‘IK BEN ALTIJD EEN DIESEL GEWEEST’

© JEF BOES

Ze was dit jaar al te zien in De Ronde, Wat als? en Het goddelijke monster. 2011 sluit Charlotte Vandermeersch af als alter ego van Sien Eggers, in de nieuwe Canvascomedy Red Sonja. ‘Ik sta nog maar aan het begin.’

RED SONJA

Vanaf 5/12 op Canvas.

Als dit Hollywood was geweest, dan hadden we Charlotte Vandermeersch een it-girl genoemd. De 27-jarige actrice stak enkele jaren geleden haar neus aan het venster in Dagen zonder lief van Felix van Groeningen – met wie ze vandaag een relatie heeft – en Loft van Erik Van Looy, en sindsdien duikt ze overal op. Na Turquaze, de debuutfilm van Kader Balci, volgden rollen in de twee meest besproken tv-series van dit jaar, als Liesje in De Ronde en als journaliste Greet Verbeeck in Het goddelijke monster. Tussendoor bewees ze in Wat als? dat het aloude cliché dat vrouwen en humor niet samengaan onzin is, én dat Barbie in je bed krijgen op een teleurstelling kan uitdraaien.

Vandermeersch rondt haar wonderjaar in schoonheid af, want vanaf begin december speelt ze mee in Red Sonja, een nieuwe comedyreeks op Canvas. Daarin gaat een oudere vrouw (Sien Eggers) via de computer in een virtuele, Second Life-achtige wereld op zoek naar de affectie die ze thuis mist – haar man is door een ongeval in een coma beland. Op het internet doet het verlegen besje zich voor als de mooie, blonde en zelfverzekerde Red Sonja, een rol van Vandermeersch. Net als Duts is Red Sonja een comedy die het niet van de billenkletsers moet hebben. Ze legt de nadruk op de tragikomische situaties waarin Odette verzeilt doordat ze steeds meer moeite heeft om werkelijkheid en fantasie gescheiden te houden, en hoe de andere bewoners van haar flatgebouw daarop reageren.

Was Sien Eggers tevreden met haar alter ego?

CHARLOTTE VANDERMEERSCH: Dat was ongelooflijk. Tijdens de eerste lezing deed ik een paar suggesties en toen zat ze daar al te roepen van: ‘Dat is ze, dat is ze, mijn alter ego!’ (Lacht) En je voelde ook dat ze het meende, dat ze niet aan het zeveren was. Ik was daar heel blij om: wat zij in haar carrière al gedaan heeft, is onwaarschijnlijk. In de gloria bijvoorbeeld: dat is de natte droom van elke acteur.

Zijn jullie scènes apart opgenomen of stonden jullie samen op de set?

VANDERMEERSCH: We waren bijna altijd samen, zodat wij meteen elkaars plaats konden innemen. Als Odette aan het chatten is, verandert ze tijdens het gesprek in mij, of als een kerel van de koerierdienst een pakje komt afgeven en ze hem in haar fantasie binnendoet, dan zie je hoe ik die man vastpak.

Ah, je komt dus ook achter de computer uit? In de eerste aflevering zag ik Red Sonja enkel chatten en ik dacht: echt uitdagend is die rol toch niet?

VANDERMEERSCH: In het begin is Red Sonja alleen het alter ego van Odette als ze achter de computer zit, maar gaandeweg dringt ze ook tot haar echte leven door. En dat neemt steeds extremere vormen aan: als Odette de drang voelt om iemand uit te kafferen, of als ze iemand in elkaar wil slaan, komt Red Sonja naar boven. Ik heb dus heel veel stoempen moeten uitdelen. (Lacht) Ik vond het superspannend om te doen, omdat het personage zo uitvergroot is en omdat ik echt moest proberen in Siens hoofd te kruipen. Want je bouwt niets op, hé: het ene moment zit zij te telefoneren en plots moet ik overnemen en meteen de persoon aan de andere kant beginnen uit te schelden. Je moet direct heel hoog zitten, terwijl het toch geloofwaardig moet blijven. Niet gemakkelijk als ze zeggen: ‘Oké, Charlotte, jouw beurt, kruip maar op die machine om te masturberen.’ (Lacht)

In ‘Het goddelijke monster’ speelde jij een van de weinige personages die niet uitvergroot werden. Blij dat je ditmaal wel over the top kon gaan?

VANDERMEERSCH: Het was fijn om eens vette strepen te trekken, ja. In Het goddelijke monster voelde je dat mijn personage niet door Tom Lanoye was bedacht, dat het ontwikkeld was vanuit het scenario. Daardoor stond ik een beetje in dienst van de andere acteurs, die helemaal loos mochten gaan. Maar goed, ik heb me geamuseerd en was al blij dat ik erbij mocht zijn.

Je was in 2011 op tv te zien in elke serie waar veel om te doen was, van ‘De Ronde’ over ‘Wat als?’ tot ‘Het goddelijke monster’. Beschouw je dit zelf als je doorbraakjaar?

VANDERMEERSCH: Het was een belangrijk jaar en je ziet dat de dingen intenser worden, maar aan de andere kant sta ik ook nog maar aan het begin. In De Ronde of Het goddelijke monster had ik een dienende rol, en van mijn verhaallijnen sloeg je niet achterover. Maar dat geeft niet: ik ben altijd een beetje een diesel geweest. Ik heb het graag als alles gestaag maar zeker groeit.

Eind 2010 zei je naar aanleiding van je rol in de film ‘Turquaze’ nog dat je blij was dat je niet herkend werd op straat. Is dat een jaar later anders?

VANDERMEERSCH: Nog altijd niet te vaak, gelukkig. Onlangs moest ik een vriend oppikken aan het station van Berchem. Toen die instapte, passeerde er heel traag een wat bezopen uitgezakte vent met lang vettig haar. Hij stopte, keek naar mij en deed zo (wijst en lipt ‘Charlotte Vandermeersch’, nvdr.). En mijn vriend zei: ‘Die kerel zei jouw naam.’ Toen deed hij het nog een keer, en liep door. Dat was echt een bevreemdend moment: dat iemand je herkent door de ruit van je auto en ook nog eens ostentatief wil tonen dat hij jou gezien heeft. (Lacht)

Veel reacties gekregen op jouw Barbiepersonage uit ‘Wat als’?

VANDERMEERSCH: Wel, ik ga je iets bekennen. Even na de uitzending werd ik door de politie tegengehouden en toen ik stilstond, besefte ik: ‘Shit, ik heb mijn rijbewijs niet bij.’ Ik had een andere handtas meegenomen en alles lag nog thuis. Dus ik draai mijn raampje naar beneden, die agenten zien mij en wat zeggen ze? ‘Ah, maar gij hebt geen foef!’ (Lacht) ‘Neen meneer agent, inderdaad, ik heb geen foef.’ ‘Allez vooruit, het is goed, rij maar door.’ Toen dacht ik: zou dit het dan zijn, het BV-schap? (Lacht)

Is ‘Red Sonja’ ook een soort metafoor voor acteren zelf? In een alter ego kruipen om met dingen uit je eigen leven om te gaan?

VANDERMEERSCH: Eigenlijk is Red Sonja een emancipatieverhaal, over een vrouw die op zoek gaat naar een beetje warmte en daarom een alter ego bedenkt. Tot ze dankzij dat personage weer genoeg zelfvertrouwen heeft gekregen en het niet meer nodig heeft. Ikzelf heb precies het omgekeerde proces doorgemaakt: vroeger had ik een duidelijk idee van wat ik wilde zijn, van wat de beste versie van mezelf was, en zo probeerde ik dan ook te leven. Maar dan kom je erachter dat dat niet helemaal eerlijk is, dat je jezelf én anderen voorliegt. Zo zorg je ervoor dat mensen dingen van je verwachten die je niet aankunt, omdat je de hele tijd gedaan hebt alsof ze alles mochten vragen. Op den duur durf je niet meer kwetsbaar te zijn of toe te geven dat niet alles is zoals het lijkt.

Je noemde jezelf ergens ’te perfectionistisch’ om te geloven dat je genoeg talent had om te acteren.

VANDERMEERSCH: Ja, dat kan raar klinken, maar als je toneel speelt, sta je met je hele lichaam en ziel op het podium. Acteren vertrekt altijd vanuit jezelf. Pas als je je eigen kern kunt omvormen tot de personages die je speelt, wordt het authentiek en mooi. Als je twijfelt en te weinig zelfvertrouwen hebt, zul je dat ook zien op het toneel. Ik was te perfectionistisch in de zin dat ik aan een perfect beeld wilde voldoen en daardoor onzeker werd. Net als in mijn echte leven had ik een bepaald ideaal voor ogen dat ik tevergeefs nastreefde.

Het eerste jaar op de toneelschool was super, ik had enorm veel goesting en energie, en dat vonden ze heel tof. Maar op een gegeven moment moet je verder gaan en heftiger dingen spelen, dieper graven, en toen lukte het niet meer. Ik wilde het te goed doen, durfde mezelf niet bloot te geven en daardoor liep ik vast. Mijn tweede jaar was mijn ‘blokkagejaar’, en dat viel samen met een hoop problemen thuis, dingen die niet opgelost waren in mijn eigen leven. Die twee waren helemaal verweven: het was pas toen het op het thuisfront en op persoonlijk vlak beter ging, dat ik me ook vrijer voelde op het toneel. En het plezier dat ik daar had, zorgde er dan weer voor dat ik in mijn eigen leven vooruitging. Het is heel bizar: acteren beïnvloedt heel hard mijn leven, en omgekeerd.

Jij zat in de laatste klas van Studio Herman Teirlinck, voor die school opging in de Hogeschool Antwerpen. Was dat een nadeel?

VANDERMEERSCH: Neen, eigenlijk het tegenovergestelde. Er hing op dat moment een ‘het is hier allemaal naar de kloten’-sfeer, en de mensen die ons lesgaven – Damiaan De Schrijver, Peter Van den Eede… – deden dat in de eerste plaats uit idealisme. Zij wilden vooral dat wij ons zouden amuseren en ons goesting deden, en net dat heeft ervoor gezorgd dat ik openbloeide. Het was alleen een beetje ontmoedigend dat er steeds minder volk kwam naar de voorstellingen die we moesten organiseren. Maar toen ik mijn eindwerk op het podium bracht, zat Felix in de zaal en hij heeft me daarna gevraagd om auditie te doen voor Dagen zonder lief. Zo is mijn carrière aan het rollen gegaan.

In de videoclip voor ‘Ik ben een meisje’ van Roy Aernouts, waarin een hele reeks actrices de tekst van het nummer lipt, zing jij onder meer de zin ‘Ik weet nog steeds niet echt wie ik ben’. Is dat je op het lijf geschreven?

VANDERMEERSCH: Goh ja, daarom ben ik ook gaan acteren: om te gaan graven, om erachter te komen wat er echt is en wat niet. Spelen is natuurlijk doen alsof, maar je moet je ook zo hard geven dat de dingen echt zijn op het moment zelf. Als dat niet lukt, sta je als een stijve hark te acteren. Daar moest ik mee afrekenen in de toneelschool. Pas als je aanvaardt wie je bent, voel je je veel vrijer om het achterste van je tong te laten zien, en dan wordt het veel interessanter. Nu, dat besef is er pas gekomen in het derde jaar, en sindsdien is het een geleidelijke evolutie geweest. Ik streef ernaar om dat meer toe te laten, maar dat is iets wat moet groeien.

Ik weet dus nog altijd niet helemaal wie ik ben als actrice. Onlangs deed ik samen met Koen De Graeve, Günther Lesage en Pieter Genard mee aan een evenement in de Monty, waarbij enkele jonge schrijvers een week kregen om een tekst te maken en wij die dan ’s zondags moesten brengen. Wij konden dat script dus letterlijk twee keer lezen voor we het podium op moesten. Dan merk je dat die mannen al veel verder staan dan ik. Zij weten waarop ze kunnen terugvallen en waar ze goed in zijn, terwijl dat voor mij veel meer zoeken was. Ik was doodnerveus, je kunt je dat niet voorstellen: ik had diarree, ik was aan het beven, ik zat echt aan de grond. Maar ik heb me wel gesmeten en achteraf kreeg ik ook goede reacties. Alleen Felix zei: ‘Je zou eigenlijk nog meer jezelf moeten durven te zijn.’ Hij ziet dat allemaal, hij kijkt dwars door mij heen. Dat is heel confronterend, maar het is wel goed om iemand te hebben met wie je daarover kunt praten.

Op het internet zag ik een interview met jou over ‘The Broken Circle Breakdown’, de nieuwe film van Felix. Daarin was je heel nuchter over het feit dat jij de hoofdrol niet had gekregen. Heb je je daar echt zo gemakkelijk bij neergelegd?

VANDERMEERSCH: Helemaal niet, maar wat moet je op zo’n moment zeggen? (Lacht) Ik voelde wel al op voorhand dat het moeilijk zou worden, maar het was toch keihard. Ook omdat het zo’n mooie rol is: iedere actrice die auditie had gedaan, was er kapot van toen niet zij, maar Veerle (Baetens, nvdr.) de hoofdrol kreeg. Maar ik was natuurlijk wel de enige die ook daarna bij veel opnames en vergaderingen aanwezig was, bij wie het pijn bleef doen. (Lacht) Neen, als je ziet hoe mooi het resultaat is geworden, en hoe goed Veerle is, dan kun je niet anders dan je erbij neerleggen. Het verhaal van The Broken Circle Breakdown is ook zo intens dat het waarschijnlijk niet gezond was geweest voor onze relatie als ik de hoofdrol had gespeeld. De personages maken zulke heftige dingen mee dat de acteurs heel intiem moeten gaan en een speciale band moeten ontwikkelen om de gevoelens van het scherm te laten spatten. Als je lief dan staat te regisseren… Achteraf zeiden we tegen elkaar: ‘ Chance dat we dat niet hebben gedaan, want het was heel zwaar geweest.’

Terwijl de film afgelopen zomer opgenomen werd, stond jij natuurlijk wel op de planken met ‘Trojaanse vrouwen’, ook geen licht verteerbare kost.

VANDERMEERSCH: Ja, dat klopt. Terwijl Felix’ film aan het draaien was over een vrouw die haar kind verliest, speelde ik elke avond Andromache, een vrouw wier kind ter dood wordt gebracht waar ze bij staat. Dat was zo bizar. Wij zijn eigenlijk samen wekenlang verdrietig geweest. Ik kan zo’n rol maar goed spelen als ik me daar echt op instel, en de opnames van de film waren zo intens dat Felix ook neerslachtig rondliep. Als we elkaar zagen, waren we allebei heel sentimenteel en emotioneel, en kregen we snel tranen in de ogen. Het was een heftige zomer. (Lacht)

Naast Andromache was je het afgelopen jaar ook Olga in ‘Oblomow’. Dat zijn toch personages met veel meer vlees dan die die je op tv speelt.

VANDERMEERSCH: Ja, theater is een soort laboratorium waar je meer kansen krijgt om jezelf te ontwikkelen, omdat je meer zelf kunt sturen. Ik ken dat medium ook al veel langer, en daarom durf ik er waarschijnlijk meer. Maar ik ben er gerust in dat de evolutie die ik daar doormaak zich naar mijn werk op tv of in de film zal doorzetten: de voorlopers zijn altijd in het theater, en later pluk je daarvan de vruchten. Dankzij theater heb ik nu al veel meer lef dan vroeger. Toen ik een paar jaar geleden meedeed in Dag & Nacht (de vtm-serie over een hotel in Tongeren, nvdr.), kende ik dat medium nog niet echt, en durfde ik niet veel. Ik stond daar stilletjes op die set en dacht: die mensen zullen wel weten hoe het moet. En dan merk je dat ze het toch niet zo goed weten, dat je personage van bordkarton is en dat je vastzit aan iets wat je eigenlijk niet zo leuk vindt. Daarna dacht ik: ik moet meer vertrouwen hebben in mezelf, in mijn eigen inschatting en aanvoelen. Ik heb daar echt wel uit geleerd. Volgend jaar zit ik in Deadline (een politieke dramareeks op vtm over de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen, nvdr.) en het personage dat ik daar speel, is heel breed en rijk, een echt dragende rol. Ik heb het gevoel dat die serie niet toevallig nu komt, nadat ik anderhalf jaar in het theater meer van mezelf heb gevraagd. Als men mij een jaar geleden een grote rol had aangeboden, in bijvoorbeeld Het goddelijke monster, dan had dat mij waarschijnlijk de adem benomen. En nu denk ik: Deadline, dat is heftig en spannend, maar ik kan dat aan, ik wil me erin smijten.

Tot slot: eind vorig jaar zei je dat je in je carrière ‘alle archetypische rollen wilde spelen, van non over moeder tot hoer’. Zijn er dingen die je in 2011 hebt mogen afvinken?

VANDERMEERSCH:(Denkt na) Andromache in Trojaanse vrouwen, de tragische moederfiguur, die zeker. En Barbie, die is ook redelijk archetypisch hé? Maar die is voor mij nog niet uitgemolken: een poppemieke met een hoek af, dat wil ik nog wel vaker spelen. (Lacht)

STEFAAN WERBROUCK – FOTO’S JEF BOES

CHARLOTTE VANDERMEERSCH – ‘TOEN IK ONLANGS DOOR DE POLITIE WERD TEGENGEHOUDEN, ZEIDEN ZE: ‘AH, MAAR GIJ HEBT GEEN FOEF!’ EN IK MOCHT DOORRIJDEN.’

CHARLOTTE VANDERMEERSCH – ‘NOG EEN GELUK DAT IK DE HOOFDROL IN ‘THE BROKEN CIRCLE BREAKDOWN’ NIET HEB GEKREGEN. DAT WAS VOOR MIJN RELATIE MET FELIX TE ZWAAR GEWEEST.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content