Stefaan Werbrouck
Stefaan Werbrouck Ex-hoofdredacteur van Knack Focus en tv-freak

Dinsdag 12/5, donderdag 14/5 en zaterdag 16/5, één

Eigenlijk is het hoopgevend dat er in deze tijden van communautaire spanningen toch nog één punt is waarop Vlaanderen en Wallonië overeenkomen: we raken allebei niet in de finale van het Eurovisiesongfestival. Net als Ishtar vorig jaar sneuvelde Patrick Ouchène in de halve finale, en net als in 2008 was het geen kwestie van ‘net niet’: Soetkin Baptist en co eindigden 17e op 19 deelnemers, terwijl Copycat met één schamel puntje enkel Tsjechië achter zich kon laten. Aangezien dat land zich liet vertegenwoordigen door de neef van Borat die in een supermanpakje een zigeunerhymne kwam zingen, is die voorlaatste plaats niet echt een verdienste. Dat de RTBF – dat geen voorrondes organiseert, maar gewoon een artiest aanduidt – zo goed als hetzelfde resultaat bereikt met tien keer minder werk en hype dan de VRT is dan weer iets om over na te denken.

Zoals te voorspellen was, borrelden na de afgang van Ouchène de klachten over vriendjespolitiek en de vraag of we nog wel met het Eurovisiesongfestival moeten meedoen hier en daar weer op. Ook in Nederland trouwens, waar men stomverbaasd was dat de inzending – die men met die typische Hollandse overmoed alvast De Toppers had gedoopt – evenmin door de preselecties raakte. De toppers in kwestie waren zelfs zo zeker van hun stuk dat ze vooraf verklaarden dat ze overwogen de finale te boycotten uit protest tegen het homo-onvriendelijke klimaat in Moskou – een dilemma dat de kijkers van de halve finale dus voor hen hebben opgelost.

Maar we moeten er eerlijk in zijn: net zoals bij Ishtar was de Belgische song bijlange niet sterk genoeg om aanspraak te maken op de finale. Vooraf werd gehoopt dat Copycat zou opvallen, maar het is me toch nooit duidelijk geworden hoe de inzending dat dan had moeten doen. Toch niet omdat Le Chat tijdens het optreden even zijn opwachting maakte? Ten eerste werd de cameo van de stripfiguur grotendeels verprutst door de Russische regie, ten tweede wordt het stilaan tijd dat we inzien dat zulke trucjes op het festival niet meer werken. Duitsland liet tijdens de finale immers een heel andere stripfiguur op het podium komen – de Amerikaanse Dita Von Teese – en zelfs dat zette geen zoden aan de dijk voor onze oosterburen.

Alle gedoe rond de act van Copycat kan symbool staan voor het gebrek aan relativeringsvermogen dat het land in de periode rond het Eurovisiesongfestival telkens weer overvalt. Wekenlang zijn we bezig over wat onze inzending zo speciaal maakt, worden pagina’s volgeschreven over de salto van Sergio, de kniezwengel van Kate Ryan, de soepjurk van Ishtar of nu Le Chat. Dan zie je twee seconden van pakweg het Armeense nummer en besef je meteen dat die er véél harder aan hebben gewerkt. En dat ze meestal ook een betere song hebben gestuurd.

Maar goed, volgend jaar zullen we er ongetwijfeld toch weer bij zijn, en dat is niet eens zo erg, want anders zouden we André Vermeulen en zijn sterk ondergewaardeerde gevoel voor humor moeten missen. Toen in de eerste halve finale de Wit-Russische kandidaat – een typische blonde god die een pseudo-hardrocknummer bracht waarvoor de term ‘een draak’ is uitgevonden – even na België zijn ding had gedaan en het publiek begon te juichen, was Vermeulens enige commentaar: ‘Wit-Rusland is een buur van Rusland.’ We zouden zeggen: stuur hem volgend jaar als kandidaat naar Oslo. Hij zal wel opvallen.

Lees nog meer recensies en bedenkingen in de nieuwe blog Testbeeld op focusknack.be

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content