BREIVIKS NABESTAANDEN – Tijdens het proces tegen Anders Breivik werden de toehoorders door 119 namen geloodst: 77 doden, 42 gewonden. Antropologe Erika Fatland geeft slachtoffers en nabestaanden een stem en onderzoekt hoe ‘eenzame wolf’ Breivik zo is kunnen ontsporen.

Erika Fatland, De Geus (originele titel: Året uten sommer), 416 blz., ?19,95

Breivik zou een tragikomisch figuur zijn, als hij geen 77 mensen had gedood’, zegt een Maltese professor die gespecialiseerd is in de banden tussen extreemrechts en de revival van de ridderorden in Het jaar zonder zomer. Op 22 juli 2011 trekt de Noor Anders Breivik ten strijde tegen ‘de macht’ van de Arbeiderspartij en haar jongerenafdeling. Hij is uitgerust met een 950 kilo zware kunstmestbom, drie vuurwapens en 1400 patronen. Hij heeft zich verkleed als agent. Zelf noemt hij zijn operatie ‘wreed, maar noodzakelijk’. In een paar uur ontploffen regeringsgebouwen en moordt hij zo veel mogelijk deelnemers aan een socialistisch jeugdkamp op het eiland Utøya uit.

Erika Fatland krijgt te horen dat haar neef op Utøya is. Pas na heel wat verwarring blijkt dat hij de bloedige aanslag heeft overleefd. Na haar eerste boek (Engelbewaarder van Beslan), over de impact van de aanslag op het schooltje in het Noord-Ossetische Beslan, zit ze een jaar lang tegenover de overlevenden, nabestaanden en hulpverleners van alweer een groteske moordpartij. Andere vaak jonge levens, maar hetzelfde leed. Ze reist het hele land door en ‘het zijn landschappen van verdriet geworden’.

Net als in Beslan sijpelt dezelfde ongemakkelijke waarheid door: de euforie van de overlevenden wordt al snel ingehaald door nachtmerries, paranoia en intens schuldgevoel. Sommigen komen er zwaar verminkt, maar verrassend sterk uit. Zo is er de jongen die naar zijn weggeschoten hand ligt te kijken en blij is dat hij zijn duim en wijsvinger nog heeft. ‘Yes, ik kan nog scooter rijden!’ denkt hij.

Ze spreekt ook met de mannen die de vluchtende jongeren uit het ijskoude water hebben gered. Ze voelen zich geen helden en kampen met dezelfde posttraumatische stresssymptomen als de mensen die Breivik urenlang heeft achternagezeten. En Fatland volgt het proces tegen Breivik en onderzoekt hoe zo’n ‘eenzame wolf’ te werk gaat. Ze interviewt Amerikaanse profilers en zoekt parallellen met Timothy McVeigh (de bomaanslag in Oklahoma City, in 1995), Unabomber Theodore Kaczynski en Tim Kretschmer (de zeventienjarige die in 2009 in Zuid-Duitsland 15 mensen doodschoot). Haar onderzoek brengt haar onder meer naar Malta, waar ze de man ontmoet die Breivik zijn mentor noemt: ‘Richard the Lionhearted’. Net als Breivik beweert die moderne tempelier dat hij schrijver is van beroep.

De getuigenissen in dit boek van zij die het hebben overleefd, zijn uitermate hallucinant. Ook die van Fatlands neef Lars. Hij verstopt zich zwaargewond onder een bos takken en smeert zich met modder in, zodat Breivik zijn witte benen niet kan zien. Terwijl de waanzin woedt, zorgen sms’jes, Facebook en stiekeme telefoongesprekken voor het contact met de buitenwereld: live uit Utøya, wereldwijd te volgen. Vaak neemt daarbij de Noorse nuchterheid de bovenhand, en net dat maakt het ondraaglijk om verder te lezen. Dit is géén boek dat je in een ruk uitleest.

JOHANNA SPAEY

SLEUTELZIN Tot een paar uur geleden had ik nog nooit van Utøya gehoord en ik had geen idee dat mijn neef Lars daar was.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content