Het had helemaal anders kunnen lopen. Zeven bekende medemensen vertellen over het carrièrepad dat zich aanvankelijk voor hen uitstrekte. Tot het podium, het scherm of de tekentafel daar anders over besliste. Deze week: actrice en presentatrice Cara Van der Auwera.

‘Als kind wilde ik maar één ding: operazangeres worden. Alles moest bij mij wijken voor de muziek: ik ben vanaf mijn zevende naar de muziekschool gegaan en was heel perfectionistisch in wat ik deed, omdat ik echt de top wilde halen. Muziek was ook echt mijn uitlaatklep: sommige kinderen moeten gaan sporten als ze van school komen, bij mij was dat een uur zingen. Omdat mijn klasgenoten in de eerste jaren van de middelbare school geen affiniteit met klassieke muziek hadden, was ik het buitenbeentje op school, en dat heeft me onbewust ook gestimuleerd.

‘Achteraf bekeken ben ik misschien wel wat te vroeg begonnen als klassieke zangeres, want ik ben zodanig lang met dat éne ding bezig geweest dat ik het op mijn 22e echt kotsbeu was. Het toekomstbeeld dat ik als kind in mijn hoofd had, heeft er dus voor gezorgd dat ik uiteindelijk géén klassieke zangeres geworden ben.

‘Soms denk ik nog wel eens na over de vraag of ik wel genoeg talent had om het als professionele zangeres te maken. Want soms zijn de liefde en de passie voor een instrument niet genoeg, hé. In mijn jaar op het Antwerps conservatorium zat één witte raaf: Hendrickje Van Kerckhove. Zij stak er echt bovenuit en is ook uitgegroeid tot een internationale stem. Maar ook sopraan Elise Caluwaerts en pianist Lucas Blondeel zaten in mijn jaar: die zijn ondertussen ook professioneel bezig met waar ze toen voor gingen. Het kán dus, en ik denk ook wel dat ik een zeker talent had: ik had een mooi timbre. Maar technisch was er nog werk aan, en die techniek krijg je alleen maar door enorm veel discipline te tonen. Tijdens mijn laatste studiejaren was het mij toch wat te eng om alléén daar mee bezig te zijn, en ben ik naast de klassieke muziek dingen gaan opzoeken om mijn horizon te verbreden: ik ben toen voor een modellenbureau gaan werken, ik heb reclamespots gedaan, heb het acteren opgezocht… Ik denk dat ik uiteindelijk toch te weinig gefocust was om echt top te worden.

‘Na mijn kandidaturen en de eerste meestergraad aan het conservatorium ben ik nog wel aan het vierde jaar begonnen, maar toen combineerde ik de studie al met Spring, dat toen heel fel begon te boomen: we deden mee aan Eurosong en stevenden echt op ons hoogtepunt af. En ik vond het zalig om in een rockband voor kinderen te zitten. Uiteindelijk kon ik het niet meer opbrengen om nog klassiek te zingen en ging ik niet meer naar de les. Op een bepaald moment heb ik dan besloten dat het genoeg was en heb ik het roer helemaal omgegooid. En ik ben niet meer teruggegaan.

‘Op professioneel vlak ben ik een echt zondagskind: alles kwam zomaar op mijn weg. Ik had alleen maar te kiezen en ik heb altijd kunnen doen wat ik graag deed. Tot VT4 opeens eindigde. Toen heb ik wel even gedacht: zou ik niet weer klassiek gaan zingen, nu het misschien nog net kan? Maar dat zou een desillusie geworden zijn. Klassieke zang is topsport, je pikt niet zomaar even de draad weer op.

‘Toen ik voor Klara begon te presenteren, was de eerste reactie bij veel mensen die mijn achtergrond niet kenden: ?Huh? Wat gaat ze nu doen?” Terwijl voor mijzelf de cirkel net mooi rond is: ik ben weer helemaal bezig… met datgene waar ik mijn leven aan gewijd heb, en dat ik de afgelopen tien jaar erg gemist heb. Het is een liefde die nooit zal weggaan.’

VOLGENDE WEEK: GUI POLSPOEL

DOOR GEERT OP DE BEECK – FOTO KAAT PYPE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content