Cassandra Wilson trok voor haar jongste plaat ‘Belly of the Sun’ naar een station in de Mississippi-delta en sloot er een pact met de bluesduivels. Volgende week laat ze zien wat die deal haar heeft opgeleverd.

belly of the sun, Uit bij Blue Note. In concert: 15/7 om 20.00 in het Openluchttheater Rivierenhof in Deurne. Info en tickets: tel. 070 22 21 92

1943, de Mississippi-delta. Opeengepakt tussen een koffer en een gitaar zit blueszanger Muddy Waters in de treinwagon. Naar Chicago zou hij gaan, weg van het beulenwerk op de Stovall Plantation hier even buiten Clarksdale. Weg van de plaatselijke juke joint, waar zijn carrière bleef steken bij enkele opnames voor folklorejager Alan Lomax en zijn kliek van Library of Congress. Weg van dit smorend hete station.

2003. Cassandra Wilson (47) stapt het station van Clarksdale binnen. Haar stem galmt tot aan de loketten: ‘Now when the Lord gets ready, you gotta move’. En verhuizen zou ze. Hier zou ze haar nieuwe plaat, Belly of the Sun, opnemen. Weg van de grote studio’s. Weg van het verstikkende New York dat ze indertijd voor Mississippi had ingeruild. Weg van de jazzers die zich te goed voelen om blues te spelen. ‘Kom mij niet vertellen dat die muziek te gemeen of te makkelijk is. Die songs zijn onpeilbaar diep. Zijn de akkoorden te simpel? Verander ze dan. Ella Fitzgerald wist toch ook hoe ze van een kinderrijmpje als A Tisket a Tasket een standard kon maken?’

U hebt het zich wel erg moeilijk gemaakt door deze plaat op te nemen in een treindepot in Mississippi. Het klinkt natuurlijk erg bluesy, maar wat was er zo mis aan een studio in New York?

Cassandra Wilson: Ik moet mezelf de duvel aandoen. Alleen zo kan ik zoeken naar de kleine ruimtes tussen de muziek. Als je dat probeert in een studio in een stad, met al de bijhorende verleidingen, dan wordt het al snel steriel. Dat we uiteindelijk in Clarksdale, Mississippi, zijn uitgekomen, was puur toeval. Oorspronkelijk wou ik de plaat daar opnemen in de club van (acteur) Morgan Freeman, maar de akoestiek bleek niet goed. Een plaatselijke gitarist trok me weg van mijn lunch met Morgan en bracht me naar het station. En we zijn er gebleven. ‘Steriel’ is wel het laatste wat je daarvan kon zeggen. (lacht) Na vijf dagen werden we eruit gegooid voor een trouwerij. Toen zijn we naar een goederenwagon verhuisd. Alles klopte. De spirit of the times zat erin.

De plaat ademt de hitte van Muddy Waters uit, die in ‘Louisiana Blues’ zong: ‘I’m going down to Louisiana. Honey, behind the sun’.

Wilson: Meen je dat? Fantastisch! Honey, behind the sun? Waarom heb ik dat niet verzonnen? Mijn titel komt van een Yoyoba-vertaling van het nummer Only a Dream in Rio. Dat staat natuurlijk mijlenver van de blues, maar beelden als ‘de buik van de zon’ werken nu eenmaal goed bij wat wij probeerden te doen.

U bent een van de weinige jazz-zangeressen die nog nadrukkelijk naar de blues teruggrijpen. Voelt u zich meer verwant met Bessie Smith en Ma Rainey dan met Ella Fitzgerald en Sarah Vaughan?

Wilson: Eigenlijk heb ik geen voorkeur. Iemand als Billie Holiday hield perfect het midden tussen al die grote namen, en dat probeer ik ook. Ik heb de afgelopen jaren ontzettend veel naar Miles Davis geluisterd en daardoor ben ik zuiniger geworden. Ik probeer mijn noten te proeven, zo lang mogelijk.

Oorspronkelijk moest ‘Belly of the Sun’ een volledig bluesalbum worden, maar er zijn nogal wat pop- en Braziliaanse invloeden in geslopen. Waarom?

Wilson: Bij het begin van een project hou ik alle mogelijkheden open en ga ik op zoek naar wat mijn favoriete stijlen bindt. En dat hoeft niet per se het Great American Songbook te zijn; The Weight van The Band, Shelter from the Storm van Bob Dylan of een eigen nummer kunnen even goed. Je gaat me toch niet vertellen dat in de afgelopen vijftig jaar geen enkele behoorlijke song is geschreven? Het is net heel bevrijdend om af en toe eens buiten het afgebakende territorium te rennen. Weet je, op den duur heb je die viervierdemaat op die cimbaal zo vaak gehoord dat je denkt dat dát jazz is. Vergeet het. Het gaat om de kunst van het improviseren, je moet kunnen swingen en – vooral – je moet de blues voelen.

Door Bart Cornand

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content