JAMIE LIDELL

Hij is terug, het hyperkinetische, vleesgeworden Duracellkonijn genaamd Jamie Lidell. Met een nieuwe plaat op zak en een trouwring om zijn vinger. ‘Ik ben niet meer die maniakale gek van weleer.’

‘Ik aard niet goed op één plek. Om de paar jaar moet ik verhuizen of ik krijg het lastig.’ Aan het woord is Jamie Lidell, drie jaar geleden, toen hij vanuit New York naar Brussel was afgezakt om zijn nieuwste worp Compass te presenteren. ‘Voor elke nieuwe relatie, een nieuwe stad en een nieuwe plaat’, gooide de rusteloze Brit er schertsend achteraan. En zie, de Lidell die anno 2013 voor ons zit, is getrouwd, woont tegenwoordig in Nashville en heeft een nieuw, uitstekend album klaar, simpelweg Jamie Lidell geheten.

Hoe gaat het, meneer Lidell?

JAMIE LIDELL: Goed. It’s great to be back!

Ik wist niet dat je weg bent geweest.

LIDELL: Sinds mijn verhuis woon ik in een andere wereld, hé. Het tempo ligt in Nashville iets lager dan in de rest van de wereld. (lacht) Maar het is een geweldige plek om muziek te maken, vanwege het immense patrimonium, maar ook omdat er tegenwoordig interessant volk van over het hele land naar Nashville afzakt – én we kunnen er ons een huis veroorloven, dat was in New York niet meer het geval.

Ben je al op de koffie gemogen bij Jack White?

LIDELL: Ik heb Jack nog nooit ontmoet. Maar in Nashville schuilt achter bijna elke gevel wel een muzikaal verhaal. Zo was ik op een dag in de muziekwinkel achter de hoek met een kapotte microfoon. Ik raakte even aan de praat met een wat oudere, vriendelijke southern dude. Achteraf bleek dat Dan Penn te zijn, die klassiekers als Do Right Woman, Do Right Man en The Dark End of the Street geschreven heeft, en in de sixties als producer kind aan huis was in de befaamde FAME-studio’s. De stad barst van de geschiedenis en het talent, maar dan in een relaxte dorpssfeer, een perfecte combinatie.

Vreemd dat je in zo’n relaxte sfeer je meest uptempo, funky plaat hebt gemaakt.

LIDELL: Ik zou een funkplaat kunnen maken in hartje Polen, mij maakt het niet uit. De ideeën ontstaan uiteindelijk toch in je bovenkamer, niet?

Maar de inspiratie moet toch ook van ergens komen?

LIDELL: In dit geval van een foto waar ik samen met Quincy Jones (legendarisch producer van onder meer Michael Jackson, nvdr.) op poseer, een van mijn helden. Die foto stond het hele opnameproces in het midden van de mengtafel. Verder heb ik me laten beïnvloeden door de producties van Jam & Lewis, en George Clintons elektronische periode.

Pop, r&b en funk, ze smelten op Jamie Lidell mooi samen.

LIDELL: Ik ben een maximalist, ik hou ervan te zwemmen in geluid met veel laagjes. Als je in de tropen gaat duiken, stuit je op kleine en grote visjes, allemaal door elkaar, in de meest waanzinnige kleuren. Zo stel ik me deze plaat voor.

Waarom heeft de plaat eigenlijk geen titel?

LIDELL: Omdat op die manier de ambitieuze flavor meer tot zijn recht komt, hoop ik. Deze plaat vat wie ik ben en waar ik voor sta perfect samen.

Wat dat minder het geval op Jim, je grootste succes tot nu toe?

LIDELL: Toen kwam slechts één aspect van mijn kunnen aan bod, deze plaat is veel completer. Op Jim was ik misschien iets te veel bezig met wat de mensen van me verwachten. Genereus, maar een tricky zone om je in te begeven, dat geef ik toe. Zulke periodes maken nu eenmaal deel uit van je groeicurve als artiest.

Na enkele jaren toeren mét band ga je binnenkort ook weer als onemanshow optreden.

LIDELL: Ja, het wordt spannend. Ik heb een nieuwe sampler – het apparaatje waarmee ik mijn stem in loops trek – waar ik nog helemaal aan moet wennen. Mijn goede vriend Tim Exile heeft hem ontworpen, en optreden met andermans sampler is als skateboarden met iemand anders zijn skateboard: je gaat veel op je bek.

Spreek je uit ervaring?

LIDELL: Het skateboarden, bedoel je? Ja, want ik was een barslechte skateboarder. (lacht) Ik heb er de bouw niet voor. Grappig, ik had het er pas nog over met Harmony Korine, die komt de laatste tijd veel bij me over de vloer.

Hoe stelt het enfant terrible van de Amerikaanse cinema het tegenwoordig?

LIDELL: Goed, hij staat op het punt helemaal door te breken met zijn volgende film Spring Breakers. Selena Gomez en James Franco doen mee, en de soundtrack is geschreven door Skrillex. Let maar op, Harmony Korine wordt binnenkort een household name in de States. (lacht)

Zou jij het soort muziek kunnen maken waarmee Skrillex de Amerikaanse jeugd zo gek maakt?

LIDELL: Harmony vroeg me net hetzelfde. Ik denk het niet, het is niet zo makkelijk als het lijkt. Maar ik snap Skrillex’ succes wel, zijn muziek ligt volledig in de lijn van de rush van het teenager zijn. Ik ben hem trouwens dankbaar, samen met David Guetta en Will.i.am, om in Amerika een opening te creëren voor elektronische muziek. Nu is electronic dance music er big business, maar voor Guetta en co hits begonnen te scoren lag die weg compleet versperd, mijn vriend. In België ben ik trouwens populairder dan eerder waar in de wereld – hier wordt mijn muziek tenminste op de radio gedraaid – maar in Amerika heb ik nog een lange weg te gaan.

Misschien moet je voor je volgende album weer verhuizen?

LIDELL: En in Gent gaan wonen, waar mijn tourmanager vandaan komt! Geeneens een slecht idee, maar wel eerst overleggen met mijn wederhelft.

Hoe bevalt het getrouwde leven?

LIDELL: Ik ben gelukkiger dan ooit. Mijn vrouw brengt evenwicht, en zorgt ervoor dat mijn ego niet al te opgeblazen raakt. Ik ben nu niet meer die obsessief-compulsieve, maniakale gek van weleer. Behalve wanneer ik op een podium sta, dat spreekt.

JAMIE LIDELL

Uit op 18/2 via Warp.

DOOR JONAS BOEL

Jamie Lidell’IK SNAP HET SUCCES VAN SKRILLEX WEL. EN IK BEN HEM DANKBAAR, SAMEN MET DAVID GUETTA EN WILL.I.AM.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content