Een ongeschreven wet luidt dat het op het vlak van de geluidsdragers om de twintig jaar tijd is voor een revolutie. Dat zou betekenen dat het rijk van de cd stilaan uit is. Alle heil wordt nu verwacht van de Super Audio CD (SACD), een geperfectioneerde versie van de cd. Maar gaat het hier om een waardevolle vernieuwing of probeert de platenindustrie gewoon de winkel draaiende te houden?

SACD’s die deze week uitkomen: ‘THE POLICE – THE CLASSICS’ (A&M).Bruce Springsteen & The E Street Band: ‘Live In New York City’ (Columbia).Clouseau: ‘En Dans’ (EMI). Diana Krall: ‘The Look Of Love’ (Universal).

Verschijnt op 31/3: Pink Floyd: ‘Dark Side Of The Moon’ (EMI).

Op het eerste zicht is er weinig nieuws onder de zon. De Super Audio CD heeft hetzelfde formaat als een gewone cd en ziet er identiek uit. Maar schijn bedriegt: de SACD kan immers vier keer zoveel informatie bevatten als zijn voorganger, waardoor het mogelijk wordt surround klankdata op te slaan. Terwijl je op een gewone cd alle info moet comprimeren, krijgen de geluidssignalen in het nieuwe systeem meer ruimte. Muzikanten vertellen vaak dat ze overweldigd zijn als ze, op het einde van het opnameproces, voor het eerst in de studio op dure apparatuur naar het afgewerkte product luisteren. Des te teleurstellender is het dan, zeggen ze, om vast te stellen hoeveel vlakker de cd klinkt als je die nadien thuis oplegt. Het brede klankspectrum van Super Audio CD moet een einde maken aan die frustratie. De producers krijgen immers de kans om de mix over zes aparte kanalen te spreiden. Een verbeterde dynamiek is dan ook dé grote troef van de SACD.

Producers die oude platen op SACD-maat hermixen, grijpen terug naar de mastertapes, de originele banden dus. In feite proberen ze de muziek te herscheppen zoals ze initieel bedoeld was. De zes luidsprekers van een SACD-installatie geven je dan het gevoel omcirkeld te worden door klanken. De instrumenten worden uit elkaar getrokken. Je kan Kind Of Blue, de Miles Davis-klassieker, nu beleven alsof je de klok 44 jaar terugdraait en zelf bij de opnames aanwezig bent. Sluit je ogen en het lijkt alsof in elke hoek een muzikant staat die live speelt. Geen wonder dus dat The Rolling Stones direct bereid waren om heel hun catalogus met behulp van deze nieuwe technologie te laten opkalefateren. Zelfs al zijn deze SACD’s in stereo – het heeft geen zin om opnames die in mono of op twee sporen werden gemaakt om te zetten naar surround -, de toegenomen geluidskwaliteit garandeert ontdekkingen. De bas van Bill Wyman klinkt niet langer als gebrom en nooit eerder kon je zo helder een sitar onderscheiden in het nummer Street Fighting Man. Heel wat artiesten zijn ervan overtuigd dat hun muziek nu beter tot zijn recht kan komen. Pete Townshend van The Who zit op dit eigenste ogenblik in de studio om de musical Tommy tot een orgie van klanken om te bouwen en Brian May is naarstig op zoek naar de mastertapes van Queen, vastbesloten om het beeld dat we van zijn muziek hebben eindelijk bij te stellen.

Omdat de producers de platen weer moeten invullen, herdénken zelfs, staan ze soms wel voor ingrijpende artistieke keuzes. ‘Het is een hele uitdaging’, vindt Hans Francken, sonisch architect achter Clouseaus En Dans. Francken kreeg na de voltooiing van dat album zes extra dagen studiotijd om het in surround te gieten. Omdat SACD een volledig nieuw medium voor hem was, nam hij Roland Prent onder de arm, mixer in de Galaxy studio’s in Mol en met zijn vijf jaar ervaring dé expert in dit land in het kersverse systeem. Hoewel het een serieuze investering vergde, was Galaxy een van de weinige studio’s die in 1998, dus lang vóór de commercialisering van het systeem, al op de kar sprong. ‘Als je in surround mixt, wordt het snel duidelijk hoe de muziek het best functioneert’, zegt Prent. ‘Als de speakers in de studio juist zijn opgesteld en je heel goed luistert, merk je wat werkt en wat niet. Toen ik Mooi van Clouseau voor het eerst op SACD hoorde, pakte die ballad me nog meer dan voordien. De strijkers hebben een nog grotere impact. Dat was echt wel een openbaring.’ Ook Sea Change van Beck, een plaat die dik in de violen zit, leent zich enorm voor het nieuwe procédé. Op SACD hoor je het orkest niet spelen, je voélt het fysiek. SACD verplicht je om op een intensere manier naar muziek te luisteren.

Is de SACD voor de muziekindustrie een speeltje om de winkel draaiende te houden? Er zijn redenen genoeg om de nieuwe drager met het nodige scepticisme te onthalen. De platenindustrie heeft de voorbije jaren al zo vaak visjes uitgeworpen: de minidisc, de LaserDisc, de DCC. Steevast heel dure toestellen. Het grote publiek hapte niet toe. Zelfs bij major platenmaatschappijen was er bij die experimenten uit het recente verleden wantrouwen, terwijl nu de meeste al wél hebben besloten om mee de boot in te stappen. ‘De mensen willen, na de overschakeling van vinyl naar cd, niet nog eens overstappen naar een nieuw formaat’, begrijpt Francis Weyns, marketing manager International Repertoire bij Universal Music België. ‘Bij de introductie van de SACD moet je je oude cd’s echter niet weggooien. Je kan die nog altijd afspelen op een SACD-installatie.’ Je kan inderdaad moeilijk verwachten dat muziekliefhebbers die hun oude elpeecollectie destijds inruilden voor re-releases op cd, nu nog eens alle klassiekers uit hun jeugd opnieuw in huis halen. De toekomst is dus waarschijnlijk aan de hybridediscs met een reguliere cd én een SACD-laag. ‘Zo laten we de keuze aan de consument’, argumenteert Weyns. Zo’n hybride zal twee euro meer kosten dan een gewone cd. Surround-installaties zijn er al tegen ‘democratische’ prijzen te vinden. Voor een degelijke tel je 500 euro neer, wil je de crème de la crème, dan dok je nog een nulletje bij af. Bezitters van een dvd-speler hoeven met wat geluk niet meer in hun buidel te tasten: sommige van die toestellen zijn al uitgerust met een SACD afspeelmogelijkheid.

Het is geen toeval dat de noodlijdende muzieksector precies nu de SACD wil promoten. Ze ziet er immers een wapen in de strijd tegen het kopieerprobleem in. ‘De codes van de SACD zijn niet te kraken. Het is een waterdicht systeem’, is Weyns overtuigd. ‘Het is absoluut noodzakelijk dat de SACD doorbreekt’, stelt Roland Prent zelfs ronduit. ‘Enerzijds om de beveiliging van het systeem, anderzijds om de meerwaarde die het de luisteraar geeft. Van alle media die de voorbije jaren zijn geïntroduceerd, is de SACD het meest natuurgetrouw. Dvd-audio’s hebben ook een uitstekende kwaliteit, hoor. Maar die zijn makkelijk te kopiëren.’ Wellicht wordt het schisma tussen de veelvraten en de fijnproevers door deze ontwikkeling nog duidelijker. ‘Wie MP3’s downloadt, kiest voor kwantiteit, niet voor kwaliteit’, meent Weyns. ‘Het enige wat zo iemand bezighoudt, is hoeveel gratis muziek hij op zijn harde schijf krijgt.’ SACD is er voor de freaks, niet voor de occasionele, modale cd-koper die graag een streepje muziek heeft om huishoudelijke taken als de vaat of de strijk te veraangenamen. ‘Voor een producer als ik was het verschil tussen vinyl en cd al enorm groot, maar ik kan me voorstellen dat de man in de straat dat anders ziet’, weet Hans Francken. Het gevaar bestaat dan ook dat de discussie over muziek zich straks beperkt tot de geluidskwaliteit. Bij een SACD zit je gaandeweg meer naar details te luisteren en niet langer naar songs. Het is toch ook frappant dat de muziekindustrie liever investeert in nieuwe technieken dan in de ondersteuning van artistiek talent. En toch: als je ziet dat in ons land al tienduizenden gezinnen een home theatre hebben, dan moeten ook de SACD-spelers aftrek vinden. Wie van subtiele muziek houdt, zal er zich vroeg of laat toe aangetrokken voelen. Maar de fans van punk en techno, die houden het beter bij hun krakend vinyl.

Door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content