TOP OFF THE BILL. DE BRUID MAAKT DE KARWEI AF IN EEN ‘ROARING RAMPAGE OF REVENGE’ EN GERECYCLEERDE B-FILM-SENSATIES.

QUENTIN TARANTINO

met Uma thurman, David carradine, michael madsen, daryl Hannah, gordon liu, michael parks

Kill Bill Vol. 2 *

Kill Bill Vol. 2 mag dan nog het tweede deel zijn van een kunstmatig in twee gehakte hommage aan zowat alle met een scheef oog bekeken genres die Quentin Tarantino lief zijn, de verschillen met het eerste deel zijn aanzienlijk. Afgezien van één lange flashback (waarin De Bruid tijdens haar opleiding geterroriseerd en vernederd wordt door een Chinese gevechtskunstenaar, een scène die Tarantino in beeld zet in pure Hongkong-cinemastijl, incluis de goedkope zooms en kitscherige natuuropnamen) lonkt Vol. 2 minder naar het oosten dan naar de spaghettiwestern. De visuele prikkels zijn echter minder flamboyant, de stijl is minder spectaculair en de actie wordt meer voortgestuwd door verbaal stuntwerk. Een van Tarantino’s handelsmerken – het oeverloze getater over triviale zaken – bleef in Vol.1 grotendeels achterwege, maar treedt nu weer prominent op het voorplan.

De heldin, De Bruid (Uma Thurman), die haar huwelijk in een slachtpartij zag ontaarden, zet haar wraakqueeste verder in wat ze zelf zo mooi (en vol zelfbewuste retoriek) een ‘ roaring rampage of revenge’noemt. Hoe dichter ze bij haar doel komt – heel simpel, Kill Bill – hoe meer Tarantino de climax uitstelt met onverwachte wendingen of verbale terzijdes die gedebiteerd worden alsof het om kwesties van leven of dood gaat. Na heel wat rituele sadistische beproevingen belandt de Bruid dan eindelijk in het Mexicaanse huis van Bill (David Carradine), haar rancuneuze ex-minnaar, vader van haar baby en leider van het bonte gezelschap dat bekendstaat als de Deadly Viper Assassination Squad. Maar in plaats van de aangekondigde brutale krachtmeting, krijgen we uitgebreide beuzelpraatjes die voortborduren op Tarantino’s geobsedeerde liefde voor allerhande goedkope actiegenres, gaande van Bills litanie over de mythische kwaliteiten van de Superman-strip, een heel discours over The 36th Chamber of Shaolin (een van Tarantino’s favoriete Hongkongfilms) tot het tragische levensverhaal van Emilio, de goudvis die door hun kleine meisje wordt vertrappeld (tafereel dat ons anders dan het platstampen van Daryl Hannahs uitgerukte oogbal, bespaard blijft).

Tarantino schept er klaarblijkelijk een duivels genoegen in om zijn scènes elke vorm van zwierigheid te ontzeggen en een maximale dynamiek te halen uit verlammend statische ensceneringen. In hun grote confrontatie zitten Bill en de Bruid aan een kloeke tafel elkaar uit te dagen; het meest uitzinnige gevecht (tussen de Bruid en Daryl Hannahs Elle Driver) krijgt door het benepen decor van de woonwagen iets beklemmends; de meest intense scène is Tarantino’s variatie op de aloude angst van het levend begraven te worden. Om het gevoel van verstikkende claustrofobie extra kracht bij te zetten, reduceert Tarantino eventjes het breedbeeldformaat tot het compactere 1.33-formaat.

Het is maar één effectje onder de vele, maar het definieert als geen ander de Tarantino-stijl: hoe zeer hij de toeschouwer ook iets wil laten voelen, altijd moeten we blijven beseffen dat we naar een film kijken van de meest filmbewuste filmmaker ooit, die het leven ziet als één grote sampling van gerecycleerde B-film-sensaties.

Patrick Duynslaegher

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content