JA JAN

Omdat we volgens Jan Van Looveren te veel neen zeggen in het leven en omdat we bang zijn geworden van het onverwachte, gaf hij zich bij de VRT vrijwillig als proefkonijn op om zestig dagen lang op iedere vraag ‘ja!’ te krijsen. Zijn familieleden reageerden opvallend enthousiast en na een dag had Jan ook door waarom. ‘Doe jij de afwas?’ ‘Strijk jij?’ ‘Ga jij de kinderen halen?’ ‘Maai je ook nog even het gras?’ ‘Zeep je mijn rug in?’ ‘Poets je de voegen van de douche met een tandenborstel?’ Ja zeggen, zo noteerde Jan in zijn speciaal voor de gelegenheid gekochte dagboek – verkoper: ‘Mag het één met roze pony’s zijn?’ – is vooral vermoeiend.

Na een dag dreigde hij het woord ja hartsgrondig te gaan haten, maar omdat hij wilde volharden in zijn experiment, ontvluchtte hij zijn huis – ‘Breng je het leeggoed en passant even weg?’ – en zocht hij zijn heil bij vreemden. Op straat, op café, op metalfestivals desnoods. Maar hoe zorg je ervoor dat voorbijgangers die gewend zijn met hun ogen op de stoeptegels gericht langs je heen te spurten je plots wel aanspreken, meer nog: je vragen om iets te doen waar jij dan ja op moet zeggen? Jan besprak het probleem opnieuw met zijn dagboek, dat hij voor het gemak had ingeruild voor een camera. ‘Hoe zorg ik ervoor dat dit iets wordt?’ Hij tuurde enigszins diepzinnig in de verte en bedacht dat hij het moest uitlokken. Dat was het! Hij moest aan zijn medemens vertellen waar hij mee bezig was. Openheid, daar draaide dit toch om! Openheid en spontaneïteit – een beetje zoals Jezus en zijn apostelen hun blijde boodschap hadden verkondigd, en we weten ondertussen hoe dat experiment is afgelopen.

Het ingenieuze plan leverde hem het engagement op om een tatoeage te laten zetten, om rond elf uur ’s morgens een gin-tonic te drinken en om te stuntvliegen. Uiteindelijk zou zijn ja-op-allesvoornemen hem diep in het oerwoud van Peru brengen, met de drummer van Channel Zero aan zijn zijde. Hun missie: thee drinken van de meest hallucinatoire plant ter wereld. Hun plaatselijk opgescharrelde gids bracht hen in een prauw tot aan de rand van een pad in het woud en daar, zei hij, moesten ze gewoon verder gaan. ‘En jij?’ vroeg Jan. O, hij roeide terug. Hij bleef hier niet.

‘Bang en opgewonden tegelijk’, fluisterde Jan tegen zijn dagboek, zo voelde hij zich. Onwillekeurig moest ik denken aan die ene reeks op VTM waarin BV’s naar onherbergzame plaatsen reisden om er koekjes van urinedeeg te eten of om laxerende thee te drinken. Allemaal om de sleur van het gewone leven te ontstijgen. Ik zag wel waarin Ja Jan verschilde van deze programma’s, maar toch ook weer niet. Ja Jan is het typevoorbeeld van een op papier goed idee dat in de praktijk zelden interessanter wordt dan de op kussens gehaakte levensfilosofietjes die je al eens in serviceflats aantreft. Dat je van het leven moet profiteren, heet het dan. Dat je al eens iets moet doen waar je hele lichaam nee tegen schreeuwt. Dat idee. ‘Boeien’, gierde de oudste dochter van Van Looveren toen hij haar vertelde dat hij een tatoeage moest laten zetten. Waarmee ze vooral bedoelde dat het haar allemaal niets kon schelen. Ik ontwaarde bij mezelf een gelijkaardige onverschilligheid. Ja Jan is toch vooral Tja Jan.

**, elke maandag, 20.35, één

DOOR TINE HENS

JA JAN IS HET TYPEVOORBEELD VAN EEN OP PAPIER GOED IDEE DAT IN DE PRAKTIJK ZELDEN INTERESSANTER WORDT DAN DE GEHAAKTE LEVENSFILOSOFIETJES DIE JE AL EENS IN SERVICEFLATS AANTREFT.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content