Constant in beweging zijn: dat vind ik ontzettend belangrijk. Vandaar dat ik van mijn mond een boot maakte, van mijn neus een zeil, en van mijn wenkbrauwen twee wimpels. Ik ben zo iemand voor wie onderweg zijn oneindig veel leuker is dan aankomen. Op mijn lauweren rusten zal nooit aan mij besteed zijn, hoe aanlokkelijk die gedachte soms ook lijkt. Stilstaan is achteruitgaan, zeker voor wie dingen wil creëren. Kunst is een kwestie van perspectief, daarom tekende ik mijn ogen als vogels. Als ik kinderboeken teken, kijk ik van onderuit. Maak ik cabaret, dan kijk ik van de zijkant. Schrijf ik gedichten, dan kijk ik van boven. ‘Ik heb de indruk dat jij met andere ogen kijkt dan andere mensen’, zei een collega-schrijver me een keer. Maar het zijn niet mijn ogen die anders zijn, het is mijn perspectief dat anders is.

Ik heb niets ooit normaal gevonden, laat staan vanzelfsprekend. Toen ik op mijn dertiende als Nederlandse naar Brussel verhuisde, stond mijn hele wereld plots op zijn kop. Idem toen ik besloot om schrijfster en tekenares te worden, want dat was voor een meisje in de jaren 50 allesbehalve evident. Ik heb duizend angsten moeten sterven om te staan waar ik nu sta. Maar het was al dat sterven meer dan waard.

Ik heb een heel springerige geest, die ik met de beste wil van de wereld niet zou kunnen tekenen. Ik doe honderd en één dingen tegelijk – tekenen, schilderen, schrijven en acteren – en bij alles wat ik doe, ga ik heel associatief te werk. Soms heb ik de indruk dat mijn hersens een beetje misvormd zijn door die manier van denken. Op administratief en organisatorisch vlak ben ik bijvoorbeeld een regelrechte ramp. En als ik dan eens een dag paperassen regel, duurt het een hele tijd voor ik weer in de juiste modus zit om dingen te kunnen maken.

Van niets iets maken: dat vind ik het mooiste aan wat ik doe. Met 26 lettertjes en een paar lijntjes een hele wereld opbouwen, met grenzeloos veel mogelijkheden. Het meest uitputtende is om altijd zoveel van mezelf en van mijn ziel in mijn werk te stoppen. Maar dat kan nu eenmaal niet anders. Wie leeft voor zijn kunst, heeft geen leven. Maar wie niet leeft voor zijn kunst, maakt geen kunst.

Ik ben geen heldenmens, maar ik heb wel een lijfzangeres. Abbey Lincoln, een vergeten jazzdiva die ik iedereen kan aanbevelen. Uit een van haar liedjes haalde ik mijn motto, dat ik geregeld voor me uitmompel. ‘Give your love, live your life / each and every day / And keep your hands wide open / and let the sun shine through /’cause you can never lose a thing / if it belongs to you.’ Simpel misschien, maar vooral ongelooflijk waar.

Joke van Leeuwen (54) is grafisch kunstenaar, (jeugd)schrijfster, dichteres en cabaretière, en won onlangs de Herman De Coninckprijs voor poëzie. Samen met singer-songwriter Mario Paric is ze nog enkele weken te zien in het programma En/En. Meer info: www.jokevanleeuwen.com

Opgetekend door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content