Is het een vogel? Is het een vliegtuig? Is het Batman, Spiderman of EEn van de X-men? Nee, het is Superman! Na het cinefiele deel van de mensheid bijna twee decennia aan zijn lot te hebben overgelaten, scheert de Man van Staal eindelijk weer over het grote scherm. Met dank aan een buitenaards budget, een door de wol geverfd superheldenmenner en een kryptonietkuur voor een volSLAGen onbekende acteur.

’s Werelds populairste superheld terug tot leven wekken na 19 jaar afwezigheid op het witte doek: zelfs een genre-veteraan als X-Men-regisseur Bryan Singer zal er ongetwijfeld enkele slapeloze nachtjes aan hebben overgehouden. Voeg daar een intergalactisch budget van 250 miljoen dollar aan toe, het feit dat de blauwe maillot en de rode cape dit keer gedragen worden door een onervaren nieuwkomer – de 26-jarige Brandon Routh – en de massieve erfenis van de Superman-franchise, en je krijgt een idee van de druk die op Singers tengere schouders rust.

In tegenstelling tot wat de obligate titel van de duurste blockbuster van het jaar laat uitschijnen, kwam Superman niet terug zonder slag of stoot. Warner Bros., dat de eerste vier films verdeelde en tot dezelfde mediaholding behoort als Superman-uitgever DC Comics, kocht de rechten op de franchise al in 1993 van producent Alexander Salkind, net op het moment dat het andere stripicoon Batman nog volop bezig was met zijn raid op de box-office. Uiteindelijk kostte het de studio zelfs meer dan elf jaar en 40 miljoen dollar, enkel en alleen om de vijfde Superman-film van de grond te krijgen.

Enkele hoogtepunten uit de ontwikkelingssaga. In 1995 schreef Jonathan Lemkin een eerste scenario op basis van de roman The Life and Death of Superman, waarin de Man van Staal na 15 pagina’s overlijdt en het lot van het universum in handen komt van diens zoontje. Daarna pakte Kevin Smith uit met ongeveer hetzelfde verhaal, weliswaar opgevrolijkt met reuzenspinnen, ijsberen en homoseksuele robotten. Vervolgens probeerde Tim Burton zijn versie op poten te zetten, tot Warner de onkostennota zag, waarna het project achtereenvolgens werd voorgelegd aan: Wolfgang Petersen, die droomde van een titanenclash tussen Batman en Superman; McG, die zich tot twee keer toe terugtrok; én Brett Ratner, die ontslagen werd toen hij bleef aandringen op het casten van de onbekende soapacteur Matthew Bomer als leading man. Toen Bryan Singer zich medio 2004 liet losweken bij de concurrerende X-Men-franchise van Fox, kon de productie eindelijk van start gaan.

Superfan

Als er iemand voorbestemd was om Superman opnieuw door het zwerk te laten klieven, was het Singer wel. Niet alleen was de New Yorker als kind al een rabiate Superman-fan; net als de Kryptonese superheld groeide ook Singer op in een adoptiegezin, waardoor hij zich spontaan aangetrokken voelde tot een personage dat zijn biologische ouders had verloren en een plekje moest zien te vinden in dit aardse bestaan. Bovendien was Singer al een hele tijd bevriend met Richard Donner, de regisseur van de originele Superman-film uit 1978 en de echtgenoot van Lauren Shuler, producente van Singers X-Men en X-2. Toen het project tijdens een dineetje met Donner ter sprake kwam, kreeg Hollywoods goudhaantje dan ook meteen zijn fiat. ‘Ik denk niet dat ik me er goed bij had gevoeld,’ bekent Singer, ‘als Richard niet achter me stond.’ Singer kreeg niet alleen Donners morele steun, maar ook enkele oude archiefopnames van Marlon Brando, die Jor-El – Supermans vader – vertolkte in de originele film. Op die manier herneemt Brando, die overleed in 2004, die rol gedurende twee minuten in Superman Returns.

Het verhaal: de superheld – die blijkbaar vijf jaar vakantie heeft genomen – keert terug naar Metropolis, alwaar hij ontdekt dat zijn ex-liefje Lois Lane (rol van Kate Bosworth) intussen een andere man en zelfs een vijfjarig zoontje heeft. Tegelijk verschijnt aarts-slechterik Lex Luthor (dit keer gespeeld door Kevin Spacey) weer ten tonele: pas uit de gevangenis ontslagen en alweer naarstig aan het klooien met kryptoniet. Ziedaar alle troeven voor een blockbuster vol sentiment, morele dilemma’s, existentiële twijfels en, niet te vergeten: knallende actie.

‘Superman is altijd een idealistische held geweest’, zegt Singer, die het finale scenario in amper dertig dagen neerpende met diens X-2-scenaristen Michael Dougherty en Dan Harris. ‘En aan elke vorm van idealisme schuilt nu eenmaal een rafelrandje. Hij is de ultieme immigrant, en hij draagt zijn speciale erfenis met trots. Wanneer hij terugkeert, ontdekt hij dat de aarde niet meer dezelfde is. De mensen die hij kende zijn veranderd, Lois is veranderd. Hij moet zijn plaats weer opeisen en net dat conflict maakt deze film zo interessant.’

poofterman

Interessant is ook de onverslijtbare Hollywood-mythe dat er een vloek op Superman zou rusten. Dat gerucht stak voor het eerst de kop op toen tv-Superman George Reeves dood (of vermoord?) werd teruggevonden met een kogel in zijn lijf, en het won aan bijval toen Christopher Reeve van zijn paard viel en in een rolstoel belandde, en Margot ‘Lois Lane’ Kidder een zenuwinzinking kreeg. ‘Ook de dvd-crew van Superman Returns werd niet gespaard’, grijnst Singer. Producer Rob Burnett werd overvallen en brak zijn ribben; monteur Adam Robitel tuimelde door een raam waarop zijn longen en zijn rug door de glasscherven werden doorboord en cameraman Todd Stanley viel van de trap en brak zijn schedel.

Ook de techniek stak stokken in de wielen. Zo weigerde Singers gloednieuwe Genesis-camera (Singer draaide digitaal met een speciaal ontwikkelde camera die sommige delen van de film ‘een unieke pasteltint meegeven die aan Hitchcocks Rebecca doet denken’) meermaals dienst. En de regisseur legde ook zelf de opnames gedurende drie weken stil omdat de stress hem te veel werd.

Ondertussen laaiden op het internet de discussies op, onder meer over het volgens de diehard-fans te kleine en te gestileerde Superman-logo op de borst van Brandon Routh, en over de vermeende andersgeaardheid van ’s werelds populairste superheld. Dat Singer zijn eigen homoseksualiteit nooit onder stoelen of banken heeft gestoken, zal wel niet hebben geholpen, maar dat de regisseur volgens insiders niet ongevoelig bleek voor de charmes van zijn hoofdrolspeler, valt uit de film in elk geval niet af te leiden: zoals het een Amerikaanse superheld betaamt, is Superman nog altijd een volbloed heteroseksueel – zij het een van het verlegen, welgemanierde en in blauwe maillot rondhossende type.

Ondanks de talloze anekdotes, roddels en desnoods zelf gefabriceerde controverse hoopt Singer een universele film te hebben gemaakt, ook al worden Supermans legende en diens psyche aan een potje postmodern deconstructivisme onderworpen. ‘Ik heb het icoon op een persoonlijke manier ingevuld’, aldus de 38-jarige regisseur. ‘Ik probeer het originele materiaal te respecteren, maar dat mag je ruim interpreteren aangezien Superman door de jaren heen veel is veranderd. Maar er zijn genoeg herkenbare dingen. Hij draagt nog altijd het S-insigne. Hij vliegt. De speciale effecten zullen spectaculair zijn, zonder daarbij uit het oog te verliezen dat het om een emotionele film gaat die door échte karakters wordt aangedreven. Mijn filosofie is: we hebben geen comic book-film gemaakt, maar een film gebaseerd op een comic book.’ Wat die nuancering concreet oplevert, ontdek je vanaf deze week in de bioscoop.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content