Jodie Foster ‘FILM HELPT MIJ OVERLEVEN’

In ‘The Beaver’ mag Mel Gibson zijn demonen bekampen als dolgedraaide huisvader die via een handpop spreekt. Regisseuse Jodie Foster keek toe. ‘De uitdaging was: hoe kunnen we uit zo’n ridicule premisse toch een pakkende film maken?’

‘Conflicting schedules’, zo luidt de officiële uitleg waarom we in Cannes alleen The Beaver-regisseuse Jodie Foster te spreken krijgen en niet hoofdrolspeler Mel Gibson. Dat de echte reden moet worden gezocht bij Mad Mels turbulente privé-exploten van de jongste tijd, daarover moet uiteraard discreet worden gezwegen en zeker tijdens ons interview met Foster die het – zoals de persattaché meteen waarschuwt – enkel en alleen over de film wil hebben. Dat die film – o zoete ironie – net gaat over een manisch-depressieve huisvader die door zijn uitzinnige gedrag vrouw en kinderen verliest, maakt het nochtans onmogelijk om niet aan Gibsons privéleven te denken. Bovendien werd de release eind vorig jaar in extremis uitgesteld nadat de scheldtirades en bedreigingen van de hoofdrolspeler aan het adres van zijn voormalige Russische vriendin Oksana Grigorieva op het internet waren gelekt.

Of het uitstel voldoende is om de mediahetze te bezweren, valt sterk te betwijfelen. Zo werd The Beaver in de States door producent Summit Entertainment alvast in het arthousecircuit gedropt, officieel vanwege het moeilijke onderwerp, officieus door de aanhoudende negatieve publiciteit rond Gibson. Het voorspelbare resultaat: een opbrengst van amper 104.000 dollar tijdens het openingweekend, terwijl het budget van The Beaver ongeveer 20 miljoen bedroeg. Nochtans is Fosters eerste film sinds de slappe familiekomedies Little Man Tate (1991) en Home for the Holidays (1995) met voorsprong haar meest gedurfde en ambitieuze regieproject. En dat heus niet alleen omdat ze Gibson – met wie ze in 1995 al samenspeelde in de westernkomedie Maverick – eindelijk nog eens een hoofdrol gunt.

Zo krijg je maar zelden een Hollywoodproduct te zien dat thema’s als depressie, waanzin en zelfverminking durft te tackelen, dat zwarte humor koppelt aan ernstig bedoeld melodrama en dat als cohoofdrolspeler – we kid you not – een pluchen bever opvoert. Gibson speelt namelijk een depressieve bedrijfsleider die na een mislukte zelfmoordpoging besluit enkel nog met zijn vrouw (een bijrol voor Forster zelf), zijn kinderen (Anton Yelchin en Zachary Booth) en zijn werknemers te communiceren via een handpop. Tenminste: tot hij in de smiezen krijgt dat het pluchen beest hem nog verder wegdrijft van zijn familie. ‘Het is absoluut geen komedie’, maakt Foster ons echter meteen duidelijk. ‘Er zit humor in de film en in het begin is het niet altijd duidelijk of je verondersteld wordt te lachen of te huilen, maar naarmate je het hoofdpersonage en zijn familie beter leert kennen, wordt de toon donkerder en grimmiger. Hopelijk zitten veel mensen tegen het einde te snotteren in de zaal.’

Is film een vorm van therapie?

Jodie Foster: Dat vind ik wel. Alle vormen van zelfexpressie zijn een vorm van therapie. Elke film verandert je kijk op het leven en op jezelf. Zeker als je die ook regisseert. In dit geval geldt dat nog meer aangezien de film over eenzaamheid en familie gaat, over de zoektocht naar een bestaansreden. Ik heb het gevoel dat die vraagstukken me al mijn hele leven lang achtervolgen. Waarom wil ik leven? Wie ben ik en hoe ben ik zo geworden? In mijn films tracht ik een antwoord op die vragen te vinden. Film is mijn overlevingsmechanisme.

Is regisseren nog therapeutischer dan acteren?

Foster: Zeker. Het is jouw visie en jij bent diegene die aan de touwtjes trekt, die de poppen manipuleert om het in de beeldspraak van The Beaver te zeggen. Als actrice ben je enkel de handpop van de regisseur.

Toch speel je zelf ook mee in ‘The Beaver’.

Foster: Het is ook makkelijk combineerbaar. Er zijn natuurlijk nadelen aan verbonden in de zin dat je jezelf nooit verrast en de voorziene keuzes maakt, maar langs de andere kant heb je wel meteen het resultaat dat je voor ogen hebt.

De pitch van ‘The Beaver’ – Mel Gibson die tegen een pluchen bever spreekt – is lachwekkend. Daar was je je zelf toch van bewust?

Foster: Absoluut. De uitdaging was dan ook: hoe kunnen we uit zo’n ridicule premisse toch een pakkende en universele film maken? Toen ik voor het eerst het script las, was ik geeneens geïnteresseerd. Toch bleef de eenvoud van het concept en het sprookjesachtige aspect me achtervolgen. Gaandeweg besefte ik dat er achter de gimmick een heel gevoelig drama schuilde en dat wilde ik eruit halen, door te balanceren op de grens tussen humor en tragedie en mijn personages ondanks hun uitzinnige gedrag toch serieus te nemen. Ik heb ook geen seconde aan het publiek gedacht. Zullen ze het even serieus nemen als ik? Klinkt het uitgangspunt niet te belachelijk? Als regisseuse mag je niet denken aan het publiek. Dat is riskant en tegelijk ook pretentieus. Je moet op een oprechte manier communiceren en hopen dat men bereid is om te luisteren naar wat je te vertellen hebt.

Foster:The Beaver gaat over lijden en overleven. Dat zijn geen thema’s waarmee je het tienerpubliek warm maakt. Toch stel ik vast dat er nog steeds ambitieuze films voor volwassenen worden gemaakt in en buiten Hollywood. Het probleem is dat veel Amerikaanse independentfilms niet langer in het buitenland worden verdeeld en dat Europese auteursfilms op hun beurt niet langer de Amerikaanse bioscopen halen, zeker in vergelijking met twintig, dertig jaar geleden. Dat betekent niet dat er geen publiek meer voor is. Mijn kinderen houden van blockbusters als Inception of Avatar, maar ook van kleine, artistieke films, zelfs al zijn ze nog jong. Daarom ben ik ook niet tegen al die 3D-spektakels van tegenwoordig. Ze houden de cinemacultuur in leven en maken de kids duidelijk dat een film bekijken in de bioscoop niet hetzelfde is als een film bekijken op je computer. Bovendien denk ik dat er op termijn opnieuw meer plaats zal komen voor meer gedurfde projecten. Je kunt de situatie van nu zelfs vergelijken met die van de late jaren 60. Toen hadden de studio’s het ook volledig voor het zeggen en was er veel eenheidsworst te zien, maar de tegenreactie leidde tot de heropleving van de independentcinema en het ontstaan van de New Hollywoodgeneratie. Door de komst van het internet – waardoor iedereen een film kan maken op zijn laptop – gaan we langzaam opnieuw dezelfde kant op, hoop ik.

Zijn de media deels schuldig aan die verkleutering? De media spelen ook in jouw films vaak een kwalijke rol.

Foster: Een vast thema in mijn films is dat mijn personages publiekelijk worden blootgesteld aan en misbruikt door de media, ook in The Beaver. Blijkbaar is er niets zo leuk als ramptoerisme. Mijn fascinatie daarmee heeft wellicht te maken met de manier waarop ik zelf opgroeide. Als kindsterretje werd ik op jonge leeftijd in de schijnwerpers gegooid en in zekere zin zijn mijn films daar een commentaar op.

Was Mel Gibson – ondanks alle rumoer rond zijn persoon – je eerste keuze?

Foster: Toch wel. Ik ken hem al jaren en hij is een van de weinigen die een goeie, komische timing kunnen combineren met een enorme, dramatische intensiteit.

Hij geeft geen interviews, maar was wel aanwezig op de première hier in Cannes. Hoe belangrijk was dat voor jou?

Foster: Heel erg. Ook voor hemzelf trouwens. Hij was bang en nerveus hoe mensen op hem en de film zouden reageren, maar in Europa is men gelukkig opener dan in Amerika. Hier is men tenminste bereid om de film op zijn artistieke waarde te beoordelen. Hier zien ze de acteur Mel Gibson en dat deed hem duidelijk deugd.

Was het de bedoeling om zijn macho-imago bij te sturen?

Foster: Toch niet bewust. Ik ken hem persoonlijk en ik wist dat hij een intelligente, fijngevoelige man is die ook een tedere kant heeft en die ook durft te tonen.

Slotvraag: welk advies zou je het kindsterretje Jodie Foster vandaag meegeven?

Foster: Geen idee. Ik heb indertijd films kunnen maken met fantastische regisseurs, maar achteraf bekeken had ik wel graag een normale filmopleiding gevolgd. Mocht ik het opnieuw kunnen doen, zou ik wellicht pas op mijn twintigste beginnen met acteren. Je mist toch een deel van je jeugd als je vroeger begint. Het is ook alsmaar lastiger geworden voor acteurs. Niet het acteren zelf, maar alle heisa die erbij komt kijken. Misschien had ik indertijd zelfs beter een heel andere carrière gekozen.

THE BEAVER

Vanaf 25/5 in de bioscoop.

DOOR DAVE MESTDACH

‘Ik ben niet tegen al die 3D-blockbusters van vandaag. Ze maken kinderen tenminste duidelijk dat een film bekijken in de cinema niet hetzelfde is als een film bekijken op je computer.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content