Producties die door budgettaire problemen, een uitstel van de release of een interne strijd werden geplaagd: de filmgeschiedenis staat er vol van. De laatste in de rij heet ‘Gangs of New York’.

Door Jo Smets

Gangs of New York, begin 2003 in de bioscoop

Een epische strijd tussen twee titanen van de filmindustrie, zo ziet een blik achter de schermen van Gangs of New York eruit. Aan de ene kant heb je Martin Scorsese, ‘America’s greatest living director’, aan de andere kant Harvey Weinstein, ’the Emperor Miramaxus’, zoals David Carr van Newyorkmetro.com de covoorzitter van distributie- en productiehuis Miramax noemt. Beiden hebben slechts één ding voor ogen: het spektakel, de film. Maar elk heeft zijn eigen hoek van de ring, zijn eigen invallen en uitvallen. Tenminste als je de berichten gelooft die de voorbije maanden en weken opdoken. Volgens de heren in kwestie moet je dat echter vooral niet doen.

Kunst versus commercie

Het twistpunt is dus de lang gekoesterde adaptatie van Herbert Asbury’s roman uit 1927. De 59-jarige Scorsese beeldt na The Age of Innocence verder zijn geschiedenis uit van de vormingsjaren van New York en Amerika. Wat door het werk stroomt, is niet de inkt op het perkament van de elite en haar onafhankelijkheidsverklaring, maar het bloed van uitschot dat zich aan straatgeweld en gangsterism overgeeft: Amerika is geboren op straat. De plaats van onheil is Five Points, een nu volledig verdwenen krottenwijk in Manhattan, waar de multinationale smeltkroes een hellepoel wordt. De turbulente tijd springt van 1846 naar 1863, nog voor de Amerikaanse Burgeroorlog. En de strijdende partijen zijn Ierse inwijkelingen die slaags raken met de ‘Nativists’ of ‘Native Americans’, blanken die in Amerika zijn geboren en getogen. Twee individuen staan tegenover elkaar: Amsterdam Vallon (Leonardo DiCaprio) en Bill ‘The Butcher’ Cutting (Daniel Day-Lewis).

Menig krantenbericht gaf al aan dat het niet echt boterde tussen Scorsese en Weinstein, zeker niet sinds duidelijk werd dat de productie in maart vorig jaar zijn geplande draaiperiode en budget spectaculair overschreed. De samenwerking was nochtans erg geestdriftig gestart, ook toen Scorsese vroeg om in het Romeinse Cinecittá op te nemen, waar het goedkoper werken was, maar waar ooit heel wat megaproducties zich lek draaiden. Tussen Little Italy in New York en het grote Italië ligt echter een oceaan, gevuld met twijfels. Weinstein vloog wel zes keer transatlantisch om Scorsese aan te manen zich toch maar te haasten. De malaise groeide en resulteerde uiteindelijk in een tweevoudig uitstel van de filmrelease: van 21 december 2001 eerst naar juli 2002, daarna definitief naar de week van Kerstmis 2002.

Onlangs verscheen in The New York Times op de voorpagina een stuk van Laura M. Holson dat gedetailleerd vertelt over de twee heren, een hevige clash van belangen, een botsing tussen kunst en commercie. Weinstein en Scorsese weigerden in de aanloop naar de publicatie Holsons aanbod voor een interview, maar verklaarden officieel dat hun werkrelatie ’terrific’, en de hele ervaring ‘fun’ was. Uitdagend was de volgende zin: ‘Als de twee enige beslissingsgemachtigden voor ‘Gangs of New York’ zouden wij met plezier de film willen bespreken in het kader van een artikel dat kunst tegenover commercie plaatst. Tenminste als het verhaal de juiste informatie bevat. En dat kan pas als de afgewerkte film op het scherm verschijnt.’ Nog geen 24 uur na het artikel in de NYT reageerden ‘Marty’ en ‘Harvey’ nogmaals met een gezamenlijk statement. Wat ook hun geschillen mochten zijn, de kans om een journalist(e) de mantel uit te vegen, lieten ze niet onbenut. In de filmvakbladen werd gemeld dat zij geen flauw benul hadden van wat de Times uitkraamde: ze waren het volkomen eens met elkaar, zowel over de lengte van de film (2 uur en 40 minuten) als over het tijdstip van de release.

Harvey Scissorhands

Uiteraard was er wel iets aan de hand. Scorsese, al dertig jaar in de ban van Asbury’s cultboek, maakte eind de jaren ’70 voor het eerst ernstige plannen om het te verfilmen. Er kwam een script, maar dat werd pas in 1991 bij Universal Studios ontwikkeld. Daarna bleef het ontstellend lang stil, tot toenmalig Disney-baas Joe Roth in 1997 de film op 83 miljoen dollar budgetteerde, waarvan hij al 18 miljoen ophoestte. Het Huis van de Muis besefte echter plots dat het verhaal over schurken, moordenaars, hoeren, piraten, gokkers en pooiers niet echt voer voor Mickey-fanaten was. Enter dus Harvey Weinstein van Miramax, het productiehuis dat in 1979 werd gesticht en in 1994 in handen kwam van Disney. Weinstein uiterlijk een wandelende zitzak, maar innerlijk een geboren filmmogol gaat prat op zowel zijn New Yorkse street smartness als zijn liefde voor hoge cultuur en alles wat Engels is. Terwijl zijn meer bescheiden broer Bob hypercommerciële genrefilms maakt en tonnen poen schept voor zijn vleugel Dimension, haalt Harvey de ‘independent’ uit de art house movie. Hij kreeg echter ook de bijnaam Harvey Scissorhands omdat hij bepaalde regisseurs in de montagekamer koeioneerde of hun films herknipte en slecht uitbracht. Jim Jarmusch ( Dead Man) en James Gray ( The Yards) werden al slachtoffer. Stond Scorsese, een notoire treuzelaar in de postproductie, hetzelfde te wachten?

Gangs werd in februari 1999 aangekondigd als een project met Hollywoods ‘Big D’s’ Robert De Niro en Leonardo DiCaprio. Het bleek ook de D van Doom te zijn. In november 1999 al besloot Robert De Niro zijn boezemvriend Scorsese niet meer te volgen in het grote avontuur. En de draaiperiode, gepland van augustus 2000 tot februari 2001, eindigde pas in april, zodat de kosten aanzwollen tot 103 miljoen. De strijd kon nu pas goed beginnen.

Gangs zou op 21 december 2001 worden uitgebracht, om zo een heuse kanshebber te worden voor de oscars. Weinstein toonde zich de laatste tien jaar immers een echte oscarjager. Op 8 oktober van vorig jaar kregen de studiobonzen een eerste, 3 uur en 40 minuten durende cut te zien. De consternatie was groot. Iemand zei dat de film meer weg had van een televisieserie, met zoveel “geklots” tussen de zaken die het verhaal moesten voortdrijven dat het onmogelijk werd nog te volgen. De cut moet wel meesterlijk zijn geweest, want Weinstein ging een robbertje vechten in Scorseses kantoor op Park Avenue. Hij eiste dat ‘Marty’ meteen de lengte onder de drie uur bracht. Anders: weg final cut, zelfs weg film. Later werd niet de rampzalige screening, maar 11 september aangehaald als de reden waarom Miramax plots de release naar juli 2002 verschoof. Gangs toont corrupte brandweerlui en politiemannen (eentje wordt zelfs aan een lantaarnpaal opgeknoopt), niet bepaald de boodschap die Amerika toen wou horen. Scorsese sloot zich daarna op in de montagekamer en nam zijn zeer kostbare tijd. Weinstein verhoogde de druk nog wat voor een première in Cannes, maar zal daar wellicht enkel kunnen pronken met een 25 minuten lange preview. Ondanks de cut van 2 uur en 40 minuten worstelt Scorsese immers nog steeds met het einde en overweegt hij zelfs reshoots.

Vakblad Variety, nuchter als altijd, zette twee weken geleden een punt achter de heisa met een soort script van een fictief telefoongesprek dat Scorsese en Weinstein zouden kunnen hebben gevoerd daags na de publicatie van Laura Holsons stuk. Weinstein: ‘Marty, de film is te lang. Kinderen hebben een aandachtsvermogen van drie minuten. En volwassenen moeten naar het toilet.’ Scorsese: ‘Oké, wat als ik knip tot 2 uur en 40 minuten, maar ik verleng de Special Edition dvd tot 12 uur?’ W: ‘Kan me niet schelen wat je met de dvd doet. Maak er een trilogie van, maakt me niet uit.’ S: ‘Maar hoe gaan we dat aankondigen?’ W: ‘We moeten het vandaag doen, zodat het lijkt alsof het verhaal in de krant fout was.” S: “Denk je dat de mensen dat zullen geloven?’ W: ‘Tuurlijk. Ze geloven nog altijd dat Shakespeare in Love een betere film was dan Saving Private Ryan.’ Geef toe, op den duur zou je zelfs dát aannemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content