‘IK HEB ALLE HOLLYWOODCLICHÉS OMARMD’

NICOLAS REFN (rechts), met RYAN GOSLING. 'De bemoeizieke geldwolven waarover je altijd hoort, ben ik nog niet tegengekomen.'

Met brutale machismokritieken als de Pusher-trilogie, Bronson en Valhalla Rising zette de Deense regisseur Nicolas Winding Refn zichzelf op de kaart als arthouseprovocateur. Zijn eerste Hollywoodproject Drive betekent het begin van een nieuw hoofdstuk. ‘Een zoveelste obscuur project zei me niets.’

Van de geëlektrocuteerde tepels uit Pusher (1996) over de gewurgde pedofiel uit Bronson (2008) tot de oogbal etende Vikings uit Valhalla Rising (2010): Deens filmmaker Nicolas Winding Refn kijkt niet op een choquerende scène meer of minder. Toch zijn z’n films geen hersenloze geweldorgieën: de brutaliteiten gaan altijd gepaard met een uitgekiende beeldvoering, artistieke verwijzingen en intelligente bedenkingen over haantjesgedrag. Voor Drive kreeg hij in Cannes de Prijs voor de Beste Regisseur. Intussen hebben de studiobonzen van Warner Bros. hem nog de regie van de remake van sciencefictionklassieker Logan’s Run toevertrouwd.

‘Toen Ryan me vroeg of ik Drive wilde regisseren, heb ik meteen toegehapt’, vertelt Refn in Cannes. ‘Ik was in de ban geraakt van de sprookjes van de gebroeders Grimm toen ik die aan mijn dochter voorlas. Een te letterlijke bewerking interesseerde me niet. De kans dat je op een derderangse The Lord of the Rings-kloon uitkomt, is te groot. Maar Drive was het perfecte project om met allerlei sprookjeselementen te larderen.’

Je vorige prenten waren erg Europese – lees: kunstzinnige – films. Hoe sta je tegenover Amerikaanse cinema?

REFN: Ik aanbid Amerikaanse films, alleen zijn ze pas op hun best als je er een vleugje Europese gevoeligheid aan toevoegt. Zo waren de interessantste filmmakers in het Hollywood van de jaren 20 en 30 Europese immigranten als F.W. Murnau, Fritz Lang en Billy Wilder. Wist je trouwens dat de geschiedenis zich herhaalt? Bullit is het resultaat van Steve McQueens wens om met Brits cineast Peter Yates samen te werken. En Lee Marvin wilde Point Blank alleen maken met de Britse regisseur John Boorman.

Kon je goed aarden in Hollywood?

REFN: Tijdens de productie van mijn vorige films stelde ik me als een ‘one man army’ op. Alleen op die manier breng je zulke lowbudgetondernemingen tot een goed einde. Deze keer verliep alles veel vlotter. Niet alleen ontstond er een unieke band tussen Ryan en mezelf, zelfs de producers bleken behulpzaam. De bemoeizieke geldwolven waarover je altijd hoort, ben ik – nog – niet tegengekomen.

Klaar dan voor de grote verhuis?

REFN: Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt! Mijn Hollywoodervaring is achter de rug, dankjewel. Ik heb er met volle teugen van genoten omdat ik werkelijk elk cliché omarmd heb: ik verbleef in een gigantisch huis met een zwembad en een sinaasappelboom. Ik heb de mythe geleefd, nu kan ik verder.

Je zal toch moeten terugkeren voor de opnames van ‘Logan’s Run’.

REFN: Wat werk betreft, maakt het mij niet uit waar ik ben. Het enige wat me dan interesseert, is de film. Maar mijn vrije tijd in L.A. doorbrengen? Geen sprake van.

Hoe staat het met de voorbereidingen van ‘Logan’s Run’?

REFN: Ik zal liters water bij de wijn moeten doen, en dat begrijp ik. Warner Bros. ziet deze film als het begin van een lucratieve franchise en kan me dus moeilijk veel speelruimte geven.

Ben je zeker dat je aan zo’n megaproductie wil beginnen?

REFN: Het is zoals kinderen krijgen: je weet pas of je er klaar voor bent wanneer het te laat is. Ik heb lang getwijfeld, hoor. Toch vond ik dat ik het erop moest wagen. Na Valhalla Rising voelde ik me uitgeblust, aan een zoveelste obscuur arthouseproject beginnen, zei me niets. Het was tijd om het over een andere boeg te gooien.

Tot slot nog even over de opmerkelijke score van ‘Drive’: hoe maakte je aan componist Cliff Martinez duidelijk wat je wilde?

REFN: Eén ding stond vast: Drive zou niet de zoveelste wagenprent vol rock-‘n-rollklassiekers worden. Ik vertelde Cliff dat er allerlei primitieve mechanische geluiden door mijn brein zweefden – dingen in de trant van het vroege Kraftwerk. Interessant aan zulke beats en bleeps is het feit dat ze tegelijkertijd retro en tijdloos klinken. Dat dubbele gevoel past perfect bij de sfeer van de film.

DOOR STEVEN TUFFIN

‘Geen haar op mijn hoofd dat eraan denkt naar L.A. te verhuizen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content