25 Songs, twee cd’s en één gitarist met een stijve. De Red Hot Chili Peppers kloppen als nooit tevoren.

Hey man, wanna see my genitals? No seriously, you wanna see my genitals?‘ De camera zoomt in en John Frusciante, 19, bijna kaalgeschoren en kwiek als een heidekonijn, ritst zijn jeans open. Champagne! Naast hem schreeuwt Anthony Kiedis zijn nieuwe mantra door het vliegtuig – ‘I’m sick and tired of being sick and tired!’ – en kruipt Flea, Chet Bakers kleinere broertje met ADHD, over zijn rugleuning; hij bloedt uit zijn bek (‘Ik denk dat ik net een kies uitgetrokken heb’). Het is 1989, de Red Hot Chili Peppers hebben net Mother’s Milk uit, en op 10.000 voet wil Frusciante het over zijn twee favoriete onderwerpen hebben. ‘Op een dag kreeg Jimi Hendrix bezoek van The Plastercasters, twee meiden die afdrukken van beroemde penissen maakten. Nadat de eerste Hendrix had opgewarmd, stopte hij zijn ding in een emmer gips. Toen de boel begon te drogen, krijg hij ‘m er niet meer uit. So he fucked the mould and came in front of everybody.’

Die heugelijke dag is profetisch gebleken voor het voortbestaan van de Red Hot Chili Peppers, en wel om twee redenen. Eén: de band is op zijn sterkst wanneer Frusciante zijn adoratie – ook als gitarist, ja – voor Hendrix de vrije teugel geeft. De helft van zijn partijen op Mother’s Milk en héél Blood Sugar Sex Magik zijn gepikt uit Hendrix’ eerste twee elpees Are You Experienced en Axis Bold as Love, en Frusciante is de enige die daarmee wegkomt. En twee: Kiedis mag dan al de prijsstier van de groep zijn, het is de stand van Frusciantes windhaan die de koers van de band bepaalt. Heftig kloppend in de dagen van BSSM, schuilend in zijn frommelkraag tijdens de debiliserende jaren van heroïne-exil, spasmodisch stotterend bij zijn comeback op de vermeende hoogtepunten Californication en By the Way. Of om het even over muziek te hebben, nu we hier toch zijn: een rollercoaster van razende powerchords en elegante akkoordenschema’s ( Give It Away en Under the Bridge) via deconstructie ( Your Pussy’s Glued to a Building on Fire) naar simpele melodietjes van de foor ( Universally Speaking), bij voorkeur dissonant en op slide domweg vals gespeeld. ‘Ik heb me opgesloten met een stapel muziekboeken over de akkoordenschema’s van Charles Mingus, The Beatles, Burt Bacharach, dingen die ik nooit op het gehoor kon uitvlooien’, zegt Frusciante. ‘Johnny Marr van The Smiths heeft me uiteindelijk helemaal anders over gitaren doen denken. Jimmy Page, Eric Clapton en Hendrix zijn altijd mijn helden geweest, maar na hen heeft niemand de boel nog kunnen vernieuwen. Eerst begon ik mee te spelen met platen van Kraftwerk, maar ik wou het nog eenvoudiger hebben. Ondertussen speelt iederéén poepsimpel, en ik ben het spuugzat.’ Zijn nieuwe grote epifanie werd opgewekt door Björk, die zich liet ontvallen dat gitaren saai zijn. Frusciante: ‘Op slag ben ik teruggekeerd naar de late Hendrix, die van Electric Ladyland. Mijn Modular-synthesizer doet sindsdien de rest.’

Dames en heren, John Frusciante heeft weer een boner, de Red Hot Chili Peppers hebben met Stadium Arcadium hun magnum opus klaar. Zoek het verband en win een pot gips. Dig!

Blood Sugar Ex Magik

September 2004. De Red Hot Chili Peppers nemen hun intrek in het landhuis van producer Rick Rubin, waar ze vijftien jaar geleden al Blood Sugar Sex Magik hadden opgenomen. Destijds viel er met Frusciante en drummer Chad Smith geen zinnig gesprek te voeren (onder meer) omdat ze ervan overtuigd waren dat de mansion behekst was. Vijftien jaar later is het er gewoon gezellig (Smith: ‘ Now it’s like going back to your old girlfriend after she fucked a bunch of different guys – it’s nice to see her, and she’s friendly‘).

Dertien songs moesten het worden, netjes overzichtelijk en verteerbaar als een groovende jamsessie. Of misschien ook niet. 38 afgewerkte songs later besluit de band om drie afzonderlijke cd’s uit te brengen, tot iemand met minder afgestorven hersencellen hen diets maakt dat het laatste deel van die trilogie pas anderhalf jaar later in de winkel zou liggen. Dus wordt het een dubbelaar met epische proporties, 25 songs lang, en met de al even epische titel Stadium Arcadium.

Zoals dat gaat met grote carrièrezetten, werd ook de aanloop naar deze dubbel-cd de Peppers bijna fataal. Voor één keer niet wegens de chemische experimenten van de groepsleden, maar door de gemoedsgesteldheid van Flea. De hoofdschuldige was Frusciante, die de helft van de songs leverde en wel érg fanatiek te werk ging om zijn stempel op de groep te drukken (Fru: ‘Ik denk dat de band ermee inzat dat ik Brian Wilson ten tijde van de opnamen van ‘Smile’ geworden was’). ‘Tegen het eind van de Californication-tournee was ik in een depressie gesukkeld’, vertelde de bassist aan Q magazine. ‘John kon daar heel moeilijk mee om. Plots was ik voor hem niet meer de mens die hij vond dat ik moest zijn. Na By the Way ging het weer die kant op. Hij had een nieuw creatief niveau bereikt, en gaf me het gevoel dat ik niets meer te bieden had.’ Maar ook Kiedis’ autobiografie Scar Tissue hielp niet echt. Flea, opnieuw in Q: ‘De eerste keer dat ik het opensloeg, las ik een vleiende passage over mezelf. Prima. De tweede keer las ik dat hij mijn zus had genaaid. Dat vond ik geen manieren.’

Motherfunker

In de wetenschap dat zelfs De Dubbele Witte van The Beatles als de boulimische versie van een perfecte enkele elpee wordt beschouwd, wordt het met Stadium Arcadium (een verwijzing naar de olympische kick om in een vol stadium op het podium te staan) erop of eronder. Aan de mix zal het niet liggen: de dubbelaar is een dwarsdoorsnede van 22 jaar Chilidom geworden. Stilistisch grijpt de band onder meer terug naar de hoogdagen van de rock-hiphop. Storm in a Teacup is pure Mother’s Milk, vol verwijzingen naar Public Enemy, C’mon Girl mengt een discoritme met hendrixiaanse feedback en een metalstem. U hield toch meer van de stevige pop en balladerie van Californication en By the Way? Ook goed: Slow Cheetah en de eerste single Dani California (waarvan de clip langer zal blijven hangen dan de song) missen hun doel niet. En dan de enige vraag die de afgelopen vijftien jaar nog vaker is gesteld dan ‘Was het niet warm in die sok?’: waar is de funk? Da fonk is weer van de partij, en wel op Warlocks, met seventiesicoon Billy Preston (doodziek) op clavinet, de diepe groove van Charlie en de klassieke chaosfunk van Tell Me Baby. ‘We hebben de funk nooit de rug toegekeerd’, vertelde Kiedis aan NY Rock. ‘Hij is er nog, but he’s a mean motherfucker. Hij staat niet meer in je gezicht te schreeuwen. Hij besluipt je, ligt op de loer, en overvalt je wanneer je het het minst verwacht.’

Voor de rest: veel lurve, spiritualiteit (Kiedis heeft zich bij de Kaballah aangesloten. Nee, écht.), een getoonzet huwelijksaanzoek ( Hard to Concentrate, geschreven voor Flea en zijn vlam), de lastige liaison met dope ( Charlie, C’Mon Girl, She Looks to Me, Snow), en dat zoete tochtgat aan de oceaan dat Los Angeles heet, in Dani California bezongen met het wrange vers ‘California, rest in peace’. ‘Het is een metafoor voor de dood van de interpretatie van een cultuur’, aldus Kiedis. ‘Californië is zo’n diepe, mystieke omgeving, maar ergens onderweg is het een synoniem voor fake cultuur en plastische chirurgie geworden. Dat kan ik niet hebben.’ Waarop Flea: You know what L.A. is to me? It’s that bird that goes, ooooh-ah-oooh, ooh-ooh.’

Op 5 juni roekoeën de Peppers op Pinkpop, op 29 juni op Rock Werchter. Flea: ‘We’re just gonna rock our fucking cocks off!’

Wanna see some genitals? Op 8 mei trekt Stadium Arcadium zijn rits open.

Door Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content