‘HET IS GOED ALS JE MENSEN DIEP KUNT TELEURSTELLEN’

Hij stond op het podium met David Byrne, werd door Kanye West naar diens studio op Hawaï gesommeerd, en stelde vast dat Peter Gabriel een van zijn songs heeft gecoverd. En dat allemaal dankzij een geruisloos plaatje opgenomen in een blokhut. ‘Liever eerst muziek maken dan over duiten beginnen.’

Het viel te verwachten: Justin Vernon, alias Bon Iver, heeft een tweede plaat vervaardigd. Dat hij met de opvolger van For Emma, Forever Ago (in 2008 bij ons verschenen) de verstilde krachttoer van dat winterse debuut nagenoeg zou evenaren, lag dan weer minder voor de hand. Vernon, pas dertig geworden, slaat met Bon Iver, Bon Iver een nader, door elektronica en lentebloesems overwoekerd pad in, maar aan zijn core business raakt hij niet: hymnische balsemsongs voor de getroffenen des levens, of die nu een schampschot of een mokerslag dienen te omzwachtelen. Tien liedjes biedt de plaat, en ze bereikt ons via tal van omwegen.

Even samenvatten. Sinds de ‘Blood Bank’-ep heb je samengewerkt met Volcano Choir, Kanye West, Gayngs en Megafaun. Je hebt een bijdrage geleverd aan een tributeplaat voor John Prine, Peter Gabriel gecoverd voor Record Store Day, de rol van Orpheus gezongen op Anaïs Mitchells folkoperaplaat ‘Hadestown’, en met St. Vincent een song voor de soundtrack van ‘The Twilight Saga: New Moon’ geleverd. Allemaal om toch maar niet aan Bon Iver te hoeven toekomen?

Justin Vernon: Hmm, neen. Want de voorbije drie jaar ben ik zowat voortdurend met die tweede plaat bezig geweest. Onderweg naar Kanye in Hawaï of tussen twee opnamesessies met Anaïs door bleef ik naar mijn demo’s luisteren, nadenken, noteren en wissen. Anderzijds: als je zo aan muziek verslingerd bent als ik, dan kún je al die mooie aanbiedingen niet laten schieten. Nooit heb ik Bon Iver op een zijspoor geduwd, maar ik besefte wel dat ik geduld moest opbrengen. Maar van faalangst of writer’s block heb ik nooit last gehad. Niet één keer. Het stond vast dat die plaat er zou komen, ook al had het tien jaar gevergd.

Tegenover het blad ‘Rolling Stone’ klaagde je nochtans dat je de kunst van het songschrijven lang niet zo goed in de vingers hebt als Neil Young.

Vernon: Mja, ik wilde nu eenmaal verandering. For Emma was een grauwe zwart-witplaat, maar op deze wilde ik meer kleur. Wel is het zo dat songs schrijven op akoestische gitaar me geen bal meer deed. Ik moest de vonk elders zoeken: gitaar direct aansluiten op de opnameapparatuur – dus zonder versterker – en nagaan hoe ik mijn palet kon verbreden.

Twee jaar geleden gaf je te kennen dat zowat alle songs die je in de steigers had staan als Bruce Hornsby klonken. Moeten we nu jubelen of jammeren omdat daarvan zo weinig is overgebleven?

Vernon: Haha, ik had die dag waarschijnlijk iets te veel gerookt. Maar het klopt dat enkel Beth/Rest, het laatste nummer op de plaat, een, euhm, Bruce Hornsby journey is geworden. Laat ik er maar voor uitkomen: ik ben een enórme fan. Hij is een fantastische songschrijver en heeft een gigantische invloed op me. Zijn songs zitten vol krullen en subtiele details à la Bill Evans, Bud Powell en Keith Jarrett. Ik ben zelf geen held op piano, maar de stemmingen die hij op dat instrument creëert, raken me diep.

Ik begin me te schamen dat ik uit zijn oeuvre enkel ‘The Way It Is’ kan fluiten.

Vernon: Nochtans maakt hij nog altijd platen. ( Op dreef nu) In 2002 heeft hij een dubbele live-cd uitgebracht die werkelijk fenomenaal goed is. En wat The Way It Is betreft, dat hij zoals je weet met zijn groep The Range gemaakt heeft: de gelijknamige plaat, geproducet door Huey Lewis, is … perfect. En zo heeft hij er nog. Wist je dat hij de laatste toetsenist van The Grateful Dead is geweest tot aan Jerry Garcia’s dood? En díé groep was nu toch echt…

Goh, is het al zo laat? Sorry, iets anders: waarom dragen alle songs op ‘Bon Iver, Bon Iver’ een geografische plaats als titel?

Vernon: Moeilijk om daarop te antwoorden. ( Zucht) Als ik ‘Brussel’ zeg, zul jij denken aan de straten en pleinen waarop jij hebt gewandeld, misschien de flats waar jij hebt gewoond, wat jij hier zoal hebt beleefd – kortom: jouw allerindividueelste herinneringen. Betekent dat dat elke song zich op die betreffende plek afspeelt? Neen. Eén voorbeeld: Perth gaat helemaal niet over Perth, maar over wat die stad in mij losweekt. Niet alleen is het die extreem geïsoleerde grootstad aan de Australische westkust, voor mij valt de aanzet tot deze plaat daar te situeren. Perth was the birth of the record. Geen reden, behalve dat het zo moest zijn: ik was er alleen en er begonnen wat persoonlijke dingen op me in te werken. Ieders leven is een boek, en dit hoofdstuk uit het mijne is begonnen in Perth.

Ik las dat je zelfs van plan was om naar Australië te verhuizen.

Vernon: Ja, maar dat zou een vergissing zijn geweest. Het was er zomer en oh zo vredig, geen drukte om me heen. Natuurlijk kom je dan in de verleiding. Gelukkig heb ik op tijd beseft dat Wisconsin voor altijd mijn thuis zal blijven – ondanks de pokkeharde winters. Ik voel me er geborgen, een local tussen de locals. Daarom heb ik daar mijn permanente uitvalsbasis gevestigd: samen met mijn jongere broer Nate, die ook mijn comanager is, heb ik een oude dierenkliniek gekocht en tot studio omgebouwd: April Base.

Vertel ’s wat over het jaar nadat ‘For Emma’ was uitgekomen.

Vernon: Het was heftig. Ik wist dat er iets aan het gebeuren was, maar doordat het zo gestaag verliep, had ik niets in de smiezen. Deze week: vierduizend platen verkocht in de States. De week erop drieduizend. Daarna zevenduizend. Maar eigenlijk is succes zo veel meer dan goede verkoop-cijfers. Het is vooral een raar beest dat zich in hoofden vastzet, en maakt dat iedereen een stukje van je wil. Dat ik nu iemand ben die men blijkbaar altijd en overal zomaar mag aanspreken, maakt nog altijd onbehagen in me los. Ik hou er niet van, maar ik accepteer het als een deel van mijn job, en ik probeer op zijn minst van die aandacht te genieten.

Zijn er momenten geweest waarop je ego de bovenhand nam?

Vernon: Niet echt. Want telkens als er zo’n moment zat aan te komen, werd ik plots ziek. ( Glimlacht) Hoe gaat het ook: je bent op tournee, doet interviews, speelt shows, en iedereen is daar om jóú te zien. Daar begon ik mijn geduld bij te verliezen. Waarom kon ik niet eens meerijden op de kar van iemand anders, comfortabel op de achterbank?

Vandaar dat je niet aarzelde toen Kanye belde.

Vernon: Of ik de volgende dag al naar Hawaï kon vliegen, waar hij My Beautiful Dark Twisted Fantasy aan het opnemen was. Of ik hem wilde helpen bij de track Lost in the World, dat hij rond een sample van mijn song Woods had gebouwd. En waarom ook niet? We hadden een half uur over muziek gebabbeld en ik had er een goed gevoel bij. Ik ben een week gebleven, en daarna nog twee keer teruggekeerd voor wat andere tracks. Het was een voorrecht om met zo’n vakman samen te werken. Zeker op de momenten waarop de inspiratie bezit van hem nam en je een track voor je neus vorm zag krijgen. En dan zwijg ik nog over ander getalenteerd volk dat daar rondliep, zoals A-Trak, Rick Ross of John Legend. Echt, ik heb me dol geamuseerd.

Wat ik me altijd afvraag bij zo’n dolamusante samenwerkingen: durft de partij die commercieel het laagst staat aangeschreven tussendoor ooit de centenverdeling ter sprake te brengen? Je wéét dat een plaat van Kanye West massaal zal verkopen. Je zou kunnen denken: ‘Hier zit een nieuwe auto in.’

Vernon: Goede vraag. Maar ik zat er niet mee in. Ik genoot van de rit omdat ik zo graag muziek maak, en ook wel omdat ik weet dat mijn manager me op financieel vlak perfecte rugdekking geeft. En je mag er je niet te veel zorgen in maken, anders raak je nergens. De contracten die de verdeelsleutels netjes vastleggen, hebben we pas drie maanden geleden getekend. Het duurt dus allemaal wel een tijdje, so don’t sweat it. Ik betwijfel dat dat de gangbare werkwijze is, maar een plaat van dat kaliber vergt zo veel administratieve rompslomp dat je daar onmogelijk vóór de release doorheen kunt geraken. Zo kon ik gezellig met Kanye en zijn bende in de studio zitten en me vrijelijk met de muziek bezighouden.

‘Bon Iver, Bon Iver’ brengt geen hiphop – daarvoor zijn de songs opnieuw te pastoraal – maar ik bespeur er wel de esthetiek van dat genre in: hoog inzetten op een glimmende en frisse productie, op een maximale sonische doeltreffendheid.

Vernon: Als songschrijver begin ik opnemen en mixen alleszins meer en meer als een metier te zien. Is dat een invloed uit hiphop? Ik denk het niet. Ik zie muziekproducties uit élk tijdsvak als een inspiratiebron: ik gebruik zowel de geprogrammeerde, héél eighties klinkende keyboards van Bruce Hornsby als de Roland 909 – een hiphopdrummachine. Zonder de Les Paulgitaar die ik heel erg met Neil Young vereenzelvig, kan ik niet, en qua dynamiek blijft Fugazi mijn favoriete rockband aller tijden. Met al die rondzwevende invloeden, gekoppeld aan mijn eigen instinct, ga ik aan de slag.

Herinner je je de eerste song die je hebt geschreven?

Vernon: ( Lacht) Helaas wel: Lurch, genoemd naar een jongen die ik van zomerkamp kende. Klinkt kleverig en sloom? Zo was hij ook. ( Lacht) Ik denk dat ik twaalf was. Ik had toen wel al door dat ik muzikant wilde worden. Omdat het me zo’n lekker gevoel gaf om de baas te zijn over een song. Ik was er al vrij snel uit dat ik luisteren naar mijn zelf opgenomen tapes oneindig veel leuker vond dan voor de spiegel staan ‘optreden’. En ik heb mijn hele leven al dingen opgenomen. De eerste plaat van Bon Iver verschilde in niets van alle andere platen die ik al had gemaakt. Behalve dat die door een label werd opgevist – en, akkoord, ook véél beter was. ( Lacht)

Tot slot: weet je al wat je met Kanye’s cash zult aanvangen?

Vernon: Géén auto kopen in elk geval. ( Glimlacht) Ik zou niet weten waaraan ik mijn geld anders zou uitgeven dan aan opnamemateriaal. Oh ja, en misschien een schommelstoel voor mijn moeder. Bon Iver is een klein bedrijfje, en daar horen investeringen bij.

Oh, bijna vergeten: onze lay-outer – je krijgt zo meteen zijn telefoonnummer van me – was zeer te spreken over je nieuwe plaat, maar vond slotsong ‘Beth/Rest’ grúwelijk.

Vernon: Echt? ( Geamuseerd) Ik denk dat hij bang is, maar dat mag. Hij is tenminste eerlijk. Heimelijk juich ik het zelfs toe dat veel mensen dat nummer zullen haten, al weet ik zelf niet goed waarom. Omdat politieke correctheid zo saai is, zeker? In feite is het goed dat ik mensen af en toe diep kan teleurstellen: het toont aan dat ik me niet in een hoekje laat drummen.

BON IVER, BON IVER

Op 20/6 uit bij Jagjaguwar.

DOOR KURT BLONDEEL

‘Al op mijn twaalfde wist ik dat ik muzikant wilde worden, omdat het me zo’n lekker gevoel gaf om de baas te zijn over een song.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content