papier aangebracht. Vreemd genoeg had de as bij elke urn telkens een ander kleur. Het blijkt dat iemand die chemotherapie heeft ondergaan bijvoorbeeld veel donkerder as nalaat.

Iets vrolijkers: het kunstenaarschap. Volgens de Amerikaanse kunstenaar Tom Sachs is ‘creativiteit de vijand’. Dat vind jij ook?

MARTIN: Helemaal. Ik hecht geen geloof aan creativiteit. Ik heb geen inspiratie en heb nooit het gevoel dat ik iets maak. Ik kijk en soms vind ik, maar maakt dat me tot kunstenaar? Het heeft me veel tijd gekost voor ik durfde zeggen dat ik kunstenaar was. Als mensen me vroegen wat ik deed, zei ik altijd ‘dat ik met kunst bezig was’. Ik leid ook geen spannend leven. Ik ben getrouwd, heb twee kinderen, vermijd capriolen en doe niet aan drugs. Voor mijn imago is dat geen beste optie, maar zo is het nu eenmaal. Wel geloof ik dat je werk staat of valt met wat je te zeggen hebt. Technisch zijn de mogelijkheden onbeperkt, iedereen kan in principe alles produceren. Maar wat wil je de mensen zeggen? Voor mij ligt daar het verschil tussen een goede en een slechte kunstenaar.

Je maakte ook een zwaard van zeven meter lang. Een uit de hand gelopen jongensdroom?

MARTIN: Zeven meter was technisch het langst mogelijke. Om het zwaard te maken, werden laagjes ijzer en kunststof op elkaar geperst. Gewalst eigenlijk, zodat het zwaard ongelooflijk hard werd. In principe kun je er een boom mee in tweeën splijten, vooropgesteld dat iets of iemand het ding van de grond krijgt. Het is ook scherp als een scheermes, wat voor expo’s een gigantisch probleem vormt. Veel te gevaarlijk, maar ik weiger met namaak op de proppen te komen. In museum K21 in Düsseldorf ligt een bom van me die over duizend jaar ontploft. Dat gebeurt echt, maar als ik dat zeg, halen mensen de schouders op. Je kunt zo eerlijk zijn dat niemand je gelooft.

(E.F.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content