de nieuwe van Novastar doet het relaas van vier maffe jaren: NA HET OVERDONDERENDE SUCCES VAN ZIJN DEBUUT MOCHT Joost Zweegers op tournee met zijn held Neil Young, zocht HIJ vergeefs het geluk in New York en zag HIJ een relatie op de klippen lopen.

ANOTHER LONELY SOUL, NU UIT BIJ WARNER

Akkoord de muziekindustrie zit in een diepe crisis sinds de opmars van het illegaal kopiëren en downloaden van muziek. Maar om muziekjournalisten te verdenken van medeplichtigheid aan de hele zwendel, dat gaat ons een stap te ver. Hoe anders verklaart u het wantrouwen waarmee in dit geval platenmaatschappij Warner ons bejegent op de vooravond van de release van de nieuwe Novastar. Is een interview met Joost Zweegers mogelijk? Uiteraard, maar onder strikte voorwaarden: geen publicatie voor een bepaalde datum én mogelijkheid om het interview na te lezen en eventueel te verbeteren. Of we de plaat op voorhand kunnen beluisteren? Natuurlijk, maar alleen op de dag van het interview zelf in een bureautje bij Warner, want het album mag onder geen beding de deur van de kantoren uit. Bovendien zullen wij vriendelijk verzocht worden om onze taperecorder, waarop we ons gesprek met Joost Zweegers zullen vastleggen, vóór we het kamertje zullen binnenstappen, aan de persverantwoordelijke af te geven. Alsof wij het in ons hoofd zouden halen om een amateuristische kopie van de cd te maken. De paranoia kent geen grenzen meer. Zouden de werknemers van Warner ’s avonds gefouilleerd worden voor ze naar huis gaan?

Ons protest verandert niks aan de zaak. Sommige collega’s haken af, weigeren een interview met Zweegers te publiceren en leggen aan hun lezers uitvoerig uit waarom ze tot die beslissing zijn overgegaan. Omdat Zweegers toch een van de meest interessante artiesten is in dit kleine land en omdat zijn verhaal sowieso interessanter is dan dat van zijn platenmaatschappij, voel ik er meer voor om – ondanks alle hierboven geformuleerde bedenkingen – niet in die al bij al zinloze boycot mee te stappen. Het gaat tenslotte om de muziek. En die is, gelukkig, zeer goed.

Another Lonely Soul was weer het resultaat van een zware bevalling. Niet alleen werkte het succes van debuut Novastar – 75.000 exemplaren in België verkocht, 7 weken op nummer één in de Ultratop Albumlijst – verlammend. Zweegers botste ook pas na enkele omzwervingen op de juiste sparring partner. Piet ‘Ozark Henry’ Goddaer heette de reddende engel. Dat hij een hand had in Another Lonely Soul is duidelijk te horen aan de filmische arrangementen. Twee van onze grootste popcompositietalenten komen op de plaat tot een symbiose. Het resultaat is een breekbare plaat, over een gebroken hart.

Het scenario van de eerste plaat heeft zich herhaald. Je bent eerst een tijdje op de dool geweest alvorens op het juiste spoor te komen. Hoort het zo voor jou?

Zweegers: Je zou het bijna gaan denken. Door het Artist & Repertoire Management van Warners Amerikaanse hoofdzetel werd ik naar New York uitgenodigd om me daar te introduceren en er een tijdje te werken. Ik vond het te gek dat ik die kans kreeg, heb meteen ja gezegd, begon aan een pendeltocht heen en weer naar New York en stond open voor alle voorstellen. Ik werd eerst gekoppeld aan andere songschrijvers, de ene al interessanter dan de andere, maar gaandeweg werd ik een richting uit geduwd die ik niet zag zitten. Ik blokkeerde creatief. De muziek die er ontstond, miste een ziel, en dat is voor mij net de essentie. Omdat het me te veel werd om het spel nog mee te spelen ben ik teruggekeerd. Intussen had ik Piet Goddaer ontmoet. Ik deed hem mijn verhaal over New York en hij begreep me volkomen. Ik merkte dat we op dezelfde golflengte zaten. Daar is niet alleen een mooie vriendschap uit gegroeid, maar ook de productie van Another Lonely Soul. Piet heeft me in zekere zin gered. Na dat frustrerende Amerikaanse avontuur had ik zin om met de muziek te kappen. Ik was het noorden kwijt; totaal in verwarring en uitgeput. Hij heeft me erover heen geholpen en me ervan overtuigd door te zetten. We hebben samen het album afgewerkt. Ik stelde me daarbij heel open en bloot op, met een eerlijke en emotionele plaat als gevolg. Via omwegen ben ik er dus achter gekomen dat ik hier nog altijd het best af ben. Ik had de cultuurshock totaal onderschat. In het begin is Amerika imposant, maar na verloop van tijd zie je in dat ze daar vooral veel lucht verkopen.

Twee jaar geleden reisden Piet en jij voor Artsen Zonder Grenzen naar Zuid-Afrika. Is het die trip die jullie heeft samengebracht?

Zweegers: Nee. Al hebben we elkaar daar nog beter leren kennen. Het zat zo: ik was wild van zijn tweede album, This Last Warm Solitude. Toen ik later op theatertournee ging, coverde ik Sweet Instigator akoestisch. Dat wekte Piet z’n belangstelling. Hij is op een avond komen kijken. Na afloop praatten we wat na, en het klikte meteen. Ik ben hem nadien in Kortrijk gaan opzoeken en we hebben ons vrij snel samen aan het schrijven gezet. Hij leeft en werkt in Kortrijk op zijn eilandje, zoals ik in Antwerpen op mijn eilandje zit.

Wat bindt jullie nog meer?

Zweegers: Los van de vriendschap? We delen dezelfde strijd: we hebben enerzijds een grote drang naar perfectie, anderzijds waken we erover dat onze muziek zijn puurheid en emotie niet verliest. De zoektocht naar dat evenwicht: dat hebben we gemeen. We berusten nooit. Vanaf het moment dat we de koppen bij elkaar staken voor Another Lonely Soul hebben we een hoog tempo aangehouden. Ik apprecieer het dat Piet bijzonder snel werkt. Geen gedraal: daar hou ik wel van. De productie van Novastar was in vergelijking een hel. Deze keer heb ik me tijdens de opnames geen moment slecht gevoeld, ondanks het feit dat ik toch mijn ziel blootlegde. Er was een positieve vibe.

Een verschil tussen jullie is dat Piet gerust in zijn dooie eentje een plaat kan maken. Jij bent te eigenwijs om in een groep te functioneren en andere ego’s te dulden, maar tegelijk te rusteloos om zonder klankbord te kunnen.

Zweegers: Dat klopt. Ik heb een klankbord nodig om mijn muziek naar een hoger niveau te verheffen. Tegelijk laat ik moeilijk mensen in mijn trip toe. Ik moet véél hebben aan mensen met wie ik in zee ga. Het zit zo: als iemand me verbaast door wat hij aan mijn muziek toevoegt, wil ik hém op mijn beurt verbazen. Dat veronderstelt dan wel dat we helemaal op dezelfde lijn zitten. De complementariteit die Piet en ik hebben: daar heb ik altijd naar verlangd. Ik wil ons niet met hen vergelijken, maar als duo haalden Lennon & McCartney ook een hoger niveau dan ze elk afzonderlijk wisten te bereiken. Ze vulden elkaar aan, verrijkten elkaar, en dat was net het mooie. Piet is de eerste aan wie ik mijn muzikale ziel durf toe te vertrouwen. Er was nooit ruzie tijdens het productieproces. Dat is heel uitzonderlijk.

Zelf ben je ook een paar keer ingesprongen bij andere bands. Tom Helsen en Venus In Flames konden zo op je medewerking rekenen.

Zweegers: Ja, maar geen tweede keer meer. Kijk, de kern van zo’n samenwerking is dat ik door de muziek gepakt word. Alleen daarom heb ik ze een duw in de rug gegeven en dat had ik tegenover hen ook heel duidelijk gesteld. Ik had ze dan ook gevraagd om er niet mee uit te pakken. In beide gevallen hield ik er een zware kater aan over, want achteraf zag ik toch verhalen in de pers opduiken die de indruk wekten dat ze er de naam Joost Zweegers op wilden plakken om meer effect te sorteren. Daar walg ik van. Dan denk ik: het hoeft voor mij niet meer.

Bij Novastar spelen, is geen vrijblijvende job. Je bent zeer veeleisend voor je muzikanten, maar ze krijgen daar wel het een en ander voor in ruil. Yannick Uyttenhove, bassist op je debuutalbum en nu actief bij Skitsoy, liet verstaan dat hij een enorme injectie van muzikale energie heeft gekregen door zijn ontmoeting met jou.

Zweegers: Ik ben niet de makkelijkste mens om mee samen te werken. Dat besef ik maar al te goed. Ik moet heel veel van de andere muzikanten krijgen. Daar drijf ik op. Ofwel werk ik helemaal alleen, ofwel heb ik mensen met ondernemingsdrang rond me nodig. Dat Yannick zegt veel van me geleerd te hebben, is mooi. Dat komt door het fanatisme. Hij is net als ik een assertief iemand. Ik hou van dat soort mensen. Daar kom je mee vooruit. Blijkbaar is Yannick zodanig door mijn beleving meegesleurd dat hij zelf intenser is gaan spelen. Ik geef niet enkel anderen een drive, ik moet die ook van hen krijgen. Dat doet mijn motor aanslaan. Trouwens, Yannicks energie heeft mij enorm geholpen toen ik, na het Amerikaanse verhaal, in de put zat. Ik ben hem dus even dankbaar als hij mij. Hij en Piet: dat zijn de twee die mij terug on the road hebben gezet.

De titel ‘Another Lonely Soul’ spreekt boekdelen. Is de plaat autobiografisch?

Zweegers: Ja. Het is een afscheidsplaat. Ze is specifiek naar één persoon toe geschreven: het meisje waar ik een hele tijd mee samen ben geweest. Die titel Another Lonely Soul slaat op mezelf én op haar. Als ik haar zie, denk ik ook: daar heb je de zoveelste eenzame ziel. Ik heb bijna medelijden met haar. Het komt altijd weer op hetzelfde neer: omdat ik zo hard in de muziek opga, ben ik er nooit voor de ander. Dus breekt de relatie af, schrijf ik daar nummers over en kom ik zodoende weer in die egoïstische trip terecht. Ik ben blij met mijn eenzaamheid, maar tegelijk vind ik ze zielig. Toch is Another Lonely Soul géén depressieve plaat. Ik zie altijd wel een lichtpuntje.

In de song ‘Rome’ zit verdriet, maar ook een vreemd soort euforie.

Zweegers: Inderdaad. Ik zeg in dat nummer dat ik haar niet kan vergeten en niet anders kan dan aan haar denken, maar toch zing ik in het refrein: don’t get me wrong, mijn vrijheid groeit en daar voel ik me goed bij.

Stond je erbij stil hoe je ex zou reageren wanneer ze de nummers zou horen?

Zweegers: Ja, ik stond daar bij stil. Bij het inzingen, kon ik moeiteloos opnieuw de emoties oproepen die aan de grondslag lagen van de songs, al waren we intussen al een jaar uit elkaar.

Is de plaat bij haar overgekomen zoals je gehoopt had?

Zweegers: Ja. Ik heb van meet af aan open kaart gespeeld. Vóór de opnames begonnen, had ik haar al gezegd: dit zal jouw afscheidsplaat worden. Ze heeft de plaat ook op voorhand gehoord. Sterker nog, ze zingt mee op opener Lend Me Love. De plaat is voor haar én ze droeg er haar steentje toe bij: dat is toch te gek? Dat ik me op het album tot mijn ex-vriendin richt, heeft uiteraard te maken met de lange relatie die we achter de rug hebben, maar ook met alles wat me als mens in die periode is overkomen. Ik kende mijn doorbraak en kreeg een hoop aandacht. Omdat je continu schouderklopjes krijgt, ga je denken dat je alles aan kunt en verlies je jezelf op een gegeven moment. Alles wat invloed op mijn leven heeft gehad, zit in die plaat.

Kan je nu makkelijker met verdriet om dan vroeger?

Zweegers: Ja. Denk ik. ( lacht) Ik kan mijn gevoelens beter kanaliseren. Ik slaag er ook in om me meer af te schermen van het circus dat de muziekwereld toch is, waardoor ik privé rustiger ben geworden. Ondanks mijn impulsieve natuur kan ik nu beter met mijn emoties om. Die ommekeer was nodig. In New York heb ik zoveel gegeven en in verhouding zo weinig teruggekregen dat ik op den duur helemaal leeg was. Dat houdt geen mens vol. Ik heb té zot geleefd en ben er in mijn fanatisme té fel voor willen gaan.

Zo’n zes jaar geleden was je op een bepaald moment zo down dat je weer bij je ouders ging wonen, nauwelijks je slaapkamer uit kwam en enkel nog troost vond in ‘Adore’ van Smashing Pumpkins. Zou zoiets je nu nog kunnen overkomen?

Zweegers: Zeg nooit nooit, maar ik wapen me vandaag beter. Ik ben op sommige vlakken harder geworden. Ik maak me minder druk. Ik hou me enkel nog bezig met mijn eigen problemen en kicks, en met die van mijn beste vrienden. Ik laat me niet meer zot draaien. Kijk, ik zal altijd een melancholisch persoon blijven. Een gevoelsmens. Ik zal me het persoonlijk leed in mijn directe omgeving altijd aantrekken. Dat is mijn natuur. Ik zal ook een vaak té druk en assertief mens blijven. Dat wéét ik. Er is echter niks zo gezond als jezelf kennen.

Toen met de eerste plaat de hel losbrak, vertelde je dat je slechts tien procent van alle aanvragen aannam. Wat is het vreemdste voorstel dat je gekregen hebt?

Zweegers: Pff, er zijn er zoveel geweest. We hebben vaak genoeg moeten lachen. Om er eentje uit te pikken: op een gegeven moment claimde iemand die met mij op de kleuterschool had gezeten, beste vrienden met me te zijn. Bleek dat hij me al min of meer geboekt had voor zijn bruiloft. Mijn management speelde me zijn aanvraag door, maar ik kon me bijgod niet meer herinneren wie hij was. Uiteindelijk heb ik mijn licht opgestoken bij een bevriende familie in mijn hometown Neerpelt, mensen bij wie ik altijd langs ga wanneer ik nog eens op de Hoge Hei kom. Bovendien was de vrouw des huizes destijds turnjuf op de school waar ik zat. Zij moest dus meer weten. En ja, het bleek een jongen te zijn met wie ik in de kleuterklas heb gezeten. Het is bizar dat zo iemand na zovele jaren plots weer contact opneemt. Mensen geven ook niet af. Ze blijven aandringen. Ik draai niet graag mee in die mallemolen. Nu nog minder dan bij mijn debuut.

In 2001 trok je met Neil Young op Europese tournee. Dat klinkt heel romantisch, maar is het dat ook?

Zweegers: In zekere zin wel. Dat ik een fan ben van zijn muziek maakte het best spannend. Ik vond het romantisch dat ik elk concert van zo dichtbij heb kunnen beleven. Ik kon haast zijn adem ruiken als hij zong. Zeventien minuten lang kippenvel krijgen van Like A Hurricane, even achter het harmonium zitten waarop hij Long May You Run speelde: dat ik dat heb mogen meemaken, is ongelooflijk. Mocht het me nu opnieuw overkomen, dan zou ik er trouwens nog méér van proberen te genieten. Zijn recente solo-concert in de Koningin Elisabethzaal was een zware teleurstelling, maar op de vorige tournee was elke noot die hij speelde puur. In mijn ogen heeft Young een aureool boven zijn hoofd hangen. Ik heb al meer grote artiesten ontmoet, maar bij hem had ik heel sterk het gevoel dat hij echt een speciale man is. Zonder hem te willen adoreren, hoor. Al was ik de eerste dagen best wel zenuwachtig. Ondanks zijn leeftijd ( Young is 59, pvd) heeft hij de ogen van een twaalfjarige. Hij zei altijd heel vriendelijk goeiedag, maar sprak verder tegen niemand. Als hij buiten ging, zette hij altijd een zonnebril op. Hij sloot zich helemaal af. Pas op, ik denk niet dat Young bewust een soort mystiek creëert. Misschien zal mijn fantasie het beeld dat ik van hem heb wat bijkleuren, dat kan – ik heb vijf jaar lang enkel Harvest op mijn zolderkamer gedraaid; daardoor ben ik trouwens zelf akoestisch gaan spelen. Maar toch was het raar om vast te stellen dat hij zelfs met de leden van zijn band Crazy Horse nauwelijks optrok. Dat zijn overigens totaal andere figuren: die mannen zien eruit als afgekickte dronkelappen. By the way: is het je al opgevallen dat geen enkele Amerikaan nog drinkt en vlees eet. Het zijn plots allemaal gezondheidsfreaks geworden.

Het is een eer om het voorprogramma van Neil Young te verzorgen. Word je er ook echt beter van?

Zweegers: Neen, natuurlijk niet. Ik ken eerlijk gezegd geen enkele Belgische groep die van een buitenlandse tournee beter is geworden. Er wordt hier trouwens te vaak te veel poeha verkocht rond het vermeende internationale succes van sommigen. Veel zoden zet het doorgaans niet aan de dijk, en het kost handenvol geld: dat is absoluut niét romantisch. Het is natuurlijk leuk om te doen. Je kan keihard toeren, maar er moet een perfecte organisatie achter zitten, wil je het doen lukken. Je mag over de grens zoveel shows spelen als je wilt, als je plaat daar niet in de winkel ligt, zal geen haan ernaar kraaien. Dat is de realiteit. Nu is het zelfs nog moeilijker dan enkele jaren geleden. Wat niet wegneemt dat je zo’n kans moet grijpen als ze zich aanbiedt.

Van de drie Belgische acts die vijf jaar geleden bij Warner tekenden – Zita Swoon, An Pierlé en Novastar -, ben jij de enige die nog een volwaardig contract heeft.

Zweegers: Ik heb ook veruit het meest verkocht. Dat speelt een grote rol, hoe je het ook draait of keert. Ik prijs mezelf gelukkig dat mijn label achter me staat. Toegegeven, ik heb er een tijdje mee overhoopgelegen, omdat ik vond dat een single als Wrong internationaal te weinig steun kreeg. Dat had overal een radiohit geweest kunnen zijn. Nee, ik zit heel goed in deze barre tijden voor de muziekindustrie.

Peter Van Dyck

‘Even achter het harmonium zitten waarop Neil Young ‘Long May You Run’ speelde:dat ik dat heb mogen meemaken,is ongelooflijk.”Dit is een afscheidsplaat.Ik heb ze voor mijn ex geschreven.Ze wist dat ook. Sterker nog:ze heeft er zelf aan meegewerkt. Te gek, toch?’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content