HIJ voerde de ‘GANGS OF New York’ aan, scheerde over de geschiedenis van Hollywood als ‘The Aviator’ EN in martin scorsese’s nieuwste film ‘The Departed’ infiltreert hij de maffia van Boston. Leonardo DiCaprio IS ZIJN STATUS VAN MEISJESIDOOL AL LANG ONTGROEID, MAAR KAN NOG steeds NIET OM MET DE ROEM. ‘Ik blijf het surreëel vinden overal te worden Herkend.’

‘I’m the king of the world!‘, schreeuwde Leonardo DiCaprio bijna tien jaar geleden vanop de voorsteven van James Camerons Titanic, maar meer dan een handvol films heeft hij sindsdien niet gemaakt. Tot verbazing van velen liet het voormalige tienersterretje – 32 is hij inmiddels – de obsceen goed betaalde romcoms en blockbusters resoluut links liggen en opteerde hij voor meer complexe rollen in films die vooral buiten de lijntjes van zijn familie- en cruiseschipvriendelijke imago kleurden: als ongenode gast in een idyllische commune ( The Beach van Danny Boyle), als meesteroplichter in Spielbergs nostalgische dramedy Catch Me If You Can en vooral: in de drie superproducties die hij sindsdien maakte met Martin Scorsese, door velen beschouwd als Amerika’s grootste levende regisseur.

Zo hielp hij in diens historisch epos Gangs of New York (2002) mee de mean streets van The Big Apple plaveien als de jonge immigrant Amsterdam Vallon en incarneerde hij in de weelderige biopic The Aviator (2004) de excentrieke luchtvaart- en Hollywoodpionier Howard Hughes. En vanaf volgende week gaat hij undercover in de ingenieuze misdaadfilm The Departed. Die moderne film noir baseerde Scorsese losjes op de hypergestileerde Hongkongactiethriller Infernal Affairs (Wai Keung Lau & Siu Fai Mak, 2002), waarmee de maestro na Boxcar Bertha (1972), Mean Streets (1974), Goodfellas (1990) en Casino (1995) eindelijk nog eens onderduikt in zijn geprefereerde, door angst, wroeging en geweld getekende misdaadmilieus.

Dit keer kruipt DiCaprio in de huid van Billy Costigan, een idealistische jonge undercoveragent uit Boston die tot diep in het misdaadkartel van de Ierse maffiabaas Frank Costello (Jack Nicholson) is doorgedrongen, maar alsnog dreigt te worden ontmaskerd door een gangsterprotegé (Matt Damon) die al even lang en met minstens evenveel branie bij de flikken infiltreert. Aan beide antagonisten en hun respectieve opdrachtgevers (o.a. Martin Sheen, Mark Wahlberg en Alec Baldwin) om elkaar zo snel mogelijk te klissen; meteen het startschot voor een dubbel kat-en-muisspel vol leugens, verraad en zelfopoffering doorheen een gewelddadig universum. Of hoe Scorsese zelfs een vage remake van een Aziatische genrefilm probleemloos naar zijn hand zet.

Fans van DiCaprio hebben nog een andere reden om hun Titanic-posters af te stoffen. Amper een maand na The Departed – dat over de Grote Plas laaiend enthousiast werd onthaald en met een opbrengst van 120 miljoen dollar nu al de meest succesvolle titel is uit Scorsese’s cataloog – komt bij ons ook Blood Diamond in de zalen, een al even groots opgezette actiethriller over diamantsmokkel van Edward ‘ The Last Samurai‘ Zwick. Daarin vertolkt DiCaprio de rol van een Zuid-Afrikaanse huurling die in het door burgeroorlog geteisterde Sierra Leone op zoek trekt naar een peperdure diamant. Hoog tijd voor een interview, al was het maar omdat DiCaprio zelden met twee films tegelijk leurt en nu al wordt getipt als Oscarlaureaat.

In 1994 greep je met ‘What’s Eating Gilbert Grape’ naast de Oscar voor beste bijrol, en in 2004 verloor je verrassend in de categorie beste acteur met ‘The Aviator’. Dit keer word je volgens insiders je eigen grootste concurrent, met verwachte nominaties voor zowel ‘The Departed’ als ‘Blood Diamond’. Loop je nu al te glunderen?

Leonardo DiCaprio:(gniffelt) Ten eerste moet je die insiders nooit geloven, en ik kan het weten. Ten tweede is het wel erg vroeg om daarover al te speculeren. Ten derde lig ik er absoluut niet wakker van, en ten vierde: mocht Scorsese me horen klagen over het feit dat ik nog altijd geen Oscar heb, dan wrong hij me wellicht de nek om. (lacht) Dat Marty er zelf ook nog altijd geen heeft, is ondertussen een wreedaardige practical joke. Natuurlijk streelt het je ego als je zo’n prijs krijgt, en het blijft een maatstaf voor succes, maar als acteur is het zeker niet het belangrijkste. Liever een lange carrière waarin je totaal verschillende dingen kunt doen met goeie regisseurs dan een paar vette hits en een handvol trofeeën. En trouwens: die Oscargala’s zijn niet helemaal leuk. Dat protocol en die smokings zijn echt vreselijk.

‘Time’ noemde ‘The Departed’ je coming-of-agefilm en alludeerde zo nog maar eens op de schaduw van die grote, zinkende boot die blijkbaar nog altijd over je carrière hangt. Word je dat nooit beu?

DiCaprio: Ik kan ermee leven. Miljoenen mensen hebben van Titanic genoten en ik besef dat ik altijd wel ergens met die film en het personage van Jack Dawson geassocieerd zal worden, ook al zijn we bijna tien jaar verder en speel ik ondertussen ook in harde, volwassen films als The Departed of Blood Diamond. Ik blijf dankbaar dat ik indertijd deel mocht uitmaken van wat nog altijd de grootste kaskraker aller tijden is. Dat monstersucces heeft mijn carrière enorm vooruitgeholpen: daarna kon ik de rollen kiezen die ik ook zelf écht wilde. So hurray for Jack. Zolang Scorsese en het grootste deel van het publiek me niet op die ene rol vastpinnen, heb ik er hoegenaamd geen problemen mee.

Sinds ‘Titanic’ ben je Scorsese’s fetisjacteur geworden en schuw je ook de complexe en gewelddadige rollen niet. Een bewuste zet om hartendief Jack overboord te kieperen?

DiCaprio: Nee hoor. Dat ik na Titanic drie films met Martin Scorsese zou maken, had ik toen niet durven dromen, maar het is ook nooit een bewuste carrièrezet geweest. Zulke dingen kies je tenslotte niet, ze overvallen je. Het zou ook weinig zin hebben gehad om me bewust tegen een bepaald imago te verzetten. Ten eerste had ik voor Titanic ook al heel diverse, minder commerciële dingen gedaan. En ten tweede is mijn carrière heel spontaan verlopen. Ik weet wel: vroeger speelde ik vooral ‘zachtaardige’ rollen, maar dat was eigenlijk niet meer dan logisch. Als je achttien bent, kun je niet verwachten dat je als beenharde gangster of paranoïde businesstycoon wordt gecast. (ironisch) Je kunt hooguit mikken op een rolletje als Romeo of als een arme sloeber die op de Titanic verzeilt.

Kende je Scorsese toen eigenlijk al?

DiCaprio: Niet persoonlijk, maar ik was wel een enorme fan. Ik herinner me nog dat ik enkele jaren tevoren, in 1992, een rol had in This Boy’s Life naast mijn held Robert de Niro en tijdens de opnames vroeg ik die dan ook de pieren uit zijn neus over zijn werk met Scorsese. Je zou kunnen zeggen dat mijn Scorsese-obsessie daar is begonnen en dat De Niro degene is die het vuur heeft aangestoken.

Ben je na drie films nog niet op hem uitgekeken?

DiCaprio: Ben je gek? Martin is gewoon de beste regisseur ter wereld. Hij is een natuurkracht, een cultureel instituut én een mentor. Je kunt veel opsteken door naar zijn films te kijken, maar wat je kunt bijleren door met hem samen te werken, is écht onbeschrijfelijk. Als ik voor een van zijn films word gevraagd, moet ik daar nooit over nadenken. Het respect en de vrijheid die hij je geeft om te experimenteren en je rol zelf in te vullen, is volkomen uniek. Geen enkele regisseur die dat durft en die ook zo oprecht in zijn acteurs geïnteresseerd is. Hij kan soms minutenlang op een bijna vaderlijke manier naar je luisteren, tot je plots beseft dat je over een onnozel detail aan het zeuren bent tegen een van de grootste genieën uit de filmgeschiedenis. En hij weet je na elke take weer op te zwepen: zijn kennis en enthousiasme zijn besmettelijk. Marty weet wellicht meer over film dan Imdb.com. (lacht)

Je hebt je personage in ‘The Departed’ zelf mogen invullen. Hoe zou je Billy Costigan omschrijven?

DiCaprio: Als een existentiële loner en dus een typische Scorseseprotagonist. Billy is iemand die naar het goede streeft, maar aldus in een danteske hel belandt. Hij gaat undercover om aan zijn criminele roots te ontsnappen, maar beseft naarmate de maanden en jaren vorderen dat hij een point of no return heeft bereikt. Dat gevoel deelt hij met zijn opponent Colin Sullivan, het personage van Matt Damon. De tragische ironie is echter dat mijn personage de verdoemenis ingaat door consequent het goede na te streven, terwijl Colin ten onder gaat in de volle wetenschap dat hij altijd een smeerlap is geweest. In essentie gaat de film dan ook over schuld en boete, over keuzes maken en de manier waarop je door je omgeving wordt beïnvloed, over het conflict tussen vrije wil en determinisme zeg maar. I told you: it’s very Scorsese. (lacht)

Billy groeide op in een sjofel en gewelddadig milieu. Herkenbaar?

DiCaprio: Tot op zekere hoogte. Ik kom uit de armste buurt van Hollywood en zowel op school als op straat werd ik daar geconfronteerd met geweld en vechtpartijen, al ben ik zelf nooit in elkaar getimmerd en ben ik ook nooit lid geweest van een bende. Aanvankelijk was het zelfs vrij moeilijk om in mezelf die gewelddadige en impulsieve kant te vinden die ik voor mijn rol nodig had. Maar na die scène waarin ik een kerel met een bierfles mocht bewerken, ging het al véél vlotter. (lacht)

Had je ‘Infernal Affairs’, het origineel uit Hongkong gezien?

DiCaprio: Ja, maar we hebben hem maar één keer bekeken omdat we ons niet te veel wilden laten beïnvloeden. Eigenlijk is het geen remake, maar een herinterpretatie. Alleen de hoofdlijnen lopen synchroon. Al de rest – de omgeving, de thematische nuances en zelfs het einde – zijn fundamenteel anders.

Over de omgeving gesproken: kende je Boston?

DiCaprio: Ik was er nog nooit geweest, maar voor de opnames heb ik met verschillende politiemannen en ook met enkele gangleden uit South Boston gesproken. Kwestie van vertrouwd te raken met hun milieu, gewoontes en verhalen. En om het accent onder de knie te krijgen, kon ik gelukkig steeds een beroep doen op Mark Wahlberg en Matt Damon. Dat zijn twee Bostonians en strenge leraars bovendien waar je, gezien hun postuur, geen ruzie mee wil krijgen. (lacht)

Billy beseft op een zeker moment dat hij nooit meer terug kan naar zijn oude, anonieme leventje. In welke mate kan jij dat nog?

DiCaprio: Ik probeer elke dag opnieuw zo goed mogelijk met mijn vedettenstatus om te gaan, maar het is zeker niet makkelijk. Trek ik zonder muts of zonnebril de straat op, dan heb ik bijna per definitie een fotograaf of fan achter me aan. De tol van de roem, maar het went nooit. Ik sta al van mijn zestiende in de spotlights, maar zelfs na al die jaren blijf ik het een surreële situatie vinden om altijd en overal te worden herkend. Met wat handjes schudden of handtekeningen uitdelen heb ik geen moeite – dat hoort bij de job – maar voortdurend als het ware door een uitvergroot beeld van jezelf achtervolgd worden: dat is mentaal toch zwaar. Maar goed: ik ben nu eenmaal een ‘buitensporig bewonderd entertainer’ en het is niet alsof ik fysiek zware arbeid verricht of gewichtige politieke beslissingen neem, dus wil ik er niet te veel over zeuren. Ik word verdomme belachelijk goed betaald, gewoon om te doen alsof.

En als het je echt te veel wordt, kun je nog altijd op de Bahama’s gaan rentenieren?

DiCaprio:(lacht) Daarvoor acteer ik veel te graag. En vergeet niet dat ik een halve Duitser ben (DiCaprio’s moeder Irmalin is Duitse, nvdr. ): die geven nooit op en die lopen ook nooit met hun hoofd in de wolken. Dat heb ik beslist van mijn moeder en mijn grootmoeder mee. Hoe ouder ik word, hoe meer ik die Europese doe-maar-gewoonattitude kan appreciëren. Het is in elk geval een welkome afwisseling tegenover al die oppervlakkige Hollywoodglamour.

Hollywood is nochtans waar je bent opgegroeid.

DiCaprio: Ja, maar ironisch genoeg uit een vrij sjofele buurt waarvan de meeste bewoners al lang niks meer met de filmindustrie te maken hebben. Alleen de naam van de wijk doet nog aan film denken. Gelukkig volstond dat voor mij en mijn ouders al om me als tiener op ideeën te brengen en me te laten deelnemen aan allerlei audities. Ik weet zelfs niet of ik ooit aan mijn achtergrond had kunnen ontsnappen, mocht ik pakweg in Idaho geboren zijn. (ironisch) In die zin heeft Hollywood dus zeker een gunstige invloed op me gehad.

Was acteren dan wel jouw keuze, of die van je ouders?

DiCaprio: De mijne. Mijn ouders hebben me nooit gepusht, al zijn ze wel altijd nauw bij mijn carrière betrokken geweest. Vooral mijn vader, die nog altijd mijn belangrijkste adviseur is. Hij was het bijvoorbeeld die me op mijn 17e aanraadde om de Franse dichter Arthur Rimbaud te spelen in Total Eclipse, terwijl ik nog nooit iets van Rimbaud had gelezen en ook amper wist hoe belangrijk hij wel was. Af en toe wat vaderlijk advies opvolgen kan dus geen kwaad.

Wat als je acteercarrière was mislukt? Had je een plan B?

DiCaprio: Min of meer. Als tiener wilde ik graag bioloog worden of met dieren werken, tot ik besefte dat zo’n studiekeuze je leven in een definitieve plooi trekt en dat jarenlang hetzelfde werk verrichten niks voor mij is. Bovendien begon ik stilaan aan mijn bankrekening te merken dat voltijds acteren misschien ook een optie was. (lacht)

Daarnet deed je cynisch over je statuut van ‘buitengewoon bewonderd entertainer’. Schuldcomplexen?

DiCaprio: Nee, maar ik weet wel nog altijd waar ik vandaan kom. Vandaar dat ik me voorneem om ooit iets aan de wereld terug te geven. En dat zeg ik niet zomaar om politiek correct te zijn. Ik méén het. Ik heb zo onvoorstelbaar veel geluk gehad, dat ik dat geluk met anderen wil delen. De manier waarop George Clooney zich inzet voor Darfoer bijvoorbeeld: da’s echt topklasse. Of Al Gore die waarschuwt voor het broeikaseffect met zijn documentaire An Inconvenient Truth. Momenteel werk ik zelf aan een film die The Eleventh Hour heet en die gebaseerd is op een tv-documentaire over global warming waarvoor ik vorig jaar nog de commentaartrack insprak. Wat ik daarin probeer te doen, is topwetenschappers en -politici zoals Stephen Hawking, Bill Clinton en David Suzuki aan het woord laten om nog maar eens duidelijk te maken dat de discussie rond het broeikaseffect niet over meningen gaat – zoals sommige media en bewindsmakers beweren – maar over keiharde feiten. Er is werk aan de winkel en daar wil graag mijn steentje toe bijdragen.

Wij zwemmen alvast terug naar huis!

EXTRA OP WWW.FOCUSKNACK.Be: DICAPRIO OVER ‘GANGS OF NEW YORK’.

‘THE DEPARTED’: VANAF 27/12 IN DE BIOSCOOP

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content