Ook vaste prik op elke editie van het filmfeest aan de Rivièra: een extreme geweldfilm die zelfs de meest geharde toeschouwers kokhalzend de zaal uit doet strompelen. Een kleine bloemlezing uit de schokkendste baldadigheden in de geschiedenis van Cannes.

1 Viva la Muerte (1971; Fernando Arrabal) De Spaanse surrealist Arrabal filmt zijn vroegste jeugdherinneringen tijdens de Spaanse Burgeroorlog, maar laat vooral zijn scatologische obsessies en ultraviolente fantasieën de vrije loop.

2 The Texas ChainSaw Massacre (1975; Tobe Hooper) Deze in quasi-documentaire stijl geregisseerde horror-shocker confronteerde de Cannesganger voor het eerst met de excessen van de abattoircinema. Vijf hippie-achtige tieners hebben het ongeluk om een groep kannibalistische slachthuismedewerkers tegen het lijf te lopen. In de akeligste beelden rent Leatherface (die een grotesk masker draagt van de gezichtshuid van zijn slachtoffers) woest met zijn kettingzaag zwaaiend een meisje achterna.

3 Un Borghese Piccolo Piccolo (1977; Mario Monicelli) Tijdens de galavertoning in het oude festivalpaleis liepen vele toeschouwers misselijk de zaal uit toen ambtenaartje Alberto Sordi (voordien vooral bekend als gelukzalige dwaas) aan de vooravond van zijn pensioen de vermoedelijke moordenaar van zijn zoon op beestachtige wijze foltert en afmaakt.

4 Midnight Express (1978; Alan Parker) Het was even slikken in het Paleis toen de moegefolterde Amerikaanse drugssmokkelaar zijn Turkse gevangenisbeul te lijf ging, diens tong afbeet en uitspuwde. In slo-mo nog wel, en ondersteund door een discodreun van Giorgio Moroder.

5 Bezetting in 26 Beelden (1979; Lordan Zafranovic) In een van de gruwelijkste tonelen ooit op film vastgelegd, reconstrueert Zafranovic een van de meest beschamende episodes uit de Italiaans-Duitse bezetting in het voormalige Joegoslavië: de collaborerende Ustashi bestormen een autobus, en slaan nagels in het hoofd van Joden en verzetslieden.

6 C’est arrivé près de chez vous (1992; Remy Belvaux, André Bonzel, Benoît Poelvoorde) Provocerend portret in pseudo-realityreportagestijl van een ‘professionele’ lustmoordenaar die zelf commentaar geeft bij zijn vijftiental slachtpartijen. In de meest onbehaaglijke scène roept hij de hulp in van de regisseur om het slachtoffer dat hij met zijn kop tegen de lavabo beukt, in bedwang te houden. Net als de technische ploeg raakt ook de toeschouwer geleidelijk betrokken bij het bloedbad.

7 The Baby of Macon (1993; Peter Greenaway) De hautaine estheet Greenaway rondt deze allegorie over de exploitatie van kinderen af met twee schokkende taferelen die voor de nodige consternatie zorgden: de repetitieve verkrachting van de kindermaagd door welgeteld 207 soldaten; en het aan stukken snijden van een zuigeling.

8 Funny Games (1997; Michael Haneke) Twee koele jonge psychopaten terroriseren een gezin in Hanekes provocerende commentaar op de uitbeelding van geweld in de media en de vermaaksindustrie. De tergende enscenering van foltering, vernedering en doodslag sloeg in als een bom.

9 Irréversible (2002; Gaspar Noé) Met deze achterstevoren vertelde fabel over (zelf)vernietigend geweld ging Noé nog een stapje verder in de uitbeelding van uitzinnige maar helaas realistische wreedheid, met als pièce de résistance de minutenlange verkrachting en vernieling van Monica Bellucci in een duistere voetgangerstunnel.

10The Great Ecstasy of Robert Carmichael (2005;Thomas Clay) Wie dacht dat we met Funny Games en Irréversible nu wel het ergste hadden gezien, kreeg zo mogelijk nog iets wreder voorgeschoteld in deze prent waarin stuurloze Engelse jongeren bij een echtpaar binnenvallen en er als beesten tekeergaan. (P.D.)

P.D.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content