Wat u zelf doet, doet u beter. Voor het tiende interview met Tom Barman in ‘Focus Knack’ verzonnen wij niet de vragen, maar lieten we ú dat doen. Meer dan vijfhonderd kwamen er binnen. Uit eigen land, maar ook uit Frankrijk, Italië en zelfs Singapore. Tom Barman over de nieuwe dEUSplaat, zijn volgende film, zijn obsessie voor hemdjes en de inhoud van zijn frigo. ‘Moet ik daar echt eerlijk op antwoorden? Man, dees is gênant!’

Een vraag die te zelden wordt gesteld in interviews: hoe gaat het met je?

Lydia Debie, Brugge

Tom Barman: Fantastisch. Top of the world. Echt. Never been better. En met de groep gaat het zo mogelijk nog beter. In de vorige versies van dEUS ging er altijd ontzettend veel energie naar damage control. Ruzies bijleggen. Brandjes blussen. Het schip drijvende houden. Terwijl: met deze groep váárt het schip. Vanzelf. Op kruissnelheid. Dat is een ongelooflijk gevoel.

We waren daarnet met jullie fotograaf Charlie aan het Noord. Dezelfde plek waar we achttien jaar geleden onze allereerste foto’s lieten nemen voor NME. En terwijl we daar stonden, voelde ik: de geweldige sfeer van toen, en dat gevoel van de hele wereld aan te kunnen, is weer helemaal terug. Je hóórt dat ook aan Vantage Point, vind ik. ’t Is een lustige plaat geworden. Een plaat vol goesting. Een Nederlandse journalist noemde het – redelijk toepasselijk – ’testosteronrock’. (lacht)

‘Vantage Point’ moet de eerste dEUSplaat zijn sinds ‘Worst Case Scenario’ die zonder personeelswissels tot stand kwam. En zonder sabatticals en films ertussendoor. Nooit gedacht: tijd om wat onrust te stoken, dit gaat te goed?

Kristof Smeyers, Hasselt

Barman: Nee, man. Die tijd is al lang voorbij. Been there. Done that. Not doing it again. Plus: onrust moet ik sowieso nooit stoken. Daarvan zit er al genoeg in mijn persoonlijke configuratie.

Bij de eerste bezettingen hebben we dat ook wel een beetje gecultiveerd, moet ik zeggen. Die verhalen over ruzies en spanningen en ego-oorlogen en zo. Daar was ook veel pose bij. We waren nog piepjong, hé. Elkaar maar net niet de hersens inslaan, dat was ons romantisch ideaal. In het diepst van onze gedachten hoorde dat zo, platen maken. Terwijl: met elke dEUSbezetting hebben we ook mooie, harmonieuze momenten gehad.

De opnames van Worst Case Scenario, dat was a picnic. Drie weken en klaar. In A Bar Under The Sea was al wat moeilijker. Met het vertrek van Stef (Kamil Carlens) en zo. Maar dan nog: twee keer zeven solide weken, en klaar. Aan The Ideal Crash werkten we een paar maanden, maar ook dat was het einde van de wereld niet. Alleen ten tijde van Pocket Revolution gingen we door een hel. Bijna anderhalf jaar zaten we daaraan. Dat was echt: tandpasta terug in de tube duwen. Te veel frictie is nergens goed voor, heb ik toen geleerd. Focus: daar gaat het om. Vantage Point was er in nauwelijks twaalf weken, gemixt en al.

Klopt het gerucht dat jullie volgende plaat al klaar is? En dat jullie die volgend jaar al willen uitbrengen?

Frederik Claeys, Gent

Barman: Nee. We hadden meer nummers dan er op Vantage Point zijn beland. Een tiental. Maar die waren te old skool. Of te traag. Dus: die gaan we niet bijhouden, op links en rechts een ideetje na, misschien. Wat wél klopt, is dat we sneller willen werken in de toekomst. Dat kunnen we nu ook, met de studio die we bouwden. De bedoeling is om tussen het toeren door telkens dingen op te nemen. Niet uit strategische overwegingen, maar gewoon: uit goesting.

Mauro heeft me daarin ook wel veel geleerd, moet ik zeggen. Tussen Pocket Revolution en Vantage Point bracht hij nog vier andere platen uit. Víér. ‘En dan heb ik nog altijd niet het gevoel dat ik hard moet werken’, zegt hij. ‘Ik snap niet wat andere muzikanten doen met hun tijd.’

Het is ook wel wat overroepen, hé. Songs schrijven. En platen opnemen. ’t Is zoals met acteurs. Daarvan zegt iedereen ook altijd dat ze keihard werken, als ze drie hoofdrollen op een jaar doen. Veel meer dan acht weken moeten die niet op de set zijn, hoor.

Je bent 36 geworden dit jaar. De meeste van je leeftijdsgenoten zijn intussen gesetteld. Is dat voor jou ooit een optie geweest?

Isabelle Claessens, Aartselaar

Barman: ‘Is dat voor mij ooit een optie geweest?’ Nice one! Dat impliceert dat ik die boot al gemist heb, toch? (lacht)

Een tijdje geleden heb ik daar nog over zitten discussiëren met Felix Van Groeningen. ‘Felix’, zeg ik, ‘Ik voel het niet, Dagen Zonder Lief. Je personages. Hoeveel twintigers zijn daar nu al serieus mee bezig? Met huisjes, tuintjes, boompjes en kindjes? Zeven-, achtentwintig is toch veel te jong om al aan zulke volwassen dingen toe te zijn?’ Maar terwijl ik mezelf dat allemaal hoorde zeggen, dacht ik al: ‘Barman, kalf. Natuurlijk zijn twentysomethings daar mee bezig. Voor u was dat misschien de laatste van uw zorgen, op die leeftijd. Maar dat zegt dan vooral veel over u, niet over alle anderen. En gelukkig maar. (lacht)

Anyway. Is settelen niet een van die stramienen waarvan er heel veel gradaties bestaan? Ik weet het niet, hoor. Ik denk maar hardop. Misschien ben ik al wel in een van die gradaties bezig, tegenwoordig. Ik heb vorig jaar een appartement gekocht en verbouwd. Alleen al in dat opzicht ben ik nu al minder ongesetteld dan een paar jaar geleden. En ik sluit zeker niet uit dat ik op een dag kinderen wil.

Een op het eerste gezicht onnozele vraag, misschien, maar vaak is het antwoord veelzeggend: wat zit er op dit eigenste moment in je ijskast?

Kristiaan Art, Merelbeke

Barman: Man, dees is gênant! Ik heb me er vanmorgen nog hardop kwaad over gemaakt, toen ik ‘m open deed. ‘Dit is de deprimerendste frigo ever.’ Vier pintjes en twee Actimellekes stonden erin. Net niet over datum. Die heb ik dan maar meteen opgezopen – die Actimellekes. En dan lag er ook nog een pakje Italiaanse ham… (trekt vies gezicht) Mauro had me er een hele tijd geleden al voor gewaarschuwd. ‘Stoel en zweep gebruiken, Tommy, de volgende keer dat je je frigo opendoet.’ En inderdaad: die ham, die… lééfde. (lacht)

Meestal lijk je de zelfzekerheid in persoon. Twijfel je vaak aan jezelf? En zo ja: naar wie bel je dan? Heb je zoiets als een mentor?

Nele Verheye, Ursel

Barman: Een mentor? Niet echt, nee. Is dat bij veel mannen niet hun vrouw of vriendin? Maar twijfelen aan mezelf: absoluut. Constant. Veel meer nog dan de meeste mensen die ik ken. Iets wat ik bijvoorbeeld heel hard nodig heb, zijn zegens. Okés. Zeker als ik grote beslissingen moet nemen. ’t Is te zeggen. Ik zou nooit dingen doen of laten om de goedkeuring van bepaalde mensen te krijgen. Maar ik heb wel vrienden wier mening ik ontzettend belangrijk vind. Renaat (Lambeets) is zo iemand, de cameraman van Any Way The Wind Blows. Hij was een belangrijk klankbord ten tijde van 0110. De gesprekken die ik toen met hem gehad heb over engagement en politiek en zo… Dat was diep, echt: right to the bone. Precies wat ik nodig had. Ik was doodsbang om dingen fout te doen of te zeggen, toen.

Je outte je ooit als een grote fan van misdaadschrijver Jim Thompson, de ‘Dostojevski van de pulp’. Dank je voor de tip, zijn boeken zijn inderdaad grandioos! Zou je er eens niet één van verfilmen?

Rudi Van Engeland, Sint-Katelijne Waver

Barman: (Stomverbaasd) Heeft iemand dat echt gevraagd? Man, dat is gewoon… telepathie! Ik ben daar volop mee bezig. ’t Is te zeggen: ik ben aan het onderhandelen over de rechten van een van zijn boeken. Herinner je je nog de back cover van Pocket Revolution, onze vorige plaat? Die foto van die brocantewinkel, waar we allerlei inside jokes in verwerkten? Wel, helemaal links zie je een hoes van The Alcoholics, een van Thompsons boeken. Het is dát dat ik zou willen verfilmen. Er moet alleen nog wat van de prijs af. Want Thompson mag dan wel wat out of fashion zijn, hij blijft verschrikkelijk prijzig. Maar: ’t is wel fenomenale shit, natuurlijk.

Wist je trouwens dat Thompson Stanley Kubrick hielp om The Killing te schrijven? En, beste Rudi: check zeker ook de verfilming van Pop. 1280 als Coup de torchon, door Bertrand Tavernier. Daarin zit de juiste spirit. En nog een aanrader: de bewerking van A Hell Of A Woman tot Série Noire, door Alain Corneau.

Volgens Herman Schueremans zijn de gages van topgroepen de voorbije vijf jaar met 500 procent gestegen. Voor Beach Rock kreeg dEUS in 1999 naar verluidt al 200.000 euro. Betekent dat dat jullie dit jaar 1 miljoen krijgen om als allereerste Belgische groep het licht uit te doen op Rock Werchter?

Maurice Van Heembeeck, Werchter

Barman: Een milj…? Nee, dus. Verre van. (lacht)

Herinner je je dat nog, die hele heisa rond Beach Rock? Toen een cameraploeg de festivalgangers ging interviewen op het strand? (Imiteert) ‘Mevrouw! Mevrouw! Weet u welk bedrag dEUS heeft gekregen om hier te komen spelen? Ja? En wat vindt u daarvan, mevrouw? Van dat as-tro-no-mi-sche bedrag?’ Komaan, zeg! Nu kan ik daarom lachen, maar toen…

Onlangs heb ik me nog een keer enorm zitten opwinden voor mijn tv. Toen Phara de Aguirre Herman Schueremans interviewde over Rock Werchter. Vraag: ‘Meneer Schueremans: worden de groepen niet bevoordeeld die bij Live Nation onder contract zitten? Zoals dEUS?’ Hallo!? Wij hebben helemaal geen contract bij Live Nation. Wij zitten al vijftien jaar bij C.A.A., een Brits boekingskantoor dat in de verste verten niets met Live Nation te maken heeft. ’t Zal wel mijn paranoïde geest zijn, ongetwijfeld, maar dan hoor ik toch weer de ondertoon van: ‘dEUS als afsluiter van Rock Werchter, daar zit een geurtje aan.’

Dit gezegd: we kijken er enorm naar uit om Rock Werchter af te sluiten. De vorige keer, twee jaar geleden, was weergaloos. 35 graden, 80.000 man… Een van onze allerbeste concerten ooit. Dat overtreffen wordt wellicht Mission: Impossible, maar toch is dat ons doel.

Jullie spelen de komende weken in Leuven, Brugge, Hasselt, Brussel, Luik en zelfs Charleroi, maar niét in jullie thuisstad Antwerpen. Is het na ‘0110’ geen tijd voor een ‘gewoon’ Antwerps dEUSconcert? Zonder politieke beweegredenen?

Jurgen D’Hondt, Deurne

Barman:We zijn daar volop mee bezig. Er komt in de tweede helft van dit jaar nog een concert in Antwerpen. Op een heel speciale datum. En een heel speciale plaats. Maar veel meer kan ik daar nog niet over zeggen. Het is nog niet helemaal rond, vandaar. Het Sportpaleis? Nee, joeng. Een plek waar we al lang eens willen spelen.

Jonny Greenwood van Radiohead kloeg onlangs in ‘Focus Knack’ dat Thom Yorke hem nooit banjo liet spelen. Heb jij zulke no-go’s in dEUS?

Willem Brandt, Loppem

Barman: Djembés zou ik een beetje link vinden. Al zie ik daar niet direct iemand mee afkomen. Maar voor de rest kan ik niet meteen iets verzinnen dat compleet onbespreekbaar zou zijn. In Popular Culture, de slotsong van Vantage Point, zit er een kinderkoor. Iets waar ik al van droom sinds ik The Wall van Pink Floyd voor het eerst hoorde. Ik denk niet dat iedereen in de groep daar even hard op zat te wachten. Zeker niet omdat het nummer op zich al heel erg cheesy was. Maar toen ik het voorstelde, was er niemand die zei: ‘Over mijn lijk’. Zelfs niet toen ik voorstelde om er ook live af en toe iets mee te doen.

Met (ex-gitarist) Craig (Ward) had ik dat soort discussies wél af en toe. Een keer herinner ik me nog heel goed, omdat er bijna ruzie van kwam. Ik wilde voor een arrangement op The Ideal Crash een trompet met een dwarsfluit combineren. Een prachtige combinatie die ik op Maiden Voyage gehoord had, een plaat van Herbie Hancock. Maar dat vond hij een buitengewoon slecht idee. ‘No flutes’, zei hij de hele tijd. ‘No fucking way.’ Maar uiteindelijk heb ik hem toch kunnen ompraten.

Voor mijn lyrics heb ik wél een paar no-go‘s. ‘ Monkey‘, bijvoorbeeld. Afschuwelijk woord. En ‘ guitar‘. En sowieso: alle woorden en zinnen die naar het songschrijven zelf verwijzen. ‘Writing these lines’, ‘singing these words’, ‘playing this song’: gruwelijk! Ik heb al een paar keer tegen die regel gezondigd, dat klopt. Maar ik heb nog van elke keer spijt. (lacht)

Er is al een tijdje sprake van een dEUSdocumentaire van de hand van Manu Riche, de man van ‘Hoge Bomen’. Komt die er nog? En aansluitend: stel dat je carte blanche zou krijgen om een grote regisseur een dEUSclip te laten maken. Wie zou je dan kiezen?

Jochen Pattyn, Wervik

Barman: De documentaire van Manu Riche zou er dit najaar komen, volgens de laatste berichten. En daarnaast zijn we zelf ook met een dvd-project bezig. Wat het precies wordt, weet ik nog niet. Ik ga het zelf in elk geval niet regisseren en monteren, dat is nu even geen optie. Maar het zal iets anders worden dan de doorsnee muziek-dvd.

En die clipregisseur… Dat zou James Gray mogen zijn, van The Yards en We Own The Night. De Terrence Malick van de nieuwe generatie, als je ’t mij vraagt. 36 pas. Maar toch al een hele straffe meneer. Cinema met een hele grote ‘C’.

Zelf ben ik trouwens ook weer clips aan het maken. Voor elke song op Vantage Point, niet alleen voor de singles. Geen budget, massa’s goesting, da’s het idee. En wat we niet op MTV en TMF krijgen, zenden we zelf wel uit op onze site. Vantage Point TV! Da’s het fantastische aan muziek maken in 2008, hé. De mogelijkheden zijn grenzeloos.

Bent Van Looy van Das Pop zei ooit: ‘De juiste outfit is even belangrijk als de juiste gitaarsolo’. Hoeveel belang hecht jij aan je hemdjes, Tom?

Tom Michiels, Tongerloo

Barman:Ouch! Moet ik daar eerlijk op antwoorden? Echt? Overdreven veel belang, vrees ik. Om niet te zeggen dat ik daar redelijk obsessief mee bezig ben. Gisteren zei ik het nog aan Christian (Pierre), onze manager. ‘Niet vergeten: volgende week ga ik éérst mijn hemdjes ophalen in de droogkuis, en dán pas stap ik op de toerbus. No shirts, no shows. (lacht)

Wanneer ik laatst hemdjes kocht? Deze voormiddag, vrees ik. Hoeveel? Djiezes, gast, dit gaat veel te ver. Acht, vrees ik. Maar: voor onze tournee had ik er écht nog wel een paar nodig. Zei ik tegen mezelf. Om mijn geweten te sussen. Eigenlijk is het niet verantwoord, hé. Als weldenkend consument. Zelfs als er ‘Made In Italy’ op het etiketje staat, kan het uit een sweat shop komen, hé.

’t Is iets raars, die hemdjes. Ik ben helemaal niet zo’n modemens. Behalve als het daarop aankomt, dus. Dan kan ik warm krijgen van een Branquinho. Of van een Lindbergh. Catwalks heb ik nooit gedaan, nee. En dat zou ik ook nooit doen. Maar dEUS als soundtrack bij defilés vond ik wél altijd een enorme eer. Martin Margiela – een genie, als je ’t mij vraagt – heeft Roses ooit gebruikt. En Dries Van Noten, vorige winter nog: Bad Timing, in het Palazzio in Milaan. Grappig: hij vroeg ons om er een extra lange versie van te maken. Dertien minuten, had hij nodig, in plaats van zeven. Als er nu één vraag is die je normaal nooit krijgt als muzikant, dan is het wel om een nummer van zeven minuten langer te maken.

De ex-manager van Soulwax zei onlangs dat hij altijd jaloers was geweest op de drie hoofdletters in jullie groepsnaam. ‘Onmogelijk om daarnaast te kijken’, zei hij. ‘Iedereen heeft het gezien.’ Klopt het dat dat jouw idee was?

Jasper Verfaille, Kortrijk

Barman: Ja, maar een visionair idee zat daar niet echt achter. Ik wilde helemaal niet opvallen, of zo. Typografisch gezien vond ik Deus met beginhoofdletter gewoon lelijk.

Wist je trouwens dat De Standaard de enige gazet ter wereld is die onze groepsnaam niét met drie hoofdletters schrijft? Le Monde doet het. The Guardian doet het. Iederéén doet het. Maar voor De Standaard is het blijkbaar te frivool. (lacht)

Of ik hen daarover blijf aanspreken? Natúúrlijk blijf ik hen daarover aanspreken! En dat zal ik ook blijven doen. Tot het bittere eind. Wat had je gedacht?

De eerste single ‘The Architect’ zou over Richard Buckminster Fuller gaan, een visionair genie. Hoe blijf je dat soort interessante mensen toch ontdekken?

Judith Dekkers, Amsterdam

Barman: Ik vraag geregeld aan vrienden, kennissen en gebeurlijke voorbijgangers wat hun laatste ontdekking is. Zo heb ik al massa’s fantastische stuff leren kennen. Maar Richard Backminster Fuller ontdekte ik heel toevallig via… mijn architect.

Wil je het volledige verhaal? Vorig jaar vond ik na jaren zoeken eindelijk een appartement. Toen ik een architect liet komen voor een kleine verbouwing – een koepel – bracht die een paar boeken mee met ontwerpen van Buckminster Fuller. Ter inspiratie. Om de een of andere reden was ik onmiddellijk wég van hem. En al helemaal toen ik zijn levensverhaal las.

Ik ben trouwens niet de eerste die een nummer over Buckminster Fuller schreef. John Denver, een goede vriend van hem, deed dat ook al: What One Man Can Do. En Add (N) To (X), een Londense synthesizergroep, heeft blijkbaar een song met zijn naam.

In ‘Slow’ zing je: ‘Slow would be the tempo of the restless soul’. Je vriend Stef Kamil Carlens zei na zijn vertrek bij dEUS: ‘Als je Tommy ‘ns voor een scanner zou zetten, en zou X-rayen, ik denk niet dat je veel mooie dingen zou tegenkomen. Zijn lichaam is – zal ik maar zeggen – niet meer in originele staat. Ik weet dat hij zo functioneert. En dat is een van de redenen waarom ik niet meer met hem kon werken. Hij téért daarop.’ Heb je daar begrip voor, dat andere mensen je verschroeiende tempo niet kunnen volgen?

Wouter Verschelde, Oostende

Barman: Ik herinner me die quote nog heel goed. 1996 was dat. Een paar weken na die hele dope-toestand waar ik niks mee te maken had. Qua timing en – vooral – qua pr was dat een regelrechte catastrofe. Want eigenlijk zei Stef: ‘ Den Tommy, die steekt zichzelf zo vol dope dat niemand hem nog kan volgen.’ Nót. Maar begin dat op zo’n moment maar eens uit te leggen, hé. Als je alle schijn tegen hebt. Maar soit. Dat is allang verleden tijd, dat wou ik vooral zeggen. Én ik ben sindsdien héél fel gekalmeerd op dat vlak.

Ik leef gezonder dan ooit de laatste tijd. Ik voel me kiplekker. Fysiek én mentaal. Ik doe weer veel aan sport. Skiën. Zeilen. Squashen, af en toe. En dit (steekt sigaret omhoog) gaat er ook ooit aan geloven. Er is een periode geweest dat ik me daar allemaal geen reet van aantrok. Dat klopt. Maar ik ben geen twintig meer, hé.

En dat tempo, tja. Wat kan ik daarvan zeggen? Met ouder worden, wordt het alleen maar erger vrees ik. Zeker als ik het gevoel heb dat ik tijd verlies, loop ik de muren op. Ik ben me meer dan ooit bewust van het feit dat ik eindig ben. En dat mijn leven veel te snel op zal zijn.

‘Misschien moet ik maar eens een protestsong schrijven’, zei je ten tijde van ‘0110’. Staat er één op ‘Vantage Point’? En wordt het niet stilaan tijd om in de politiek te stappen, Tom? Je zou veel voor links Vlaanderen kunnen betekenen.

Laurent Haemelinck, Stabroek

Barman: Nee, bedankt. Ik heb nooit die ambitie gehad om me aan te sluiten bij een politieke partij, en ik zal ze ook nooit hebben. Ik wil muziek maken. En films regisseren. Dáár ligt mijn hart. Daar en nergens anders.

Ik zie, hoor en lees nog elke dag dingen waar ik granieten kloten van krijg. Het feit dat de persoonlijke politieke agenda’s blijven voorgaan op het algemeen belang, bijvoorbeeld. Of, oneindig veel erger nog: het feit dat Bush ongestraft oorlogsmisdaden kan blijven begaan. Als ik aan zulke dingen denk, kan ik echt knettergek worden. Maar: dat aan de kaak stellen in een vlammende, expliciete protestsong, lukt dan weer niet. In die zin ben ik even schuldig en gecorrumpeerd als de silent majority. Of beter misschien: even weerloos woedend.

Als ik al in opstand kom in mijn teksten, dan is het tegen algemeen menselijke dingen, die vaak al miljoenen jaren oud zijn. Tegen leegheid, bijvoorbeeld. Of tegen domheid. Of traagheid. Of decadentie. Diep in mij schuilt er een moralist, ja. (lacht)

In The Architect zou je een aanklacht kunnen horen. Tegen mensen zonder visie. Of nog: in The Vanishing of Maria Schneider. Tegen sterfelijkheid. Doodgaan: ik heb daar zware problemen mee.

Van de Waalse schrijfster Amélie Nothomb is bekend dat ze uitsluitend schrijft van 4 uur ’s ochtends tot 12 uur ’s middags, op een dieet van thee en rottend fruit. Hoe zit dat met jou? Heb jij bepaalde rituelen als je je teksten schrijft en inzingt?

Karen Heine, Meulebeke

Barman: Een paar wel, ja. Maar andere dan Amélie Nothomb. Gelukkig. (lacht)

Ik schrijf, schrap en schaaf jaren aan sommige teksten. Maar: alleen hier. (Tikt tegen zijn hoofd) In mijn mentale Moleskine. Het effectieve neerschrijven doe ik pas in de studio, vlak voor ik moet zingen. Dan ga ik op de grond zitten, en schrijf ik op alles wat ik tegenkom. Om het even wat. Achterkanten van faxen. Contracten. Facturen. You name it. Ik heb wel een schriftje, maar om de een of andere reden ben ik dat op die momenten altijd kwijt. En: ik herschrijf nooit. Dat is een neurose. Ik zing het van de eerste versie. Het work in progress. Met doorhalingen, geschrapte passages, dingen tussen haakjes en al.

Het zingen zelf gebeurt meestal zittend. In het begin toch. Want al snel komt er dan een of andere oerkracht vrij in mij. Die me doet bewegen. Kruipen. Rollen, desnoods. (Op de dEUS-site staat een video waarin te zien is hoe Tom de tekst van Oh My God (afbeelding) inzingt; nvdr.)

Zingen is voor mij een heel fysieke bezigheid. En dat moet het ook zijn. Ik wil moe zijn als ik een song gezongen heb. Bekaf. Kapot. Live, maar ook in de studio. Zo’n nummer als Sun Ra, dat is echt kicken. Of op de nieuwe plaat: Oh Your God, één lange tirade. Mijn teksten zijn ook altijd veel te lang. Da’s ook typisch iets van mij. Ik moet er telkens weer de helft uit schrappen. Er zit ergens een hiphopper in mij, denk ik soms. Of toch een grote woordenliefhebber. Voor lange nummers schrijf ik mijn teksten vaak met een ontzettende smile. Van oor tot oor. Zo van: ‘Hier ga ik nu een keer gigantisch veel woorden in kwijt kunnen, zie.’

dEUS is ontzettend groot geworden. Zeker in België. Alles wat jullie zeggen en doen wordt breed uitgesmeerd en becommentarieerd in de media. Is dat nooit vervelend?

Thomas Blomme, Roeselare

Barman: Ten tijde van 0110 was dat niet altijd even makkelijk, dat ga ik niet ontkennen. Toen heb ik mezelf – voor de goede zaak – overgedoseerd. Maar over het algemeen is al die media-aandacht toch vooral een luxeprobleem. Over sommige dingen mág je gewoon niet klagen, vind ik. Zoals: een bovenmatige interesse voor wat je doet.

Wat ik wél merk, is dat ik meer dan ooit op mijn hoede ben voor all things media. ’t Is typisch media om iemand eerst heel erg op te kloppen, en dan aan de opgeklopte te vragen of hij niet héél erg opgeklopt is. Het schoolvoorbeeld van een selffulfilling prophecy. En het is ook typisch media om alles en iedereen heel erg middelmatig, gezellig, leuk en Woestijnvisachtig te maken. Ik had allang een kookprogramma gehad, als ik niet tijdig op de rem was gaan staan. En Mauro een docusoap. Maar ik ben er als de dood voor om precies datgene te worden wat ik altijd heb verfoeid.

Popular Culture gaat daar zijdelings over, het laatste nummer van de plaat. Over het buitenmatige, bijna absurde belang dat tegenwoordig aan populaire cultuur wordt gehecht. Je zal maar een grote fan van Bach zijn, hé, anno 2008. En dan door de stad lopen. Of een krant openslaan. Dat moet een regelrechte marteling zijn. De popcultuur is alomtegenwoordig vandaag de dag. Zelfs naast de Franse president loopt tegenwoordig een zangeres.

‘Knack’ publiceerde onlangs een foto waarop je je duim opsteekt naar de Antwerpse burgemeester Patrick Janssens. Blijf je hem steunen na het hoofddoekenverbod in Antwerpen?

Jan Buelinckx, Gent

Barman: Blijf ik Patrick Janssens steunen? Ik heb dat nooit gedaan, ik zou dus niet goed weten hoe ik dat zou moeten blijven doen. Ik heb me nooit voor Patrick Janssens uitgesproken, en nooit tegen hem, en dat zou ik het liefst van al zo houden.

Die foto, die is genomen na de verkiezingen. De nacht van 8 op 9 oktober 2006, dus, een week na 0110. Het was een rare, verwarrende dag geweest. Volgens de eerste peilingen leek het Vlaams Belang te zullen stijgen. Nog maar eens. Maar toen kwamen de resultaten binnen, en bleken ze toch te stagneren. Voor het eerst in 25 jaar. Iedereen trok naar het Zuiderpershuis, om te vieren. Ik ook. En daar, midden de euforie, kwam ik Patrick Janssens tegen, de grote overwinnaar. Ik stak m’n duim naar hem op, om te zeggen: ‘Gefeliciteerd, Patrick.’ Maar: daar stopte het ook. We zijn elkaar dus niét in de armen gevallen, zoals achteraf werd geschreven. For the record, en dat heb ik nooit eerder verteld: we hebben later die avond wél met elkaar gesproken. Kind of, toch. ‘Barman!’, kwam hij op een bepaald moment naar me toe gestoven, zijn vinger op mijn borst plantend. ‘Hoeveel man had gij hier vorige week, op 0110?’ Ik: ‘Zestigduizend, zoiets.’ Waarop hij, triomfantelijk, de vinger op zijn eigen borst: ‘Eenenzeventigduizend voorkeurstemmen! Een-en-ze-ven-tig-du-zend, Barman!’ (lacht)

Een paar dEUSsongs die heel hoog scoren in fanpolls, spelen jullie bijna nooit meer live. ‘Zea’, bijvoorbeeld. En ‘Right As Rain’. En ‘Great American Nude’. Mogen we daarop hopen bij de volgende concerten? En wanneer doen jullie eindelijk nog eens een akoestische tournee?

Daan Franceus, Geraardsbergen

Barman: Zea is te oud. En Right As Rain te traag, hoewel dat nog altijd een van mijn lievelingsnummers is. Maar Great American Nude zou eigenlijk best in de nieuwe set kunnen, als ik er zo over nadenk. De eerste zin, ‘I wanna testify’, is natuurlijk very Stef (Kamil Carlens). Maar daar valt misschien wel een mouw aan te passen.

Ieder nummer heeft vijf fases, weet ik intussen. De fase van het nieuwe. De fase van de routine en de verveling. De fase van de afkeer. De fase van de herontdekking. En de fase van de acceptatie. Alleen: die fases zijn voor ieder groepslid anders. (Violist) Klaas (Janzoons) zaagt al jaren om Roses van de setlist te flikkeren. Maar hij zou nog op zijn kop mogen gaan staan: voor mij is dat absoluut geen optie. Turnpike speel ik ook nog altijd ontzettend graag. En Instant Street. En Fell Off The Floor, Man. Maar er zijn ook al veel oude nummers die me Siberisch koud laten. Erg, hé? Ik heb veel te weinig talent voor nostalgie.

Ik voorspel trouwens dat er ooit een toer komt dat we helemaal tabula rasa gaan maken. Alleen maar nieuwe stuff op de setlist. Vooruit kijken. Verder gaan. Evolueren. Nieuwe dingen doen. Dat is toch óók belangrijk? Hetzelfde voor het unplugged-idee. Dat hebben we al gedaan – en gráág gedaan – in Fnacs en radiostudio’s over de hele wereld. Dat hebben we nu dus wel even gehad. Onlangs heb ik in Italië wel nog eens twee nummertjes akoestisch gespeeld. Bij hoge uitzondering. Op Rai Due. Na Jump van Van Halen. (lacht)

Someday komt zeker nog eens een ingetogen dEUSplaat. Maar niet meteen. De komende tijd willen we vooral lawaai maken. Véél lawaai.

Dringende vraag van een vinyljunkie. Lp’s van dEUS gaan op eBay tot 350 euro, een recordbedrag voor Belgische platen. Dat moet jullie ego strelen, maar wordt het niet stilaan tijd voor een paar reissues?

Dieter Nagels, Kortrijk

-Barman: Hmm. Daar is het nog wat te vroeg voor. Maar ooit gaat dat er zeker wel van komen. Ik ben zelf ook redelijk zot van vinyl. En van special editions en box sets en zo. En ik zou het geweldig vinden om er zelf eens een te kunnen maken met alles erop en eraan. Bij een of andere dEUSverjaardag, misschien?

Het hoogste bedrag dat ik zelf ooit voor een plaat heb betaald? Geen idee, maar zeker geen 350 euro. Ik ben wel een liefhebber, geen fetisjist. Of een lp nu een reissue is, of een eerste persing, laat me redelijk koud.

Mijn soft spot zijn originele filmposters. Daar kan ik echt obsceen veel geld aan uitgeven, bedragen die ik niet eens durf uit te spreken.

(Blinkende ogen) De originele posters van Seven Samurai en Le Conformiste heb ik zo al gekocht. En die van The Passenger van Antonioni, met Maria Schneider en Jack Nicholson. Twee meter twintig op drie, gevonden in New York. Schoon, niet te doen!

De studio die jullie voor ‘Vantage Point’ bouwden is prachtig, te oordelen naar de foto’s op jullie website. Lieten jullie zich inspireren door bestaande studio’s? Zoals de Foo Fighters, die de roemruchte Polar Studios van ABBA lieten nabouwen?

Rob Lauwers, Antwerpen

Barman: Deden de Foo Fighters dat? Geweldig idee! Maar bij ons ging het anders. Wij lieten ons gewoon inspireren door het pand in Borgerhout waarin we onze studio bouwden. ’t Is een gebouw met een ziel – we konden niet om het even wat doen.

Een studio bouw je hoe dan ook niet zomaar. Je hebt mensen met knowhow en ervaring nodig, die weten wat ze doen. Malcolm, de vader van CJ Bolland, hielp ons voor de controlekamer. Hij had destijds ook The Observatory gebouwd, de homestudio van CJ. En daarnaast lieten we ons bijstaan door Albi, een krasse studiobouwer van 74 die nog in Abbey Road had gewerkt. (De beroemde Abbey Road Studios in Londen, waar The Beatles bijna alles opnamen; nvdr. )

’t Is echt een droom om in te werken, onze studio. Zeker na de aftandse krotten waarin we vroeger werkten. En: het is een work in progress. We gaan hem zeker nog verder uitbouwen. De klank is wel al overal fantastisch. Van de keuken tot de controlekamer. Op Vantage Point kan je bijna elke ruimte horen.

www.FOCUSknack.beDe winnaars van een gesigneerde cd.’VANTAGE POINT’

Uit op 18/4 bij Universal.

Door Wouter Van Driessche Foto’s Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content