Met ‘The Piano’, ‘Portrait of a Lady’ en ‘Holy Smoke’ heeft de Nieuw-Zeelandse cineaste Jane Campion zich opgeworpen tot een van de vooraanstaande feministische filmmakers van deze tijd. Haar nieuwste film ‘In the Cut’ gaat over een seriemoordenaar, en roept nu al controverses op. ‘Ik heb graag dat er over mijn films gepraat wordt. Cinema is niet zomaar entertainment.’

In the Cut Vanaf 17/12 in de bioscoop

Volgens je set designer gaat ‘In the Cut’ helemaal over jouw eigen angsten en begeertes. Wat moeten we ons daarbij voorstellen?

Jane Campion: Je moet weten dat mijn werk per definitie dicht bij mij ligt. Toen ik een jaar of 28 was en nog aan de kunstschool zat, heb ik beseft dat ik enorm veel vrijheid kon krijgen, als ik me volledig toelegde op de kunst die ik op dat moment maakte in plaats van mezelf een beetje terug te houden. Ik besloot om de obsessies in mijn leven te verkennen via mijn kunst, en kort daarop ben ik films gaan draaien. Mijn films gingen soms over zaken die persoonlijker waren dan andere, maar het waren wel altijd onderwerpen die me volledig boeiden. In zekere zin kon ik via die onderwerpen mijn leven leiden. Mijn werk leverde me dus een ongekend gevoel van vrijheid op, met als gevolg dat ik me nooit gelukkiger voelde dan wanneer ik aan het werk was. Dat geldt absoluut ook voor In the Cut, hoewel het een tijdje geduurd heeft voor ik zag hoe dicht Frannie, het hoofdpersonage, bij mij lag.

Welke inzichten heeft de film je opgeleverd?

Campion: Ik ben heel lang bezig geweest met het script, de bewerking van het boek. Wat ik in die periode heb begrepen, is hoezeer Frannie en haar halfzus Pauline ontgoocheld en bevangen zijn door de westerse mythe van romantiek en liefde. Daar kon ik me perfect in herkennen. Je hebt een ideaalbeeld van de rol die romantiek en liefde zullen spelen in je leven en je projecteert die hoop op je partner. Maar die kan nooit aan dat ideaalbeeld beantwoorden! Bovendien is die partner zelf ook bezig met het ideaalbeeld dat hij van jou heeft en waar jij ook niet aan beantwoordt. Het enige wat die mythe oplevert, is een situatie waarin niemand gezien wordt als de persoon die hij of zij echt is. Met een ongelooflijke verwarring en ontgoocheling tot gevolg. Het was een openbaring voor mij om dat te doorgronden, om die knopen in mijn eigen leven te ontwarren.

Volgens je zus Anna loop je veel te hoog op met mannen. Hoe komt het dan dat de mannelijke personages in ‘In the Cut’ bijna allemaal ofwel roofdieren ofwel gestoord zijn?

Campion:(lacht) Het is waar dat Anna zegt dat ik onwerkelijke ideeën heb over romantiek en mannen, terwijl ik extreem realistisch bezig ben met mijn werk. Voor haar is het net het tegenovergestelde, zegt ze. Het enige waar mannen mee bezig zijn, is hun job, vindt ze. En wat andere mannen van hen denken. Dat is haar analyse, niet de mijne. (lacht) Wat de mannen in deze film betreft, mag je niet vergeten dat ik me op een bestaand boek baseer. Het zijn niet mijn mannen, voor zover ‘mijn’ mannen bestaan. Ik vind de mannelijke personages in dit verhaal heel specifiek en ook heel authentiek. Zeker de rechercheurs. Ik denk niet dat Susanna Moore ooit contact heeft opgenomen met een seriemoordenaar, maar ze heeft wel een jaar rondgetrokken met echte rechercheurs. Vandaar dat de dialogen van die kerels levensecht klinken. Dat heeft een politieagent mij ook bevestigd. Zo praten die mannen. Wat ik ook apprecieer bij sommige van die personages, niet allemaal, is dat ze geen bullshit dulden. Ze zijn wie ze zijn en ze zeggen wat ze denken. Ze draaien niet rond de pot. Dat vind ik heel verfrissend.

Maar de enige manier waarop ze met afwijzing omgaan, is met geweld.

Campion: Ze zijn niet bedoeld als ideale mannen. Ik ben het ook niet eens met hun gedrag. (lacht) Als je een verhaal schrijft, denk je niet aan ideale personages. Daar gaat het helemaal niet om in ons vak. Ik wil geloofwaardige personages creëren. In verhalen gedraagt niemand zich zoals het hoort.

Er zit een expliciete pijpscène in de film, die ongetwijfeld in sommige landen problemen zal opleveren. Waarom vond je die noodzakelijk?

Campion: Het is geen expliciete pijpscène omdat ik geen mannelijk geslachtsdeel in beeld breng. Wat je ziet, is een dildo. Als het echt lijkt, dan moet je de fabrikanten van die spullen feliciteren. (lacht) Ik zou nooit aan een actrice durven vragen om aan de pik van haar tegenspeler te zuigen. Dat is totaal ongepast. Als ik voor die scène kies, is het omdat niemand erdoor gekwetst wordt en omdat hij deel uitmaakt van ons verhaal. Dat moment is een keerpunt in de film. Daar begint het allemaal.

In the Cut is een volwassen film, nietwaar. De scène staat ook in het boek en ik heb altijd gevonden dat ik hem in elk geval moest draaien. Ik zou later wel zien of ik hem gebruikte of niet. Maar Alexandre de Franceschi, mijn Frans/Spaans/Italiaanse monteur, is dol op seks. (lacht) Als er zoveel expliciete seksualiteit in de film steekt, ligt dat voor een groot deel aan hem. ‘Komaan Jane’, zei hij constant. ‘We moeten het tonen. Dit is goed.’ Zonder zijn medewerking had ik de hoeveelheid seks waarschijnlijk teruggeschroefd. Maar dat moment was noodzakelijk voor het verhaal en het moest indruk maken. Frannie is niet frigide of preuts, maar ze heeft het fysieke deel van de liefde achter zich gelaten en daar wordt ze in die scène brutaal mee geconfronteerd. Zij ziet dat koppel bezig met orale seks en merkt dan dat de man haar ook gezien heeft, waardoor hij haar eigenlijk bij die seks betrekt. De meeste mensen, vooral vrouwen, zullen wel al zoiets meegemaakt hebben. Een exhibitionistische man of zo.

Waarom zeg je dat je minder had getoond zonder de inbreng van je monteur? Was het een kwestie van moed, of vind je het in principe erotischer om minder te tonen?

Campion: Ik vind het niet per definitie meer of minder erotisch. Alexandre heeft me gewoon dichter bij die scènes betrokken. Zo gaat dat als je een film maakt. Je moedigt elkaar aan om zo ver mogelijk te gaan. Dat is wat Alexandre ook heeft gedaan, op een positieve manier. Hij heeft minder scrupules dan ik. Zijn relatie met seks is volkomen ongecompliceerd. Hij is er dol op. (lacht) Hij praat er heel open en vrij over. Ik vond het geweldig om met een mannelijke monteerploeg te kunnen werken. Dat was een interessante ervaring. Ze wilden de seksscènes zo mooi en rauw mogelijk maken.

Hoe ben je bij Meg Ryan terechtgekomen? Ze is niet bepaald de eerste actrice aan wie je denkt bij dit soort scènes.

Campion: Zij is het die achter de rol aan is gegaan. Ze liet me weten dat ze weg was van het script en absoluut wou meedoen. Dat verraste me ook. Ik had er zelf nooit aan gedacht. Maar zo werkt het meestal. Acteurs weten meestal zelf waarnaar ze op zoek zijn en wat ze willen. Als jij laat weten met welk project je bezig bent, komen ze gewoonlijk naar jou. En als een bepaalde persoon geen contact heeft gezocht, wil dat over het algemeen zeggen dat hij of zij niet geïnteresseerd is. (lachje)

Welke kwaliteiten zag je dan die haar geschikt maakten voor deze rol?

Campion: Ik heb Meg altijd graag aan het werk gezien. Een tijdje geleden was ze in Australië en toen dacht ik al hoe leuk het zou zijn om haar op te bellen en voor te stellen om haar door mijn Sydney rond te leiden. Ze leek me iemand met wie ik goed zou kunnen opschieten, en die indruk werd bij deze film volledig bevestigd. Ze is op een diepe en onverschrokken manier nieuwsgierig naar de wereld. Wat de rol van Frannie betreft, was het zeker ook een voordeel dat ze journalistiek gestudeerd heeft aan de universiteit van New York. Ze kent die wereld dus voor een stuk. Net als haar personage houdt ze ook veel van woorden en van poëzie. Ze is geïnteresseerd in intimiteit en relaties, wat die dingen precies betekenen. En ze schrikt er niet voor terug om zonder franjes de waarheid te vertellen.

Haar haar heeft soms een rode gloed. Heb je dat met opzet gedaan? Er lopen vaak roodharige personages rond in je films.

Campion: Nee. Ik hou inderdaad van rood haar, maar daar was ik in dit geval niet op uit. Als Megs haar een beetje rood kleurt, is dat door de belichting die we gebruikt hebben en misschien ook omdat we de film in de herfst hebben gedraaid. Los daarvan is rood wel een belangrijke kleur in de film. Het is bijvoorbeeld geen toeval dat de vuurtoren rood is.

Je beeldt New York op een bijzondere manier af. Je brengt bijvoorbeeld veel Amerikaanse vlaggen in beeld.

Campion: Ik wou een New York dat eigen was aan onze film. Daar hebben we heel lang over nagedacht, want we konden er niet omheen dat New York nog steeds de gevolgen voelde van de tragedie van 11 september. Toen ik daar aankwam, was het een stad in rouw. De straten waren leeg in het deel van de stad waar wij wilden filmen, Tribeca en de East Village. Overal zag je vlaggen en kleine monumenten, hommages aan Ground Zero. We wisten bovendien dat Frannies wereld zich in New York zelf bevond, niet bij de bekende toeristische sites. Als je daar woont, heb je een heel ander beeld van de stad. De typische New Yorkse skyline zie je enkel als je buiten de stad bent, niet als je erin rondloopt. Ik wou geen donkere of gestileerde film. Haar flat is gebaseerd op het soort flats waar iemand als Frannie in zou wonen. De tuin die ze heeft, vind je ook hier en daar in de stad, waar mensen een inspanning hebben gedaan om de buurt wat vrolijker en lieflijker te maken. Ik wou niet dat Frannie compleet in de miserie leefde. (lacht) Ik wou laten zien dat ze wel degelijk een poging heeft gedaan om haar leven veilig en mooi te maken. De andere locaties hebben we gekozen op basis van onze ervaringen in New York, de ideeën die je krijgt als je daar een tijdje woont. De bloem in het begin bijvoorbeeld, of het afval. Mijn dochter zegt dat ze nooit meer naar New York terug wil. Ze vindt het een stortplaats. (lachje)

Ditis je eerste film in vier jaar; hij is anders dan je vorige films en tamelijk controversieel. Hoe belangrijk is ‘In the Cut’ voor je carrière, denk je?

Campion: Ik vind het goed als er veel over deze film gepraat wordt. In mijn ogen is het sterke cinema, goed gemaakt en goed geacteerd. Ik ben er echt trots op. Maar dat ben ik mezelf en de cinema in het algemeen ook verplicht. Als ik ooit zin heb gekregen om films te maken, is dat door de invloed van buitengewone cineasten die de controverse niet schuwden maar het medium gebruikten om over het leven te praten. Ik denk aan genieën zoals Fellini en Coppola en Scorsese. Zij zagen cinema niet zo-maar als entertainment. Voor hen kan een film veel meer. Als je door zulke mensen beïnvloed bent, wil je daar zelf ook je steentje toe bijdragen. Mijn ambities liggen hoger dan veilige middle of the road-cinema.

Volgens Holly Hunter ben je van plan om nu met semi-pensioen te gaan. Wat zijn je plannen dan wel?

Campion: Semi-pensioen? (lacht) Zo zou ik het niet omschrijven. Ik weet niet goed wat mijn plannen zijn, maar het staat wel vast dat ik minstens de volgende vier jaar geen films meer maak. Nu zijn er andere dingen in mijn leven waaraan ik mijn tijd wil besteden. Ik wil bijvoorbeeld meer bij mijn dochter zijn. Ik combineer nu al twee fulltime jobs door haar voornaamste ouder te zijn en tegelijk films te schrijven en te regisseren. Ik vind het fantastisch werk, maar het slorpt zoveel van je tijd en je energie op. Als je op de set staat, kan je niks anders doen. Nu wil ik me dus een tijdje op mijn ouderschap concentreren. Ik ben er nu al mee begonnen en het gaat geweldig goed. (lacht)

Jane Campion maakt indruk op de mensen met wie ze samenwerkt. Vraag dat bijvoorbeeld maar eens aan Holly Hunter, die de hoofdrol speelde in The Piano. ‘Ik zou dolgraag nog eens met Jane samenwerken’, zegt ze zuchtend. ‘Ik heb haar zelfs al gevraagd of ze iets heeft voor mij, maar het zal blijkbaar niet voor meteen zijn. Jane is van plan om half met pensioen te gaan.’ Harvey Keitel, die in The Piano en Holy Smoke acteerde, noemt Campion een godin, terwijl Sam Neill al liet verstaan dat hij zelfs de derde Maori van links zou spelen voor haar. Waarom wordt de Nieuw-Zeelandse cineaste zo op handen gedragen door haar acteurs en medewerkers? Campion is een van die uitzonderlijke filmmakers die hun onmiskenbare stempel drukken op alles wat ze doen. Je kan van haar stijl houden of niet (wij zijn er nog altijd niet uit wat we van Holy Smoke moeten denken), maar je kan onmogelijk ontkennen dat ze een unieke stem heeft. Om het met een Frans label te benoemen: ze is een auteur.

Eigenlijk vind je de stijl en thematiek die Campion door haar carrière zou verkennen al terug in het 9 minuten durende studentenfilmpje Peel, dat ze in 1982 maakte. Daarin zie je hoe een vader, een moeder en hun onuitstaanbare zoontje op vakantie zijn. De vader begint zich steeds kwader te maken op de zoon omdat die sinaasappelschillen uit het raam van de wagen blijft gooien. Het filmpje eindigt ermee dat pa en zoon uit de wagen gesloten worden door ma, die het mannelijke gekibbel kotsbeu is. In Campions films gaat het altijd om vrouwen die in aanvaring komen met een door mannen gedomineerde wereld en met de regels waaraan ze zich moeten houden. Geen wonder dat ze al snel het etiket ‘feministische filmmaker’ kreeg. Goed, dat heeft ze ook een beetje in de hand gewerkt, want naar eigen zeggen zou ze nooit een verhaal kunnen vertellen waarin een man de hoofdrol speelt.

Campion doet niks liever dan de clichés over het vrouwzijn en de machtsverhoudingen tussen de twee geslachten overhoopgooien. Vooral onze ideeën over liefde, romantiek en seksualiteit moeten het vaak ontgelden. In haar langspeeldebuut Sweetie steelt een meisje het lief van een vriendin omdat ze in theeblaadjes heeft gelezen dat hij de Ware is. In An Angel at My Table toont ze hoe schrijfster Janet Frame lang voor schizofreen werd aangezien, omdat ze zo’n ongewone visie op de wereld had. Ada, de hoofdfiguur in The Piano, voelt zich zo ingesnoerd door de sociale regels van het 19e-eeuwse Schotland, dat ze enkel uitdrukking kan geven aan haar emoties via haar piano. In Portrait of a Lady verliest een vrouw haar mentale vrijheid als ze een fortuin erft. En in Holy Smoke vecht een jonge vrouw die lid is geworden van een sekte een bizarre machtsstrijd uit met de psycholoog die haar moet ontnuchteren.

In the Cut, Campions nieuwe film, mag dan gebaseerd zijn op een roman (van Susanna Moore), hij ligt perfect in het verlengde van haar vorige werk. Ook hier gaat het weer om een vrouw die overhoopligt met haar liefdesleven en met de rol die ze geacht wordt te spelen in de wereld. De vrouw heet ditmaal Frannie (gespeeld door Meg Ryan), en is een professor literatuur in New York die in de ban raakt van een charismatische rechercheur die op zoek is naar een seriemoordenaar. Het klinkt meer Hollywood dan we van Campion gewoon zijn, maar je begrijpt al snel waarom dit verhaal haar interesseerde.

Door Ruben Nollet

‘Ik vond het geweldig om met een mannelijke monteerploeg te werken. Interessant ook. Ze wilden de seksscènes zo mooi en rauw mogelijk maken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content