Met ‘Songs of Leaving’ heeft Nona Mez, alias Leuvenaar Geert Maris, een debuut afgeleverd dat meteen staat als een huis. ‘Mijn muziek is een eigen universum, waarin ik een beetje perfectie kan scheppen, terwijl mijn leven één verdomde chaos blijft.’

‘Songs of leaving’

is uit bij Ten Digit Binary

Misschien komt het wel door de herfst die haar intrede doet in lijf en leden, maar Songs of Leaving, het debuut van het eenmansproject Nona Mez, snijdt vlijmscherp door hart en ziel. Want hoewel een naam als Nona Mez mysterieus en exotisch klinkt, munten de dertien songs of leaving stuk voor stuk uit in melancholie en schrijnende liefdespijn. Het zijn broze werkjes waarin verlies, onthechting, vertwijfeling en een verkild hart om je aandacht schreeuwen. Zo behoedzaam de sober en somber getoonzette uitvoeringen klinken, zo bedachtzaam formuleert de man achter Nona Mez, de 27-jarige Leuvenaar Geert Maris, zijn antwoorden. Een echte neofiet kun je Maris bezwaarlijk noemen: enkele jaren terug speelde hij in de postgrungegroep Fungus, waaraan matige ruchtbaarheid werd gegeven. Om zelf de knopen te kunnen doorhakken, richtte de Leuvenaar een eigen platenfirma op, Ten Digit Binary, waarop hij zijn debuut uitbracht. Ondertussen neemt het gerenommeerde Munich Recordslabel de praktische beslommeringen rond Songs of Leaving al grotendeels voor zijn rekening.

‘In this wrong world/ in this rat race/ you need a clear head/ to keep a straight face’, zingt je ergens. Het lijkt wel alsof je Elliott Smith verbindt met de tristesse van Sparklehorse.

Geert Maris: Het staat iedereen vrij om er iets anders in te horen. Ik ben niet schatplichtig aan bepaalde idolen. Recensies zijn vaak gestoeld op vergelijkingen, en niemand schijnt deze plaat echt in een kader te kunnen plaatsen. Ik denk wel dat ik er duidelijk mijn eigen stempel op druk. Er zijn groepen die zichzelf voorstellen als ‘een beetje Radiohead en Coldplay’, maar die dingen bestáán al en ze zijn uitstekend; waarom dan imiteren?

Je muziek is heel subtiel, wat een groot publiek kan afschrikken.

Maris: Ik heb nochtans gepoogd om een plaat te maken waarvan meer dan één single kan worden gedraaid: Radio 1 heeft trouwens al verschillende nummers gespeeld. Songs of Leaving is een redelijk introvert album met een story, een ’themaplaat’. De titel, de hoes, de songs, alles verwijst naar ‘leaving’. De sfeer op de plaat is heilig en die heb ik niet willen breken met een up-temponummer. Producers en platenlui praten je meestal zoiets aan omdat iedereen zijn gading moet vinden in je plaat, terwijl ik die visie helemaal niet deel. Ik heb een hekel aan praatjes en over muziek wordt al zoveel geluld. Daarom ook die persbrief (waarin enkel de drie betekenissen van ‘blah’ middels een woordenboek worden uitgelegd, gva). In bio’s wordt namelijk vaak aan namedropping gedaan terwijl de opzet op de plaat duidelijk zou moeten worden.

Welk verhaal zit er achter de plaat?

Maris: Ik kan zeer ver gaan door te zeggen dat er een niet-chronologische lus in zit, en heel veel lagen die misschien na vijf jaar aan de oppervlakte komen. Maar je haalt zelf uit de songs wat je wenst. Ik wilde – zonder kapsones – een plaat maken met de allure van vroeger, toen er meer coherentie was. Nu bestaat een plaat vaak uit twee singles, en tien afleggertjes. Het begrip ‘leaving’ is nooit uit mijn leven weggeweest. Ik heb daaruit gepuurd voor mijn teksten, maar het blijven verhalen van kleine mensen, verteld vanuit de ik-persoon.

Ik ben een ongelooflijke fan van Bukowski; ik heb net als hij met postzakken staan sleuren – dat was mijn laatste job. De tragiek in zijn verhalen over kleine mensen is grandioos.

De stervende Bukowski belde Bono: ‘I’ve been fuckin’ with Dr. Death.’ Flirt jij met de ‘dark side’ of is dit een echte louteringsplaat?

Maris: Een louteringsplaat? Misschien. Voor een deel heb ik uit eigen emoties geput, maar het is niet per se autobiografisch; verschillende terugkerende personages worden in de eerste persoon opgevoerd, waardoor sommige nummers aan elkaar refereren. Ik heb hard gewerkt aan de teksten, en een aantal stukken verwijzen ergens expliciet naar. In This Trick zingt Pascale (Dereeper, vrouwelijke gastzangeres, gva) wat ooit letterlijk tegen me gezegd werd: ‘You right yourself for caring less.’En: ‘you’re such a sorry fuckin’ mess.’ Er was een tijd dat ik wakker werd om twee uur ’s middags, soms om tien uur ’s avonds.

Weet je, drie weken nadat de plaat is uitgekomen, stierf mijn moeder. Het was een aangekondigde dood, maar ze heeft het nooit bewust meegemaakt. Het past in het plaatje van ‘songs of leaving’. Mijn moeder was een MS-patiënt; haar valt niets te verwijten. Ze was er zo erg aan toe dat ze geen steun en toeverlaat kon zijn. Als ik in de goot zou belanden, kon ik op niemand terugvallen. In theorie loopt mijn vader ergens rond: hij ging weg toen ik zestien was en ik heb hem maar sporadisch teruggezien. Hij laat me onverschillig: ik heb hem al jaren niet meer gecontacteerd.

Waar staat ‘Nona Mez’ voor?

Maris: Nona Mez is een soort anagram, het is zelfs geen artiestennaam, daarvoor heb ik te weinig kapsones. Trouwens, nona heeft een vrouwelijk genus, het is dus in feite een meisjesnaam. In de naam zit iets verscholen, je moet eens beter kijken. Nee, ik vertel het niet; it’s free to find out.

Ten Digit Binary staat dan weer voor iets binair wiskundig: je kunt op je vingers tot 1023 tellen. (demonstreert kort) Binair tellen is zeker niet eenvoudiger dan decimaal tellen. De truc is dat je in vergelijking met decimaal tot 10, op dezelfde plaats met dezelfde gegevens tot 1023 kan tellen. Ik heb best een zwak voor wiskunde.

Piet Goddaer (Ozark Henry) benadert songs op een wiskundige manier.

Maris: Muziek ís wiskunde. Je kunt romantisch gaan doen over muziek, maar in wiskunde schuilt de perfectie; ze is ook heel fysisch. Mijn muziek is een eigen universum, waarin ik een beetje perfectie kan scheppen, terwijl mijn leven één verdomde chaos blijft.

The devil’s got the best tunes.

Maris: Ik ben een fuckin’ weirdo, ik besef dat wel hoor. De helft van de tijd hou ik een warrig betoog, omdat ik op de gekste plaatsen word overvallen met ideeën. (ineens) Het gaat hem om de toewijding, er zijn mensen die kiezen voor een plaatsje onder de spotlights, die graag in de kijker lopen – vaak niet eens om wat uiteindelijk hun passie blijkt. Daarna gaan ze huilen omdat ze niet naar waarde worden geschat, maar enkel omwille van dat waaraan ze hun ziel hebben verkocht. Hey, ik sleurde met postzakken, om ernaast te kunnen doen wat ik echt wilde. Twijfel overviel me vaak, want ik werkte helemaal alleen aan de plaat, zonder enige feedback van anderen, en het was even doorzetten. De plaat is het resultaat van ups en downs, maar vooral downs uiteindelijk. Ik ben vrij pragmatisch: ik ken mensen aan de toog die elke avond grootse plannen maken. Aan deze plaat heb ik vijf maanden hard gewerkt, terwijl twee mensen ervan afwisten. En daarna heb ik de plaat in het wilde weg rondgestuurd, alsof ik een fles in de zee wierp.

Maar nu verzorgt een groter label je promotie.

Maris: Enkele mensen vroegen me al of ik nu niet bang was dat mijn plaat in de massa van andere platen zou opgaan. Er wordt in de eerste plaats geïnvesteerd in de epigonen van betere Britse en Amerikaanse acts. Pieter-Jan De Smet heeft het onlangs nog treffend verwoord: die business wordt gerund door mensen met een dagtaak, bang om hun job te verliezen. Er wordt vaak geschermd met ‘iets doen in de trant van’: Fuck, no! Die mensen hebben evenveel eigenheid als een meubel in IKEA.

‘The Billed Life’ hekelt een uitgestippeld nepleven.

Maris: Het leven zoals je het kent uit de reclame: ‘Maybe it’s the billed life awaiting me/ but I could never walk a straight line.’ Het leven dat je wordt aangepraat, de richting die je wordt uitgeduwd: God, kinderen en gezin, werk, enzovoort. Het is niet aan mij besteed. Weet je, je kunt je inborst niet veranderen. Ik heb het ook nooit gekund en ik heb me op die manier wel eens verloren gevoeld. Er zit veel egoïsme in, maar dat heeft te maken met het verloop van mijn leven. Ik sta voor mezelf in, en ik hoefde me bijvoorbeeld tegen niemand te verantwoorden als ik een tijd op rijst en droog brood leefde.

Ben je een eenzaat of kwelt die eenzaamheid je soms?

Maris: Beide, geloof ik. Je kunt geen eenzaamheid met eenzaamheid bestrijden, en in een massa steken die zaken net de kop op. Ik denk dat ik eerder een loner ben.

Door Gunter Van Assche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content