Vanuit vrijwillige ballingschap op het Spaanse eiland Lanzarote legt de Portugese auteur en Nobelprijswinnaar José Saramago met vuur en onverslijtbare overtuiging de ware aard van de mens en diens aangeboren machtswellust bloot. Mannen van de macht zijn niet veilig voor zijn pen en al worden ze meestal niet bij naam genoemd, het is vooral de Portugese politieke kaste – fascisten én democraten – die het in het brede oeuvre van deze misantroop/communist moet ontgelden.

Saramago is een selfmade man die zijn bescheiden afkomst altijd heeft gekoesterd. Als ambtenaar sleet hij vele uren op muffe kantoren en zijn journalistieke carrière zag hij gedwarsboomd door de Portugese dictator Salazar. Intussen is hij toch mooi het kritische geweten van Portugal. Het heeft er nochtans lang anders uitgezien, want pas op zijn 60e kreeg hij met Memoriaal van het klooster (1982) internationale erkenning. Sindsdien schreef hij nog dertien romans en mocht hij in 1998 aan het Nobelprijsbanket aanschuiven. Niet toevallig kort nadat zijn ondertussen bekendste boek De stad der blinden (1995) aan een wereldwijde zegetocht was begonnen.

In deze postmoderne allegorie wordt een niet nader genoemde grootstad geteisterd door een epidemie van blindheid. De ziekte en vooral de angst om besmet te worden zet de mensen tot beestigheden aan, die met ontzetting worden vastgesteld door de enige die wel nog kan zien. Als lezer ervaar je de neerwaartse spiraal waarin de blinden terechtkomen ook via Saramago’s typische schrijfstijl met lange, amper begrensde zinnen en een naadloze opeenvolging van dialoog, monologue intérieur en beschrijvingen.

De stad der zienden (2004) speelt zich in diezelfde niet nader genoemde stad af. Als 83 procent van de bevolking bij wijze van vreedzaam protest tegen de politieke elite blanco stemt, ontketent deze laatste overenthousiast een war on terror. Saramago stelt met dit hypothetische politieke pamflet een naar westerse normen confronterende vraag: is de democratie zaligmakend?

Het is niet de eerste keer dat hij tegen schenen schopt, zeker die van de Portugese goegemeente moesten er al aan geloven. In Hetevangelie volgens Jezus Christus (1991), zijn meest controversiële boek, zoekt hij naar de historische Jezus. Hij doet zowat hetzelfde als talrijke Dan Browns, maar dan meer dan tien jaar eerder, veel overtuigender en met een conclusie die ertoe doet: historische verslagen worden gekleurd door wie ze neerschrijft. Het boek was een grote kanshebber voor de European Literary Prize, maar de conservatieve Portugese regering weigerde de godlasteraar af te vaardigen. Reden te meer voor Saramago om zijn koffers te pakken en de rest van zijn dagen al schrijvend in de zon van Lanzarote door te brengen.

Al komt aan dat schrijven nu wellicht toch een einde. Naar eigen zeggen heeft Saramago, die binnenkort 86 wordt, net zijn laatste boek afgewerkt, De reis van de olifant.

‘Blindness’ is vanaf deze week in de bioscoop te zien.

Jeroen Bert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content