‘HET ENIGE WAAR IK OM GEEF, IS BEGREPEN WORDEN. VOORAL DOOR MEZELF’

© © Maarten de Boer/Getty Images

Wat is er als actrice mooier dan in vol ornaat voor honderden bloedgeile fotografen over de rode loper van Cannes te paraderen? Dat twéé keer mogen doen, in een week tijd, zoals Kristen Stewart. Met glansrollen in openingsfilm Café Society en de competitiefilm Personal Shopper is het voormalige tieneridool de queen of Cannes. Knack Focus doorbreekt het colloque singulier: ‘Laat ons een intelligent gesprek voeren.’

Op de persconferentie in Cannes vergeleek Woody Allen, regisseur van Café Society, haar met Hollywood-legende Elizabeth Taylor, dat hij voor zijn nieuwe film ‘een zacht, superschattig meisje’ zocht dat ‘met witte sokjes staat’ en dat de keuze voor Stewart bijgevolg ‘een no-brainer’ was.

De Stewart die tegenover ons plaatsneemt, ziet er allesbehalve een naïef Hollywood-prinsesje uit: een halsketting die op een ketting lijkt, inclusief hangslot, de haren strakker naar achteren gekamd dan een Elvis-fan in de fifties, een zonnebril in de kleur van het geblondeerde haar en een heerlijke stoere zwarte leren jekker.

Niet dat ze die outfit nodig heeft. Met haar ogen zet ze eender wie op zijn plaats: Stewarts blik verraadt het vuur van rockicoon Joan Jett (die ze speelde in The Runaways), niet het geweifel van de seut Bella Swan (haar rol in de vampierensaga Twilight). En ze valt dus met de deur in huis: ‘Laat ons een intelligent gesprek voeren.’

We zullen ons best doen. Net als in American Ultra (2015) en Adventureland (2009) is je tegenspeler Jesse Eisenberg. De man is zelf bepaald niet op zijn mond gevallen, maar hij noemt jóú intimiderend. Je zou gewoon niet van je stuk te brengen zijn.

KRISTEN STEWART: Ik ben niet ongewoon zelfverzekerd, Jesse is ongewoon verstandig. Híj intimideerde míj in het begin. Hij is zo rad van tong dat ik er aanvankelijk geen moment aan dacht om met hem in discussie te gaan. Ondertussen hebben we samen veel tijd doorgebracht op filmsets en is er een warme verstandhouding tussen ons ontstaan. Daardoor kan ik nu min of meer gelijke tred houden als we ergens een boom over opzetten – wat vrij vaak gebeurt: als acteur op een set heb je veel tijd te doden en Jesse heeft niet veel nodig. Álles prikkelt hem. Hij is zo verstandig, voor hem is alles in het leven overweldigend. Bijzondere kerel. Ik ben helemaal anders, en daar kan hij soms niet bij.

Diane Keaton, Scarlett Johansson, Penélope Cruz en Emma Stone: Woody Allen kan niet zonder een jonge, mooie en getalenteerde muze. Maar waarom koos jij voor hém?

STEWART: De manier waarop hij naar film kijkt, is uniek. Daar hou ik van, daar ben ik altijd naar op zoek. De taal, het ritme, de muziek, de verteller…: een Woody Allen herken je onmiddellijk. Mijn favoriet is Annie Hall (1977). Een voor de hand liggende keuze, ik wéét het, maar die film is gewoon waanzinnig goed. De eerste keer dat ik hem zag, was in het vliegtuig – Air France heeft een geweldig aanbod – op bevel van mijn vriendin en publicist.

Weet je wat het ook is? Woody pakt serieuze, heftige onderwerpen aan waar je doorgaans voor terugdeinst – denk er te lang of te hard over na en je draait van je sus. Alleen valt dat bij hem niet op. Zijn aanpak is sardonisch. Zijn films zijn ongedwongen en lichtvoetig. Ze brengen je in een bepaalde gemoedsgesteldheid: rustig, ontvankelijk, goed gehumeurd. Je laat je schild zakken en net dán komt er iets diepzinnigs of schrijnends op je af. Je bent je de hele tijd aan het amuseren en onverhoeds word je geraakt. Dat komt extra hard aan.

Woody Allen zag in jou de perfecte actrice om zowel een lief meisje met witte sokjes uit Nebraska te spelen als, later in het verhaal, een glamoureuze Hollywood-dame.

STEWART: Hij zag iets in mij dat ik zelf niet gezien had. De beste samenwerkingen zijn die met regisseurs die je iets laten zien dat je voordien niet kende. Daar hou je het fijnste gevoel aan over. Daarom doe ik deze job zo graag.

In het begin vroeg ik me af of ik wel zou passen in Woody’s wereld. Ik heb gemerkt dat ik op mijn best ben als ik impulsief en spontaan mag zijn, wanneer ik niet moet afwijken van hoe ik me normaal gedraag, wanneer ik mijn eigen persoonlijkheid kan uitspelen. Ik dacht dat ik bij hem elk stukje dialoog perfect moest kunnen opzeggen en dat ik tot in de puntjes voorbereid moest zijn, terwijl ik daar net slecht in ben. Maar die vrees bleek ongegrond. Als je eenmaal bezig bent, ontstaat die typische Woody Allen-tonaliteit vanzelf. Die zit ingebakken in zijn manier van werken.

Hij zei net nog dat hij maar één of twee takes van een scène maakt, omdat hij zich niet wil vervelen. Het moet vooruitgaan.

STEWART: Ik liet dat niet aan mijn hart komen maar eigenlijk is het heel bizar dat je je tekst maar één of twee keer moet opzeggen. Tegen de middag zat het werk er vaak al op. Zo controleert geen enkele acteur het ‘moment’. Niemand heeft de kans om de emoties en behoeftes van zijn personage extra in de verf te zetten. De tijd ontbreekt om ergens bij stil te staan. Dat leidt mee tot de luchtigheid die zijn werk typeert. Dat je je zo geen uitschuivers kunt permitteren, is overigens eerder motiverend dan beperkend: je wilt het goed doen, maar de verwachtingen zijn niet verpletterend hoog. Het gekste met Woody vond ik het gevoel dat je nauw samenwerkt.

Vertel.

STEWART: Hij geeft weinig aanwijzingen. Hij laat je doen. Het lijkt daardoor alsof je improviseert, alsof jij al die scherpe, geestige dialogen ter plekke verzint. Terwijl dat natuurlijk onzin is. Hij heeft ze geschreven en jij mag ermee werken.

Fucking fantastisch waren onze gesprekken als er even niet gedraaid werd. Die leken als twee druppels water op de gesprekken van de personages. Woody Allen lijkt op zijn films. Hij is een grapjas op de set, tot hem ineens iets begeestert en hij iedereen meesleurt. Dat geeft je het heerlijke gevoel dat je samen iets bijzonders meegemaakt heb.

In Café Society toont Woody Allen het Hollywood van de jaren dertig als een dog-eat-dog-milieu. Hoe is dat tegenwoordig?

STEWART: Het kan er waanzinnig opportunistisch toegaan. Maar dat Hollywood-lui willen entertainen en veel geld verdienen, is niet noodzakelijkerwijs slecht. Een artiest wordt gedreven door de drang om iets te vertellen, niet door de mogelijkheid dat je er poen mee zult scheppen. Dit gezegd zijnde, in de meeste sectoren zullen mensen elkaar de ogen uitkrabben om de bovenhand te krijgen, alleen is het in Hollywood veel zichtbaarder. Het is ook de moeilijkste populariteitswedstrijd in de wereld. High school, maar nog vele malen erger.

KRISTEN STEWART KENT het klappen van de zweep. Haar veertigste langspeelfilm is in zicht, ook al is ze nog maar net 26 geworden. Haar beide ouders werken in de filmindustrie, ‘en het enige dat een klein kind op een filmset kan doen, is acteren’. Op haar tiende speelde ze al een hoofdrol, in David Finchers benauwende thriller Panic Room. Jodie Foster, die in die film haar moeder speelde, zei haar toen: ‘Je bent veel te schrander om lang een actrice te blijven. Je zult het leven dat daarbij hoort niet verdragen. Ik zie je eerder als een regisseur.’

Foster heeft – vooralsnog – ongelijk gekregen. Stewart acteert naar eigen zeggen nog altijd doodgraag terwijl ze ‘wat negatieve neveneffecten’ betreft ‘het ergste’ achter de rug heeft. Ze werd een tieneridool en wereldster dankzij haar rol in Twilight, de romantische vampierensaga die tussen 2008 en 2012 miljoenen tienermeisjes de weg naar de bioscopen toonde. Toen ‘KStew’ niet alleen in de film maar ook daarbuiten een relatie met Robert Pattinson begon, lieten de paparazzi haar geen seconde meer met rust. Op die overdreven aandacht blikt ze met gemengde gevoelens terug, maar Twilight zelf is ze nooit afgevallen. ‘Ik ben daar fucking trots op. Ook al ben ik de eerste om toe te geven dat die filmreeks goede en slechte momenten gekend heeft’, vertelde ze de Franse krant Le Monde. ‘Voor mij was het niet iets waar ik achteraf af moest raken. Ik heb niet moeten vechten om ernstig genomen te worden’, klonk het in het Amerikaanse vakblad Variety.

De transitie van bakvisidool naar gerespecteerde actrice verliep rimpelloos. In de verfilming van beatnikbijbel On the Road vertolkte ze Marylou, de vrouw van Dean Moriarty in het verhaal. En in die rol sprankelde ze meer dan acteurs die zich op bekendere personages uit het boek konden storten. Het ontging zelfs de Fransen niet dat ze in Olivier Assayas’ Clouds of Sils Maria (2014) Juliette Binoche van het scherm speelde, wat haar als eerste en voorlopig enige Amerikaanse actrice een César, een Franse Oscar, opleverde. Waarop Assayas besloot een hele film aan haar op te hangen: het dit jaar voor de competitie in Cannes geselecteerde Personal Shopper. Later dit jaar zien we haar terug in Ang Lees oorlogsdrama Billy Lynn’s Long Halftime Walk. In de pijplijn zitten Certain Women, een film van de hoog aangeschreven regisseuse Kelly Reichardt, én het Amerikaanse project van onze Pieter Van Hees: een film over Lizzie Borden, die er eind negentiende eeuw van verdacht werd haar vader en stiefmoeder met een hakbijl gedood te hebben.

Woody Allen, Walter Salles, Olivier Assayas, Ang Lee, Kelly Reichardt: je hebt de voorbije twee jaar voor interessante regisseurs gekozen. Ben je definitief die weg ingeslagen?

STEWART: Ik kan moeilijk in zee gaan met oninteressante regisseurs, hè. Maar het klopt, de laatste twee jaar heb ik wel vijf films gedaan met mensen die enorm, haast fysiek gepassioneerd zijn door hun project. Iets exploreren tot je maag ervan omkeert, daar hou ik enorm van. Ik maak al films sinds mijn negende, en op den duur merk je het wel wanneer het iemand menens is. Je herkent die oprechtheid.

Je zou ook kunnen kiezen voor lucratievere projecten, die meer op boxofficerecords mikken. Ik las ergens dat je niet afkerig bent van een superheldenfilm?

STEWART: Klopt. Niet dat ik er een zwak voor heb. Ik ben niet opgegroeid met comics. Maar ik hou ook heel erg van grote filmproducties, van het effect dat ze hebben. Ik deel graag dingen op grote schaal met andere mensen.

Ik krijg vaak de vraag wat de personages die ik speel gemeenschappelijk hebben. Het antwoord is: ikzelf. (lacht) Dat is niet eens een grapje. Ik ben eigenlijk totaal geen karakteracteur. Ik ken veel acteurs die luidop verkondigen dat ze zich kunnen verstoppen achter of in een personage. Het kost hen weinig moeite om uit zichzelf te stappen. Ik heb dat niet. Ik vind acteren net zalig als ik mezelf tegenkom, niet als ik mezelf verstop.

VAN DE RODDELJOURNALISTEN en -bloggers is ze na Twilight niet af geraakt. Die smeerden haar breuk met Robert Pattinson breed uit, maakten veel tamtam over haar affaire met Rupert Sanders, die haar regisseerde in Snow White and the Huntsman (2012) en verkneukelden zich de voorbije weken in haar kortstondige flirt met de Française Soko, die een hit had met I’ll Kill Her en als actrice óók twee films in Cannes presenteerde.

Kan het je schelen wat er over jou gezegd en geschreven wordt?

STEWART: Iedereen maakt fouten. Ik ook. Ik betreur die niet. De creatieve misstappen niet en de sociale al evenmin. Wat ik niet prettig vind, is dat men je eigenschappen toedicht die je niet hebt, dat je wordt voorgesteld als iemand die je niet bent. Ik besef dat de indruk die mensen van me hebben totaal subjectief is, gebaseerd op de films waarin je me hebt gezien, de interviews die je hebt gelezen, de commentaren die je hebt gehoord.

Ik ben een acteur. Het enige waar ik om geef, is begrepen worden. In de eerste plaats door mezelf. Ik wil mezelf overtuigen. Ik word zot als ik voel dat dat niet lukt, als ik voel dat ik geen goed werk verricht heb of als ik uit onzekerheid een rare, gekleurde versie van mezelf naar voren geschoven heb. Van zulke situaties loop ik vol spijt weg. Gelukkig heb ik met het ouder worden geleerd dat ik niet gelukkig zal zijn als ik niet doorbijt en volledig mezelf blijf. Dát kan ik controleren. Als je recht in je schoenen staat, als je je niet anders voordoet dan je bent, heb je een stevig harnas tegen alle onzin die de ronde doet.

CAFÉ SOCIETY

Vanaf 25/5 in de bioscoop.

PERSONAL SHOPPER

Nog geen releasedatum bekend.

DOOR NIELS RUËLL

Kristen Stewart ‘IN DE MEESTE SECTOREN ZULLEN MENSEN ELKAAR DESNOODS DE OGEN UITKRABBEN, ALLEEN IS HET IN HOLLYWOOD VEEL ZICHTBAARDER.’

Kristen Stewart ‘IK MAAK FOUTEN, EN DIE BETREUR IK NIET. WAT IK NIET PRETTIG VIND, IS DAT JE WORDT VOORGESTELD ALS IEMAND DIE JE NIET BENT.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content