‘Het mag zich dan nog tijdens de oorlog afspelen, ‘Life is a Miracle’ is in de eerste plaats een liefdesverhaal.’ De Bosnische cineast Emir Kusturica wil duidelijk af van zijn imago als politiek filmer, maar blijft vooralsnog een controversiële figuur. Gesprek met een zelfverklaarde vrijbuiter. Door Ruben Nollet FOTO KRIS DEWITTE

LIFE IS A MIRACLE VANAF 30 JUNI IN DE BIOSCOOP

Emir Kusturica heeft een dorp gebouwd, ergens in de bergen van Bosnië. Het is zijn manier om te reageren op het feit dat hij zijn geboortestad Sarajevo niet meer binnen kan. Na de Dayton-akkoorden die in 1995 een einde maakten aan het conflict in Bosnië, werd zijn huis in brand gestoken door moslims. Kusturica begrijpt nog altijd niet goed waarom, want hij is nooit hun vijand geweest. ‘Als je niet met ons bent, dan ben je tegen ons, was hun redenering blijkbaar’, zucht hij en hij voegt er met een cynische grijns aan toe: ‘Overigens ook het motto van George Bush, heb ik gemerkt.’ Kus- turica heeft altijd geweigerd om Servië aan te duiden als grote boosdoener in de hele oorlog, en dat werd hem niet in dank afgenomen. Vooral in Frankrijk kreeg hij de wind van voren, ironisch genoeg ook het land dat hem de middelen geeft om films te blijven maken en dat hem als cineast op handen draagt – getuige de twee Gouden Palmen die op zijn schouw staan, voor Vader gaat op zakenreis en Underground.

Kusturica pendelt nu al bijna tien jaar tussen Belgrado, Parijs en Corfu, en dat was hij moe. Vandaar een eigen dorp. Het typeert hem, zowel zijn gebrek aan bescheidenheid (niet noodzakelijk een negatieve karaktertrek) als het belang dat hij hecht aan zijn roots. Die twee elementen kenmerken ook Kusturica’s nieuwe film Life Is a Miracle, die vorige maand nog deel uitmaakte van de Officië- le Selectie in Cannes. Het is een breed uitgesmeerde en barokke parabel over een Bosnische ingenieur die tijdens de oorlog een vrouw gijzelt om zijn krijgsgevangen zoon vrij te krijgen, maar smoorverliefd op haar wordt. Zoals gewoonlijk loopt het verhaal vol uitzinnige figuren die afwisselend feesten, zuipen, meppen, schieten, schreeuwen en gillen. Net als alles wat Kusturica al gemaakt heeft, lokte Life Is a Miracle in Cannes heel uiteenlopende reacties uit. Daar heeft de regisseur naar eigen zeggen geen probleem mee. Wat hem wel mateloos ergert, is dat iedereen altijd op zoek gaat naar politieke interpretaties van zijn films en vaak compleet overtrokken conclusies trekt. ‘Het is ongelooflijk hoe de media een compleet fictief beeld van je creëren,’ zegt hij, ‘en je raakt er maar niet van af. Het heeft lang geduurd voor ik wist hoe ik daarmee moest omspringen. Nu begrijp ik dat er in deze wereld goede en slechte mensen zijn, net zoals er goede en slechte dieren of bomen bestaan. Het probleem is dat er ook zoveel gemene mensen rondlopen, en die zijn lastiger. Het meest recente voorbeeld was de recensie in Variety, op het festival van Cannes. Ze vonden niks in de film om aanstoot aan te nemen en dus schreven ze maar een stuk over hoe ik de nationalistische partijen in Servië steun. Volgens hen zat ik in het bestuur van de Servische televisie, en stuurde ik regelmatig mensen de laan uit die niet deden wat ik vroeg. Dat is niet alleen onjuist, het is gemeen. In mijn ogen komt zoiets van mensen die niet van film houden. Als ik een goede film zie, voel ik me gelukkig. Wie zich met zulke artikelen bezighoudt, heeft geen plezier in het leven. Dat zijn gefrustreerde mensen die gevangenzitten in hun wereldje en die frustraties vertalen in kwaadaardige aanvallen op anderen.

In het begin van ‘Life Is a Miracle’ wordt het Bosnische dorp aangevallen door Kroatische beren. Vind je het dan vreemd dat mensen tussen de regels beginnen te lezen?

Emir Kusturica: Toen de oorlog in Kroatië begon, vluchtten de dieren weg voor de explosies en staken de grens met Bosnië over. Dat is een feit. In wezen doe ik niets anders dan Renoir. Hij begon zijn films ook graag met een uiteenzetting die elegant duidelijk maakte dat iets in de loop van het verhaal zou veranderen. In Life Is a Miracle heb je eerst de beren, die in mijn ogen symbool zijn voor de agressie die we allemaal in ons dragen. Vervolgens heb je het feit dat de Bosniërs die dreiging negeren, wat ook zo was. Ze wilden niet begrijpen dat er een oorlog woedde en dat die steeds dichterbij kwam. Ik herinner me dat ik in Sarajevo was terwijl er hevige gevechten aan de gang waren in Vukovar, 120 kilometer verderop. Maar niemand in Sarajevo trok zich dat aan. Ze wilden het niet zien. Dat zit blijkbaar in de menselijke natuur. Ik zie het nu ook in Irak. In de ene straat gaat alles zijn gewone gangetje en draaien de winkeltjes, terwijl je twee straten verder niets dan dood en vernieling aantreft. Zo heb ik mijn film opgebouwd. Het begint bij de beren, gaat verder met de voetbalwedstrijd, ontploft met de moord op een gouverneur en mondt uit in de oorlog. Allemaal feiten die ik gewoon op een rijtje zet.

Vond je het belangrijk om bij de feiten te blijven?

Kusturica: Eigenlijk niet, want heel die achtergrond is maar van secundair belang. Ik heb Life Is a Miracle gemaakt omdat ik een verhaal wou vertellen dat ik gehoord had, over een liefde die tot stand komt te midden van zo’n enorm conflict. Zoiets kan je niet verzinnen: een Servische of Kroatische man die verliefd wordt op een moslimvrouw die hij gevangen hield om te ruilen voor zijn krijgsgevangen zoon. Dat is de essentie van deze film, en eigenlijk voor al mijn films.

Waarom heb je er eigenlijk voor gekozen om dit verhaal tijdens de oorlog te situeren?

Kusturica: Om twee redenen. Enerzijds omdat het fait divers zich tijdens de oorlog afgespeeld heeft en ik dat ongelooflijk vond, maar ook omdat oorlog per definitie goed is voor de dramatiek. Oorlog is namelijk een onwaarschijnlijk rake definitie van hoe mensen zich gedragen, wat instant drama oplevert. Om diezelfde reden heb ik ook zoveel films gemaakt over zigeuners. Die wereld is vanaf het eerste moment anders en bizar.

Luka, je hoofdpersonage, blijft ondanks alles optimistisch. Jij ook?

Kusturica: Over de mensheid in het algemeen wel, al ben ik het niet altijd geweest. Tot Underground had ik een behoorlijk zwartgallige blik op de wereld. Ik denk dat ik van nature optimistisch ben, maar dan nog heb je de keuze om dat optimisme te tonen. In mijn films zitten altijd situaties waarbij je niet weet of je moet lachen of huilen. Ik houd van die gemengde gevoelens.

Heb je zelf onder de oorlog geleden?

Kusturica: Heel erg. Net zoals Luka in de film kon ik de eerste vijf maanden niet geloven dat er een burgeroorlog uitgebroken was. Mijn landgenoten hadden tenslotte 50 jaar lang zonder haat samengeleefd. Ofwel was ik dus bijzonder dwaas, ofwel was het een georkestreerd conflict, opgezet door mensen die baat hebben bij een onstabiele Balkan-regio. Kijk naar de paradoxale strategie die de westerse machten gevolgd hebben. Ze wilden de etnische zuivering stoppen en multi-etnische naties in het leven roepen. Maar Joegoslavië was altijd al een enorm multi-etnisch land. En wat heeft het Westen gedaan? Ze hebben Kroatië en Slovenië meteen erkend als onafhankelijke naties, in het midden van de oorlog, wat in strijd was met alle internationale wetten. Kijk nu hoe de regio er vandaag bij ligt. Nu heb je zes nationalistische staten die heel kwaad zijn op elkaar. Daar moet ik geen tekening bij maken, denk ik.

Dat moet vroeg of laat weer fout lopen, denk je.

Kusturica: Onze Nobelprijswinnaar literatuur Ivo Andric zei ooit dat oorlogen nooit problemen oplossen, maar er enkel nieuwe in het leven roepen. Volgens hem komt daar in de nabije toekomst weer oorlog van. Met die angst zullen we moeten leren leven. Eén vonk kan genoeg zijn om de hele regio opnieuw te doen ontvlammen.

Jouw personages gedragen zich vaak als halve psychopaten. Ze zuipen zich te pletter, schieten wild in het rond en pakken alles wat op twee poten loopt. Geen wonder dat daar oorlog is losgebarsten, denk je als buitenstaander spontaan.

Kusturica: Joegoslavië is een gebied dat perfect geschikt is om te analyseren volgens de ideeën van Carl Gustav Jung. Het is een kwestie van het collectieve onderbewuste. Ik weet nog dat Angelopoulos minachtend zei dat ik alleen maar films maak over mensen die dansen en drinken en zingen. (lacht) Maar dat is de wereld die ik ken en waarvan ik houd. Het leven is er als carnaval, en dat vind ik prachtig. Maar ik ga toch ook dieper dan dat. Zowel in Underground als hier kan je de oorlog al zien in het gedrag van de personages. Ik weet nog goed dat de mensen in Sarajevo zich tijdens de weken voor de oorlog spontaan in groepjes opdeelden om te drinken en met elkaar bezig te zijn. Achteraf bekeken was dat ongelooflijk, want toen was nog geen sprake van oorlog. Waarschijnlijk voelden we onbewust dat er iets op til was en vonden we het makkelijker om met die angst om te gaan door ons te groeperen. Bovendien zijn we overtuigde hedonisten. We doen niets liever dan feest vieren en ons uitdrukken in gezangen en met onze lichaamstaal. En wat dat schieten betreft: voor de oorlog had bijna iedereen een geweer of een pistool in mijn land.

Omdat jullie graag schieten?

Kusturica: Je moet de geschiedenis van Joegoslavië kennen. We hadden het vierde best uitgeruste leger ter wereld. We zaten op de grens tussen Oost en West en waren zeven jaar lang het doorgeefluik van wapens naar Irak en Iran. We hadden een heel sterke geheime politie, bijna zoals in Oost-Duitsland maar niet helemaal. Alles bij elkaar profiteerde mijn land heel goed van de conflicten in de wereld. Ik noem Joegoslavië altijd het enige land dat verloren heeft bij het einde van de Koude Oorlog. Dat was onze grote bron van inkomsten. Met het vallen van het IJzeren Gordijn klapte heel die lucratieve wapenhandel plots in elkaar. Om in de gunst te blijven van de bevolking zijn die handelaars van alles beginnen uitdelen, waaronder heel veel wapens. Jou wordt ook wel eens seksisme aangewreven. Als je een vrouw in beeld brengt, richt je de camera vaak op haar billen.

Kusturica: Eros maakt deel uit van de kunst. Als je geen inspanning doet om wat erotiek in je werk te stoppen, ben je fout bezig. Ik vind cinema een kunstvorm die zich constant afspeelt tussen de liefde en de dood. Je bent met andere woorden verplicht om ook met seksualiteit bezig te zijn als je geen eenzijdige films wil maken. Je moet het volle spectrum van het leven aan bod laten komen.

Qua stijl en toon liggen al jouw films dicht bij elkaar. Vind je nooit dat je in herhaling valt?

Kusturica: Ik weet heel goed dat ik in herhaling val. Ik doe wat ik weet, de dingen waar ik goed in ben. En blijkbaar zijn de meeste mensen het nog niet beu. Kijk, ik zou makkelijk compleet van stijl kunnen veranderen, maar wie zegt dat het dan nog goed zal zijn? Ik wil me niet vergelijken met de groten uit de kunstgeschiedenis, maar je gaat toch ook niet aan Chagall zeggen dat hij steeds vliegende voorwerpen en bruiden en nachtelijke dorpen in zijn schilderijen afbeeldt? Dit is wat ik doe.

Is er een band tussen je films en de muziek die je met je band No Smoking maakt?

Kusturica: Absoluut. Zowel in mijn muziek als in mijn films put ik inspiratie uit de tradities van mijn volk, zowel in de verhalen als in de manier waarop mensen zich gedragen. Mijn muziek is interessant omdat ik uit een hoek van de wereld kom die op het kruispunt van veel invloeden ligt. Er zitten een hoop verscheiden elementen in, van joodse trouwmuziek over Turkse melancholie tot nos- talgische Slavische melodieën. Als je al die invloeden samenbrengt, krijg je iets ongelooflijks.

Je hebt blijkbaar geen gebrek aan ideeën of verhalen. Zullen we toch weer zes jaar op een nieuwe film moeten wachten?

Kusturica: Neen, want volgend jaar maak ik weer een film. Ik zou graag om het anderhalf jaar iets draaien. Wat het precies wordt, weet ik niet. Ik speel met twee verhalen. Mezelf kennende, zal ik uiteindelijk toch weer iets anders doen. Om het in voetbaltermen uit te drukken: ik dribbel mezelf graag.

Je hebt al vaak gezegd hoezeer je televisie haat. Waarom?

Kusturica: Ik kijk om te beginnen nooit tv, behalve als ik op hotel ben. Los daarvan ben ik geen actieve tegenstander van het medium. Alleen wou ik benadrukken hoeveel fouten televisiejournalisten maken. Ik maak al 25 jaar films en het kan me niets schelen of mijn naam juist uitgesproken wordt. Maar als journalisten foute informatie verspreiden over de oorlog trek ik me dat wel aan. Sommigen brachten gekleurde verslagen uit omdat ze emotioneel reageerden op wat ze zagen, anderen hadden heel strategische bedoelingen, maar heel vaak was het compleet eenzijdig en fout wat ze vertelden. Ik zal je één voorbeeld geven. Ik denk dat bijna iedereen in het Westen denkt dat Bosnië ooit een vredevol land was en dat de Serviërs er op een dag binnengevallen zijn om moslims uit te moorden. Daarmee vergeten die mensen wel dat de Bosnische bevolking voor ongeveer de helft al uit Serviërs bestond. Dat is maar één voorbeeld van de foute berichtgeving. Het deed pijn om dat allemaal te moeten aanhoren. Ik heb het grootste deel van de oorlog in Frankrijk doorgebracht en ik kreeg het op mijn heupen van al de nonsens die ik overal hoorde.

‘Life Is a Miracle’ eindigt met een onverbloemde uithaal naar die verslaggeving.

Kusturica: Ik heb er heel lang over nagedacht. Eerst vroeg ik me af wie van de personages uiteindelijk moest overleven. Daarna heb ik lang gezocht naar de manier waarop ze moesten overleven. Het antwoord vond ik toen ik dacht aan hoe de perceptie van de meeste mensen gevormd wordt. Meestal gebeurt dat via korte tv-berichten. ‘Breaking news! Live uit Bosnië!’ Dat soort dingen. De meeste mensen hebben die uitzendingen tegenwoordig nodig om zich een beeld van de wereld te vormen. Toen ik daarop kwam, viel alles op zijn plaats.

Je bent sinds de oorlog niet meer terug geweest naar Sarajevo. Komt het er ooit nog van?

Kusturica: Neen. Ik heb zelfs geen zin meer, en dat heeft niet eens enkel met de oorlog te maken. Ik heb mezelf de laatste vijfentwintig jaar zo ontwikkeld dat ik een totaal andere persoon geworden ben. In hun ogen ben ik een verrader en de vijand, hoewel dat absoluut niet zo is. Ik was gewoon heel realistisch en pragmatisch. Ik probeerde een oplossing te zoeken die ieders leven bewaarde, maar dat was niet genoeg. Voor hen was ik niet ideologisch en dus ongewenst.

Denk je dat de toekomst beterschap brengt?

Kusturica: Ik betwijfel het. Ik zie in elk geval niets dat in die richting wijst. Hoe kan er beterschap komen? Er is geen geld, geen industrie, ze zijn kwaad. Niet meteen de voedingsbodem voor een mooie toekomst.

Ruben Nollet

‘Eros maakt deel uit van de kunst. Als je geen inspanning doet om wat erotiek in je werk te stoppen, ben je fout bezig.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content