Van Only God Forgives, bijna twee jaar geleden, is het geleden dat Ryan Gosling nog eens op het witte doek te zien was. De hartenbreker en cool guy had geen tijd voor acteerklussen. Met een beetje hulp van wat sympathieke Belgen draaide hij zijn eerste film, het grimmige sprookje Lost River. ‘Ieder zijn shimmy shimmy ya.’

Heb je diep in zijn ogen gekeken? Droeg hij parfum? Je hebt toch een selfie met hem genomen? Antwoorden: uiteraard, niet op gelet en uiteraard niet. Te oordelen aan het aantal vrouwen dat mij op de rooster legt over dit interview met Ryan Gosling (34) lijdt zijn populariteit amper onder de verbanning van het witte doek waartoe hij zichzelf heeft veroordeeld. Zijn laatste bioscoopoptreden dateert alweer van mei 2013. De mannen die vruchteloos proberen om even cool met de auto door de stad te cruisen als Gosling in Drive (2011) en de vrouwen die van hem dromen sinds hij de romantische ziel uithing in The Notebook (2004) kunnen echter op beide oren slapen: hun idool zal in de al dan niet nabije toekomst weer in de bioscoop te zien zijn. Hij speelt de eerste viool in een voorlopig nog titelloze film van de contemplerende estheet Terrence Malick, is een privédetective die de zelfmoord van een pornoster onderzoekt in The Nice Guys en dient Brad Pitt en Christian Bale van repliek in The Big Short.

Goslings acteercarrière is dus nog niet afgelopen, zijn vrijgezellenbestaan daarentegen. In september werd hij vader van een dochter. De vrouw van zijn leven vond hij zoals zovelen op het werk: op de set van The Place beyond the Pines (Derek Cianfrance, 2012) bezweek hij voor de charmes van actrice Eva Mendes.

EN ONDERTUSSEN DRAAIDE HIJ DUS ZIJN REGIEDEBUUT LOST River in de spookwijken van het teloorgegane Detroit. Daarin volgt hij een alleenstaande moeder die in een macabere onderwereld terechtkomt terwijl haar zoon een geheime weg naar een onderwaterstad vindt. De selectie van die film, ook al bijna een jaar geleden, voor Cannes’ prestigieuze nevenselectie Un Certain Regard bleek een vergiftigd geschenk. Het door Nicolas Winding Refn, David Lynch en Guillermo del Toro beïnvloede debuut werd er met ongepast venijn de grond in geboord. ‘Ik heb die recensies gelezen en als ik eerlijk mag zijn, moet ik ze nul sterren geven’, bijt Gosling van zich af. ‘Het zijn trouwens máár meningen. Dat mensen vinden dat ik geen goed werk geleverd heb, tot daaraan toe. Maar ze moeten toch erkennen dat de ploeg goed heeft gewerkt. Ik vind de vertolkingen heel sterk. Benoît Debie (de Belgische cameraman die ook tekende voor de opvallende look van Harmony Korines Spring Breakers, nvdr.), is een van mijn favoriete cinematografen en hij heeft het schitterend gedaan. Johnny Jewel, van de Chromatics en Glass Candy, kwam met een heel mooie soundtrack. Ik ben trots op mijn speciale film.’

Ben Affleck, Clint Eastwood, Ed Harris, George Clooney, Mel Gibson, Robert Redford…: acteurs nemen wel vaker plaats in de regiestoel. Wat bracht jou daartoe?

RYAN GOSLING: Werkzekerheid. Mijn acteercarrière kan ooit op een zijspoor belanden. (brede grijns)

En wat bracht je naar Detroit?

GOSLING: Ik kom uit Canada. Daar kijkt men, net als in de rest van de wereld, enorm naar de VS op. Amerika is als de pin-upgirl in je locker. Mijn crush was redelijk hevig. Detroit was voor mij het dichtst bij en staat ook symbool voor het land: Motown, de auto-industrie, de technoscene, Eminem… Ik had een heel geromantiseerd beeld van Detroit. Toen ik er voor de opnames van George Clooneys The Ides of March (2011) neerstreek, bleek de stad heel anders dan ik me had voorgesteld. Het is een opwindende plek. Detroit is na zijn failliet diep gevallen, maar de wedergeboorte is ingezet. De mensen zijn er trots op hun geschiedenis en opgewonden over de mogelijkheden die een onbekende toekomst biedt. Er heerst een heel creatieve, dynamische sfeer. Dáár wil je werken. De keerzijde van de medaille zijn uitgestrekte verlaten buurten met hier en daar families die er tegen beter weten in willen blijven wonen, zelfs al zijn ze verstoken van water en elektriciteit. De aanpalende huizen zijn afgebrand of afgebroken. Dat was heftig om te zien, een ervaring om te delen. En dat kon ik niet beter doen dan door Lost River te maken.

Was een documentaire dan geen logischer keuze geweest? Lost River is een allegorische film die niet eens preciseert dat het om Detroit gaat?

GOSLING: Ik wilde niet verstrikt raken in politiek, sociaal en economisch gehakketak. Dat sprookjesformat leek me de eenvoudigste, meest toegankelijke manier om te focussen op het emotionele landschap: hoe voelt het als je als een van de weinigen overblijft in een aan haar lot overgelaten buurt? Veel zaken die specifiek zijn voor Detroit hebben we buiten beeld gehouden. Het moest een universeel verhaal worden over een geïmproviseerde familie die er in moeilijke omstandigheden het beste van maakt. We hebben ons ver van politieke en sociale commentaar gehouden en hebben gefocust op de hoop die ze nog hebben, de liefde die ze voor elkaar voelen, het instinct waarmee ze de brokken oprapen en proberen te lijmen. Tegelijk filterden we de werkelijkheid door in de wereld van die tieners binnen te kijken. Zij proberen wat hen overkomt te romantiseren. Ze beelden zich in dat er een vloek op hen rust. Zo maken ze hun ervaring grootser, maar eigenlijk zijn ze gewoon in de steek gelaten. Ze zijn slachtoffers van een politieke, financiële machine die niet om hen geeft.

De fantasie van de tieners is groot. Maar wat moeten we denken van het volwassen publiek dat in de film in de nachtclub van Ben Mendelsohn en Eva Mendes kwijlend geniet van macabere, bloederige acts?

GOSLING: De waarheid is dat er na zo’n ramp – de doortocht van een orkaan, het faillissement van een stad – vaak mensen met zeer duistere bedoelingen in een stad kunnen neerstrijken. Ze houden van plaatsen waar niemand hen in het oog houdt. De club is gebaseerd op le Théâtre du Grand-Guignol, dat deel uitmaakte van een duistere, macabere scene in het Parijs van het begin van de 20e eeuw. Ze voerden er splatter-stukken, met massa’s moorden, op en discussieerden in helse kroegen. De façade van de club in Lost River is een kopie van een van die zaken.

Welke films hebben je geïnspireerd?

GOSLING: Vooral films die als kind een indruk op me hebben nagelaten: The Goonies (1985), Purple Rain (1984) – voor de vibe -, The Secret of NIMH (1982) en andere films die kinderen die opgroeiden in de late jaren tachtig, vroege jaren negentig meesleepten in wilde avonturen of confronteerden met bovennatuurlijke, mystieke gebeurtenissen. Toen ik mijn componist Johnny Jewel over Lost River vertelde, zei hij: ‘Yeah, Dark Goonies! Ik doe mee!’ Cool, dacht ik, alvast één iemand die het begrijpt.

Je deed ook een beroep op twee Belgen: monteur Nico Leunen en cameraman Benoît Debie.

GOSLING: Schitterende gasten. Benoît is een director of photography die door zijn collega’s wordt bewonderd. Hem aan boord hebben, is als Michael Jordan in je basketbalteam hebben. Zijn inbreng was niet min. Hij drong bijvoorbeeld hard aan op pellicule. Dat is niet de gemakkelijkste keuze, maar we hebben ervoor gevochten. Terwijl hij de camera bediende, draaide ik met mijn digitale camera. Die opnames waren bedoeld als back-up, maar hier en daar hebben we die digitale beelden effectief gebruikt. Ik ken Benoît al lang. Een jaar of tien geleden bezorgde ik hem mijn scenario voor een film over kindsoldaten. Ik had in Oeganda zaken gezien die ik met de wereld wilde delen. Benoît sprong meteen op de kar. Helaas stond ik nog niet ver genoeg in mijn carrière om zo’n moeilijke film mogelijk te maken. Ik heb Benoît toen beloofd dat ik ooit samen met hem een film zou maken. En kijk, dat is nog gelukt ook.

Je liet je al regisseren door goed volk als Nicolas Winding Refn, Derek Cianfrance, Nick Cassavetes, George Clooney en zelfs Terrence Malick. Wie heeft je het meest beïnvloed?

GOSLING: Oei. Ik ben door elke ervaring beïnvloed. Door de slechte, de dingen die ik nooit meer wil doen, nog het meest van al. Het is gemakkelijker te achterhalen wat je nooit meer wilt meemaken dan wat je wél wilt doen.

Bij welke regisseur had je liever nooit op de set gestaan?

GOSLING: Ik wil er niemand uitpikken. Dat zou niet netjes zijn.

Op de aftiteling bedank je fantast Guillermo del Toro en mysticus Terrence Malick.

GOSLING: Malick heeft me geen advies gegeven, maar hij weet hoe graag ik film. Terwijl we aan zijn film bezig waren, heeft hij me meerdere keren de camera toevertrouwd en mocht ik bepaalde dingen filmen. Ik kon het nauwelijks geloven: Malick die je de camera leent, dat is zéér bemoedigend.

Met Guillermo del Toro heb ik het vooraf wel over Lost River gehad. Ik liet hem mijn beelden van Detroit zien en vertelde hem het verhaal. Hij reageerde heel cool: ‘Als jij dit niet regisseert, dan doe ik het.’ Ik voelde me de ridder die van de tovenaar een zwaard en een schild krijgt en aan zijn queeste mag beginnen. Guillermo was ook een van de eersten die de film heeft gezien. ‘Fuck you, zei hij, ‘is dit je éérste film?’ We delen een gelijkaardige gevoeligheid. Hij was een grote steun.

Is regisseren moeilijker of makkelijker dan gedacht?

GOSLING: Hoe gek het ook klinkt: ik heb geleerd dat er veel acteren aan te pas komt. Regisseren is doen alsof alles goed gaat terwijl het problemen regent. Het is knopen doorhakken en problemen oplossen, elke dag opnieuw. Jíj moet het oplossen, jíj moet doen alsof het goed gaat, want je zit past echt in de nesten als de crew, de acteurs of de financiers in paniek raken. Voor de buitenstaander lijkt het misschien alsof ik nu iets compleet anders doe, maar dat is niet zo. Een acteur die regisseert, is niet vreemder dan een sporter die een ploeg coacht. Ik doe dit al sinds mijn twaalfde. Ik acteer voornamelijk, maar trad ook al op als producer of als klankbord voor vrienden die met een idee voor een film rondliepen. Ik wil zo veel over film weten als maar kan. Regisseurs die acteerlessen volgen, worden betere regisseurs. Regisseren maakt van mij een betere acteur.

Ik wist dat je een kindsterretje was en net als Britney Spears, Christina Aguilera en Justin Timberlake deel uitmaakte van The Mickey Mouse Club op Disney Channel. En een paar weken terug dook er een filmpje op waarin je als twaalfjarige ket de longen uit je lijf danst tussen een bataljon achtergronddanseressen. Heb je ooit een danscarrière geambieerd?

GOSLING: Wel, ieder zijn shimmy shimmy ya. Ik heb mijn kleine, hectische moment van glorie toen gehad. Dat was mijn piek. (lacht) Een heel belangrijke gebeurtenis in mijn leven was de komst van een oom, die een jaar lang bij ons zou blijven wonen. In die periode besloot hij Elvisimitator te worden en een show op poten te zetten. We leidden een heel eenvoudig, landelijk bestaan en plots werden onze grijze levens opwindend. Al mijn ooms en tantes werden ingeschakeld als bodyguards en achtergrondzangeressen. We hadden een Elvis in ons midden en dat vond ik geweldig. Die show bracht ons allemaal samen. Maar na zijn performance ging alles weer zijn normale gangetje. Dat vond ik ontzettend deprimerend. Ik trok er lessen uit: iets kunnen maken met mensen die je mag, is de ideale manier om je tijd hier op aarde door te brengen. Ten eerste leer je de mensen zo op een heel andere manier kennen. Ten tweede, hoe ridicuul dat voor sommigen ook moge klinken, kun je iets laten zien. Er is een tastbaar resultaat van de tijd die je samen hebt doorgebracht. Die Elviservaring nog eens beleven, werd een obsessie. Ik probeerde het op heel diverse manieren, onder meer door een dansgezelschap te vervoegen.

Acteren en regisseren horen bij die andere manieren?

GOSLING: Ja. In zekere zin jaag ik die ervaring nog steeds na. Lost River was een uitgelezen kans om enkele mensen terug te zien met wie ik al had samengewerkt en om wie ik geef. Het was zalig om samen met hen een film te maken die we zélf graag zouden willen zien.

Je vrouw Eva Mendes is een van die mensen. Liet ze zich door jou regisseren of ging het er hevig toe aan de keukentafel?

GOSLING: Ik heb alleen mensen ingehuurd die ik vertrouw. Mensen met een goed instinct die zich volledig geven. Die moet je niet regisseren. De belangrijkste taak van een regisseur is beslissen met welke ploeg hij zich omringt. Daarna – en dat heb ik geleerd van bijna alle regisseurs met wie ik heb samengewerkt – laat je die mensen hun job doen. Ze maken er méér van dan je ooit had durven te denken.

LOST RIVER

Vanaf 8/4 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Ryan Gosling : ‘IK HEB ME VOORAL LATEN INSPIREREN DOOR FILMS DIE ALS KIND EEN INDRUK OP ME HEBBEN NAGELATEN, ZOALS THE GOONIES, PURPLE RAIN – VOOR DE VIBE – OF THE SECRET OF NIMH.’

Ryan Gosling : ‘HOE GEK HET OOK KLINKT, IK HEB GELEERD DAT ER VEEL ACTEREN AAN REGISSEREN TE PAS KOMT: JE MOET DOEN ALSOF ALLES GOED GAAT TERWIJL HET PROBLEMEN REGENT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content