Na zijn doorbraak met ‘Mona Lisa’ stak de Ierse cineast Neil Jordan de Grote Plas over, maar de catastrofale komedie ‘We’re No Angels’ (met Sean Penn en Robert De Niro) deed hem met de staart tussen de benen weer huiswaarts vliegen. Sindsdien heeft de cineast een knipperlichtrelatie met Tinseltown: ‘The Crying Game’ maakte hij met Britse ponden; ‘Interview with the Vampire’ en ‘Michael Collins’ met yankeedollars. ‘Af en toe moet je een film maken waar ook volk naar komt kijken.’

Het is alweer van 1999 en het barslecht onthaalde ‘In Dreams’ geleden dat u nog eens de oversteek waagde. Hoe hebben de Hollywoodwolven u opnieuw kunnen overhalen?

Neil Jordan: Dat was niet zo moeilijk (lacht). Als ik een kleine Ierse film draai, vertelt iedereen me hoe goed ze hem wel niet vonden, maar blijkt er uiteindelijk niemand te zijn gaan kijken. Maar durf ik in zee te gaan met Hollywood, dan schreeuwt iedereen moord en brand. Ik lig niet meer wakker van de meningen van anderen. Zolang ik mijn stempel op een film kan drukken ben ik gelukkig.

Zelfs uw succesvolste Hollywoodprent, ‘Interview with the Vampire’, was een zware bevalling. Bent u nu beter gepantserd tegen de inmenging van anderen?

Jordan: Ik ben ouder en volwassener, dat helpt (lacht). Bovendien heb ik geleerd dat ik heel duidelijk moet vertellen hoe ik alles ga aanpakken. Het ergste dat je kan overkomen is dat ze je de film uit handen nemen tijdens de postproductie. Dat overkwam me ten tijde van mijn eerste Hollywoodproductie High Spirits en dat wil ik nooit meer meemaken.

Heeft producer en notoire regelneef Joel Silver zich dit keer niet proberen te bemoeien?

Jordan: Helemaal niet. Sterker nog: Jodie en hij hebben me enorm veel speelruimte gegeven. Dat was niet vanzelfsprekend, want ik werd pas in een later stadium bij het project betrokken. Ik mocht zelfs het scenario onder handen nemen. Een unicum in Hollywood!

Steekt u uw tijd niet liever in een origineel idee?

Jordan: Nee, want het uitgangspunt was echt iets voor mij. Net zoals in mijn andere films gaat het om een hoofdpersonage dat zichzelf niet helemaal begrijpt. Erica ontdekt dingen over zichzelf die ze niet wist en bereikt een punt waarop haar moreel kompas aan diggelen wordt geslagen.

Toch roept het scenario ontegensprekelijk herinneringen op aan die verzameling foute ‘vigilante flicks’ uit de jaren 70.

Jordan: Ik moet toegeven dat ik al die troep nooit heb gezien. Op dat moment was ik te druk bezig met het bekijken en herbekijken van de films van Ingmar Bergman. Natuurlijk had The Brave One een goedkoop wraakthrillertje kunnen worden, maar dan had ik niet aan het project meegewerkt. Ik was vooral geïnteresseerd in de impact van Erica’s daden op haar eigen psyche. Haar gesprekken met politieagent Mercer leveren wat mij betreft het interessantste materiaal op. Waarom zou hij boeven mogen neerknallen en zij niet?

Kan u als Ier iets toevoegen aan dit typisch Amerikaans verhaal?

Jordan: Dat etiket zou ik niet op deze film plakken. Volgens mij kan het verhaal zich evengoed in Dublin of Londen afspelen. We leven in onzekere tijden. Niemand weet nog wie er te vertrouwen valt. Angst lijkt wel de norm. Daardoor kunnen clowns als Tony Blair jarenlang aan de macht blijven.

Wordt u, de zelfverklaarde Europese linkse rakker, conservatiever met de jaren?

Jordan: Geen sprake van! Dat ik toegeef dat ik af en toe zin heb om iemand op zijn smoel te slaan – een drang waaraan ik trouwens altijd kan weerstaan – wil nog niet zeggen dat ik een rechtse rukker ben.

Maar zou u een gelijkaardige prent tien jaar geleden ook hebben gemaakt?

Jordan: Dat denk ik niet. De bloeddorst die Erica ervaart, zou me destijds niet hebben geïnteresseerd. Het is me nog altijd niet helemaal duidelijk waarom het script me nu wel raakte. De taboesfeer van het onderwerp, misschien? Het feit dat het hoofdpersonage een vrouw is? Of misschien zit er diep in mij wel een gewelddadige killer, wie zal het zeggen?

Volgens sommige critici zou ‘The Brave One’ geweld verheerlijken. Dat kan toch niet uw bedoeling zijn geweest.

Jordan: Onbegrijpelijk vind ik dat. Een jonge regisseur zou die moordscènes waarschijnlijk heel gratuit in beeld hebben gebracht. Je weet wel: lichamen die in slow motion door ramen vallen en auto-explosies die vanuit alle mogelijke camerastandpunten worden gefilmd. Ik heb er juist voor gezorgd dat het geweld iets heel onbehaaglijks en smerigs krijgt. Het opzet was dat de kijker daar vooral geen plezier aan mocht beleven.

Gold dat ook voor het einde? Da’s in mijn ogen teleurstellend braaf.

Jordan: Mijn god, dat einde! Daar valt echt iedereen me over aan. Volgens mij zijn we net voor de moeilijkste optie gegaan. De balans tussen goed en kwaad wordt allesbehalve hersteld en Erica eindigt als een verloren ziel in het vagevuur. Toch niet bepaald een typisch Hollywoodeinde, me dunkt.

Had u deze film gemaakt indien het hoofdpersonage een man was geweest?

Jordan: Vermoedelijk niet. Dat het om een vrouwelijke vigilante gaat, geeft de film iets dubbelzinnigs. Enerzijds leef je met Erica meer mee omdat ze een vrouw is. Anderzijds zorgt dat ervoor dat haar daden moeilijker te slikken zijn. Van een man zou je dergelijk irrationeel, gewelddadig gedrag nog enigszins accepteren.

De gespannen machtsverhoudingen tussen de seksen blijven u duidelijk boeien.

Jordan: Mannen en vrouwen zijn compleet verschillende wezens, niet? Telkens als ik met mijn vrouw bel, lijkt het alsof ik met een schepsel van een andere planeet moet communiceren (lacht).

Wij daarentegen communiceren perfect met uw vrouw!

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content