‘IK HAD NOCHTANS GEZWOREN: NOOIT MEER OORLOG’

In de driedelige special Ten oorlog: onder Vlaamse velden volgt Arnout Hauben een team van archeologen in de buurt van het West-Vlaamse Langemark, waar een gaspijplijn wordt aangelegd die dwars door de belangrijkste frontlijnen van WO I loopt. Met indrukwekkende dronebeelden van die lap oorlogsgrond.

‘Nochtans had ik gezworen: nooit meer oorlog voor mij’, aldus Arnout Hauben, al aan zijn derde Ten oorlog-reeks toe. ‘Ik was er klaar mee, na vier jaar uitsluitend Ten oorlog te hebben gemaakt. Ik was ook bezig met een nieuw humaninterestprogramma over vergeten Belgen, toen ik plots een telefoontje kreeg van archeoloog Simon Verdegem, over die opgravingen in Langemark. Ik heb meteen alles omgegooid. Ik dacht: ik moet terug naar de Westhoek.’

Een programma over archeologie in prime time: mogen we dat gedurfd noemen?

ARNOUT HAUBEN: Ik vind het wel stoer, ja. Opgravingen over WO I zijn trouwens nog maar een jong fenomeen. Voordien waren die weggelegd voor halve avonturiers, grafschenners, amateurs. Dat is nu veranderd.

Er ging geen dag voorbij dat we niets vonden onder die Vlaamse klei. In de eerste week troffen we al negen lichamen aan, allemaal gesneuveld bij een gasaanval. Dat hakt er wel stevig in. En dat is maar één klein stukje. Je weet: als we dertig meter hadden gegraven, hadden we misschien veertig lichamen bovengehaald. In de Westhoek liggen misschien tegen de 200.000 skeletten die niet geïdentificeerd zijn. Een heel leger dus. Het is pas als je je schop in de grond steekt, dat het slagveld weer opdoemt voor je ogen, en dat je begrijpt wat de impact daarvan was. Bovendien, dat botmateriaal is nog recent – dat zijn geen farao’s of Romeinen, hè. Hoe blijf je respectvol? Dat was een issue. Duitsers schijnen het minder moeilijk te hebben met het tonen van botmateriaal dan Britten.

Zijn er geen risico’s aan verbonden? Er moet maar eens een verroeste bom ontploffen.

HAUBEN: We hebben meer dan tien ton bommateriaal uit de grond gehaald. Veel van die gasbommen zitten op het einde van hun verroestingsproces. Dus daar zit wel gevaar, ja. Maar veiligheid kwam altijd eerst op de set. Dan pas de lichamen en de identificatie.

Is er een archeoloog aan je verloren gegaan?

HAUBEN: Elke jongen die met zijn fietsje in de Vlaamse bossen heeft gezeten, is een archeoloog. Het is een fantastische ervaring geweest, zeker omdat het mij boeit en ik zelf al genoeg achtergrondkennis had om het ook goed te kunnen begrijpen. Maar om nu volgende week naar Egypte te trekken en dit voor de rest van mijn leven te doen? Nee, ik denk het niet.

Ondertussen ben je in volle opnames voor een nieuwe reeks over vergeten Belgen. Vertel.

HAUBEN: Het wordt een soort Tomtesterom met geschiedenis.In Ten oorlog I en II vond ik geschiedenis altijd plezantals kapstok om verhalen in het nu te vertellen. Ik dacht: ik ga Belgen volgen op een epische reis, relatief onbekende landgenoten die historische Belgen achterna zijn gereisd met een dagboek. Een hedendaagse road trip, zeg maar, aan de hand van een leven dat zich honderd jaar geleden heeft afgespeeld.

TEN OORLOG SPECIAL: ONDER VLAAMSE VELDEN vanaf 29 augustus, 21.15, Eén

door Andreas Ilegems

‘In de eerste week troffen we al negen lichamen aan, allemaal gesneuveld bij een gasaanval. Dat hakt er wel stevig in.’ arnout hauben

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content