Walvissenkots, de poëzie van messen en geliefden die elkaars benen amputeren. Een gesprek met Björk is nooit zomaar een gesprek, al vindt ze dat zelf al bij al nog wel meevallen. ‘Ik ben niet half zo excentriek als iedereen denkt.’ Door Wouter Van Driessche

‘drawing restraint 9’

uit op 25/7 bij universal

Alles heeft een reden, en voor dit interview heet die: Drawing Restraint 9, de jongste film van Matthew Barney, waarvoor Björk with a little help from some friends de soundtrack schreef. Mark Bell mocht opnieuw meedoen, net als Valgeir Sigursson en Inuit-keelzangeres Tanya Tagaq Gillis, die eerder ook al te horen was op Medúlla.

Voor beetje Björk-fan is ook Matthew Barney allang geen onbekende meer. De New Yorkse beeldhouwer/regisseur staat te boek als Meneer Godmundsdottir, werd uitgebreide gefêteerd in Pagan Poetry op Vespertine ( ‘I love him! / I love him! / I love him!’), schonk Björk en zichzelf twee jaar geleden een dochtertje (Isadora) en mag zich volgens The New York Times ‘de meest invloedrijke kunstenaar van zijn generatie’ noemen.

Drawing Restraint 9, een symbolische film zonder dialogen over Japanse walvisjagers, werd gemaakt in opdracht van het museum van hedendaagse kunst in Kanazawa – zowat het Guggenheim van Japan. Voorlopig is de film enkel ter plaatse te zien als onderdeel van een tentoonstelling, maar geen paniek: voor de soundtrack kan u vanaf deze week gewoon bij uw lokale platenboer terecht.

Björk: Ik weet dat het vreemd klinkt: een soundtrack van een film die enkel in Japan te zien is. Maar bij Matthew vormen beeldhouwwerken en films één geheel. Drawing Restraint 9 kwam er naar aanleiding van een sculptuur met versteend walvissenbraaksel – een product dat vaak gebruikt wordt in cosmetica. De film is een soort making of: je ziet wat Matthew inspireerde voor zijn werk, en wat hij er precies tracht mee uit te drukken. Toen hij aan het project begon, vroeg hij of ik geen soundtrack wou schrijven. En omdat ik enorm van zijn beelden hou, stemde ik onmiddellijk in. De grote thema’s van Drawing Restraint 9 spraken me ook wel aan. Ik ben gek op Japan én geobsedeerd door de zee – tweederde van de wereld is oceaan , so that’s a really big subject.

Uiteindelijk schreef je niet alleen de soundtrack, maar acteerde je ook in een aantal scènes. Had jij na ‘Dancer In The Dark’ niet gezworen: ‘nooit meer’?

Björk: Eigenlijk zeg ik al heel m’n leven dat acteren niets voor mij is en Dancer In The Dark leek dat alleen maar te bevestigen. (Op de set liep een en ander grondig fout tussen Björk en regisseur Lars Von Trier. Volgens een hardnekkige legende at Björk uit pure frustratie zelfs een stuk van een van haar kostuums op; nvdr.) Maar voor Matthew wou ik toch een uitzondering maken. Zijn films zijn geen ‘films’ in de traditionele zin van het woord: er is geen verhaallijn, er zijn geen dialogen – ik moest dus niet echt acteren, eerder ‘verschijnen’. (lacht)

Je zei ooit dat Matthews films ‘je dromen verbeelden’, maar maken ze je nooit bang? In ‘The Cremaster Cycle’ zit – onder meer – een sadistische tandarts, en in de slotscène van ‘Drawing Restraint’ spelen jullie twee geliefden die elkaars benen amputeren.

Björk: Ja, en dan krijgen we een walvissenstaart en zwemmen we samen naar de Noordpool – like lovers do. (lacht) Toen Matthew me over die scène vertelde, moest ik toch wel even slikken. Ik zag het helemaal niet zitten om zijn benen te amputeren, en al helemaal niet met een mes. Maar hij vertelde me dat die scène magisch-realistisch was, zoals in het oude Japanse No-theater. En toen kregen die messen plots iets heel erg poëtisch. (lacht)

Heb je nooit getwijfeld of het wel verstandig was om samen te werken? Jullie fans reageerden in elk geval verbaasd – er waren er zelfs die vreesden dat je een tweede Yoko Ono zou worden.

Björk: Eerlijk: ik denk dat we onszelf nog het meest van al verrast hebben. Toen we elkaar ontmoetten, vijf jaar geleden, was een van de eerste dingen die we zegden: ‘Laten we nooit samenwerken.’ We wilden elkaar leren kennen als vrienden en geliefden, niet als working partners. Maar na verloop van tijd werd het bijna… onvermijdelijk. Je gaat naar dezelfde plaatsen, praat met dezelfde mensen, kijkt naar dezelfde films, luistert naar dezelfde muziek – je rolt gewoon langzaam maar zeker elkaars werk binnen. Ik werk ook graag samen met mensen die ik goed ken, omdat je hen dan altijd op een andere manier leert kennen. Van Matthew dacht ik bijvoorbeeld dat hij altijd heel georganiseerd was, terwijl: op de set zoekt hij net zoveel mogelijk chaos op. Moet er een scène gefilmd worden met water, dan gebruikt hij gegarandeerd camera’s die niét waterproof zijn. Maar misschien is dat wel het recept voor grote kunst: de dingen ingewikkeld maken, zodat er mirakels kunnen gebeuren.

Een fan schreef op een forum dat hij jullie dolgraag als ouders zou hebben, ‘alleen al voor de freaky conversaties bij het ontbijt’. Of voeden jullie je kinderen net heel streng op, zoals veel andere artiesten?

Björk: Ik weet niet of ik mezelf streng zou noemen, eerder ‘principieel’. Er zijn een paar dingen die ik absoluut niet verdraag, maar eigenlijk zijn die heel algemeen. Pretentie, bijvoorbeeld, of onverschilligheid – voor mij zijn dat zelfs vormen van crimineel gedrag. Maar als ik Sindri of Isadora daarop betrap, probeer ik daar gewoon rustig met hen over te praten. Ik verhef mijn stem zo weinig mogelijk.

Van Madonna en Eminem is bekend dat ze hun kinderen niet naar tv laten kijken – het zou slecht voor hen zijn.

Björk: Voor zulke dingen ben ik van het principe: alles met mate. Chocoladepudding is lekker, maar wie er te veel van eet, wordt ziek. Idem met televisie: er is niets fout mee, zolang je het maar weet te doseren. (Denkt na) Eigenlijk ga ik er van uit dat kinderen best zélf ondervinden wat goed of slecht voor ze is. En vaak wéten ze dat ook. Kinderen die zand eten, bijvoorbeeld, voelen instinctief aan dat ze calcium nodig hebben. Als ouder kan je hen dat dan verbieden, maar je kan ook nadenken waarom ze precies zand eten, en hen uitleggen dat ze misschien toch beter wat meer melk zouden drinken. (lacht)

Wetenschappers van de Universiteit van Texas maakten onlangs een profiel van muziekliefhebbers, volgens hun favoriete platen. Enig vermoeden hoe jouw fans eruit kwamen?

Björk: Totaal niet. Ik heb me ooit laten vertellen dat mijn muziek het goed doet bij de meest uiteenlopende mensen: jong/oud, blank/zwart, homo/hetero… Maar zelf sta ik daar eigenlijk nooit bij stil. Als ik platen opneem, denk ik nooit aan de mensen die ze gaan kopen. Dan maak ik gewoon de muziek die ik zélf graag zou horen. Idem bij optredens. Je hebt artiesten die voor een publiek spelen, maar dat kan ik niet. Ik beeld me altijd in dat er alleen maar identieke kopieën van mij voor het podium staan – duizenden kleine Björkjes. (lacht) Maar wat zeiden die wetenschappers?

Volgens hen zijn Björk-fans kapitaalkrachtig, ruimdenkend en zelfbewust, op het ijdele af: in gezelschap vinden ze zichzelf doorgaans de aantrekkelijkste en interessantste persoon.

Björk:Oh boy! (lacht)Een keer heb ik in een boekje gelezen dat mannen mijn platen vooral gebruiken om vrouwen te imponeren. Ze zouden ze niet kopen om naar te luisteren, maar om bepaalde signalen te geven. ‘Ik ben gevoelig.’ ‘Ik ben niet bang van sterke vrouwen.’ En: ‘ik hou niet van barbiepoppen.’ Geen idee wat er van aan is, maar ik vind het wel een grappige gedachte.

‘Je kan geen songs schrijven als iedereen weet welke sokken je draagt’, zei je ooit. Hou je je fans bewust op een afstand?

Björk: Ik kan er gewoon niet zo goed mee om, denk ik. Niet dat ik me boven hen verheven voel of zo, ik heb er gewoon geen talent voor. Als ik Bono naar zijn fans toe zie gaan om met hen te praten, kan ik oprecht jaloers zijn. Voor mij is dat niet weggelegd , my mind can’t take it in. Al gaat het me al beter af dan vroeger. Er zijn tijden geweest dat het mijn grote droom was om helemaal alleen op een eiland te wonen. Een vuurtoren om naar de zee te kijken, een orgel om muziek te maken, en verder alleen maar dieren om mee te praten. Zó erg is het gelukkig allang niet meer. (lachje)

Wat deed je veranderen?

Björk: Goh, hoe zeg ik dit zonder al te melig te worden? A bit of growing up, I suppose. Op een bepaald moment heb ik voor mezelf uitgemaakt dat jezelf afsluiten voor anderen gewoon laf is. Kwetsbaar durven zijn, jezelf durven openstellen voor liefde en warmte: dat is oneindig veel moediger. Akkoord: het is niet de makkelijkste weg, en ja, af en toe ga je heel hard op je bek. But that’s just part of the fun, really –or maybe that’s just me being an old school romantic. (lacht)

Na ‘Homogenic’ stopten mensen die daarvoor studeerden jou in het vakje van de ‘anti-pop’. Zie je jezelf ooit nog een complexloze popplaat maken, genre ‘Debut’ of ‘Post’?

Björk: Waarom niet? Ik zie mezelf helemaal niet als ‘anti-pop’, integendeel. Vorige week moest ik deejayen op een feestje van vrienden, en daar heb ik de hele tijd commerciële pop gedraaid – Usher en zo. En toen Michael Jackson werd vrijgesproken, heb ik for pop’s sake zitten huilen van geluk. (Denkt na) Weet je, het ligt er maar aan wat je onder ‘pop’ verstaat. Voor mij zijn al mijn platen ‘pop’, zélfs zogenaamd ‘moeilijke albums’ als Vespertine en Medúlla.

‘Medúlla’ werd lang niet door iedereen gesmaakt – één recensent had het zelfs over ‘het geluid van een kat die een haarbal overgeeft’. Hoe ga je om met dat soort kritieken?

Björk: Simpel: ik leg ze naast me neer . Toen ik Vespertine uitbracht, riep iedereen óók dat ik de pedalen kwijt was. Maar intussen vinden veel mensen het mijn beste plaat. Homogenic: zelfde verhaal. Eerst bakken kritiek, daarna staande ovaties. Nog zoiets vreemd: sinds Debut verkoop ik van elke plaat altijd evenveel exemplaren. Of ik nu een toegankelijke popplaat maak, genre Post, of een ‘experimentele’ plaat à la Medulla: mijn verkoopcijfers blijven altijd dezelfde. Naar het schijnt is dat redelijk uniek, maar blijkbaar heb ik heel trouwe fans – mensen die een inspanning willen doen voor mijn muziek.

‘Selma Songs’, de muziek die je componeerde voor ‘Dancer In The Dark’, werkte ook zónder de film. Heb je hetzelfde gevoel bij deze soundtrack?

Björk:Sure. ’t Is zeker niet mijn makkelijkste plaat: niet iets dat je zomaar kan opzetten op vrijdagavond. Maar op een walkman of een iPod zou het wel moeten werken, denk ik. In de metro of op de bus of zo – ergens waar je ongestoord kan wegdromen.

In ‘Gratitude’, het openingsnummer, leest Will Oldham een brief voor waarin een Japanner de Amerikaanse overheid bedankt omdat ze de jacht op walvissen toelaten. Ironie? Of heb je als IJslandse écht sympathie met de Japanse walvissenjagers?

Björk: Het is geen kwestie van sympathie of antipathie. Het is eerder: een aantal dingen op een rijtje zetten, en beseffen dat je in sommige gevallen niet zomaar pro of contra kan zijn. De brief van die Japanner dateert van net na de Tweede Wereldoorlog, toen Hiroshima en Nagasaki waren gebombardeerd. Uit schuldgevoel lieten de Amerikanen de overlevenden toe om hun oorlogsboten om te bouwen en ermee op walvissen te jagen. Ze verkochten het vlees of aten het zelf op, en dat heeft velen van hen ook gered. (Denkt na) Het mooie aan die brief is dat hij zo verschrikkelijk oosters is – heel erg boeddhistisch. In plaats van razend te zijn over de atoombommen, waren de Japanners gewoon dankbaar. Want die brief was niet de enige, hoor: er bestaat een boek met wel duizenden gelijkaardige brieven, vol stijl- en spelfouten. Vaak stopten de schrijvers er zelfs kleine cadeautjes bij – nòg zoiets typisch Japans.

Eigenlijk is de film dus een pleidooi voor meer vergevingsgezindheid?

Björk: Je zou dat erin kunnen zien, ja. Maar Matthew kennende, zitten er nog minstens twintig andere betekenislagen in, waarvan ik er zelf misschien al drie ontdekt heb. (lacht) De werkelijkheid is ook niet simpel en eenduidig, hé. Things are always extremely complicated. Is de jacht op walvissen slecht? Als grote multinationals massaal walvissen afslachten wél, maar op kleine schaal heb ik er absoluut niets op tegen. Toen het in IJsland verboden werd, raakte de voedselketen in de war, en was er plots een tekort aan kabeljauw. Dat zegt het helemaal, nee? It’s all about balance.

Je interesseerde je al voor Japan lang voor je aan deze soundtrack begon, getuige onder meer de foto van jou als geisha op de hoes van ‘Homogenic’. Heb je van het hele project eigenlijk nog iets opgestoken?

Björk: O ja, absoluut. Vroeger benaderde ik Japan heel erg oppervlakkig: ik droeg kimono’s, las boeken over boeddhisme, at sushi, keek anime… Terwijl: nu kon ik de tijd nemen om Japan écht te leren kennen. Eind vorig jaar heb ik er een maand rond getrokken: van de steden over het platteland tot Yakushima – een van de mooiste plekken op aarde. En ik heb ook ongelooflijk veel gelezen: Yukio Mishima, boeken over het Shintoïsme…

Wat heeft je het meest verrast?

Björk: Dat er onwaarschijnlijk veel gelijkenissen zijn tussen IJsland en Japan, zelfs qua geschiedenis. Er zijn maar twee landen ter wereld waar er nooit godsdienstoorlogen zijn geweest: IJsland en Japan. Toen de boeddhisten in Japan aankwamen, hebben ze zich onmiddellijk met de shintoïsten verzoend – ze vonden dat ze perfect naast elkaar konden leven. En toen de kruisvaarders in IJsland arriveerden, zei onze opperviking gewoon: ‘Fijn dat jullie zover zijn gekomen, lieve ridders, maar wij zijn al christenen.’ En dus keerden ze gewoon terug naar huis, zonder heksen te verbranden . (lacht) Als je IJsland en Japan vandaag bekijkt, zie je dat die mentaliteit eigenlijk nooit veranderd is. In alle geïndustrialiseerde landen heb je een conflict tussen technologie en natuur, maar in IJsland en Japan. denken ze gewoon: Waarom zouden we een keuze maken? Let’s have both.’ In Japan gaan spitstechnologie en natuur samen – dat zie je heel goed aan hun anime. En in IJsland zijn we van de Middeleeuwen gewoon rechtstreeks in de computertijd overgegaan. De ene dag leefden we in bomen, de andere dag hadden we internet – maar we zijn de bomen nooit vergeten (lacht) Eigenlijk zou de wereld heel veel van ons kunnen leren, denk ik, maar wat zie je? Greenpeace-jongens uit vervuilde westerse steden, die ons de les komen spellen. Whatever!

Heb je muzikaal ook dingen bijgeleerd?

Björk: Absoluut. Ik heb onder meer een nummer geschreven voor een sho, een soort prehistorische fluit, die eruitziet als een feniks. Heel vreemd instrument: het wordt gemaakt van bamboestokken die honderd jaar op een dak hebben gelegen. Maar het maakt wel een on-waar-schijn-lijk mooi geluid, compleet onwerelds. Praktisch was het wel een ramp om dat nummer geschreven te krijgen. Wereldwijd zijn er nog maar een drietal muzikanten die sho kunnen spelen, en ik heb wéken achter mijn computer gezeten om ze te vinden. Uiteindelijk heeft Mayumi Myata me uit de brand geholpen – een Japanse die ook al met John Cage had gewerkt. Maar ik ben héél blij met die sho, omdat het Japans is maar toch niet instant-herkenbaar. Ik had geen zin om zomaar snel-snel wat clichés te herkauwen – ik háát clichés.

Stel dat je er één over jezelf definitief de wereld zou kunnen uithelpen.

Björk: Mogen het er meer zijn? (lacht) Een van de dingen die ik totaal niet begrijp, is dat mijn muziek zo vaak ‘intellectueel’ wordt genoemd. Ik ben honderd procent gevoel, nul procent rede – ik slaag er zelfs in om gebouwen emotioneel te beleven, en computers. (lacht) Maar het allergrootste cliché is natuurlijk dat ik een ongelooflijke weirdo ben, terwijl ik net het gevoel heb dat dat allemaal best meevalt. At the end of the day I’m just an ordinary person making music, you know. Helemaal niet gek, en wellicht niet eens half zo excentriek als veel mensen denken. (Denkt na) Weet je, vaak heb ik het gevoel dat het gewoon de rol is die mij werd toebedeeld. We leven in een tijd waarin de norm bepaald wordt door West-Europa en de Verenigde Staten. Wat van elders komt, is per definitie exotisch en excentriek – ook al is ‘elders’ ongeveer negentig procent van de wereld. (lacht) Voor veel mensen ben ik de vertegenwoordiger van die negentig procent, denk ik – het ‘exotische’ gedeelte. Maar hey: ik kan daar best mee leven, hoor. Meer nog: ik ben er zelfs een beetje trots op.

Wouter Van Driessche

‘Ik ben helemaal niet anti-pop, integendeel. Ik heb voor de televisie zitten huilen van geluk toen Michael Jackson werd vrijgesproken.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content