‘HET EINDE VAN DE WERELD, VROEGER VOND IK DAT RUSTGEVEND’

© Wouter Van Vaerenbergh

‘Mijn nachtmerrie heeft een plaat gebaard.’ Jan Swerts over hoe hij zijn hoogstpersoonlijke apocalyps in zijn nieuwe album Schaduwland verwerkte – en zijn eeuwige queeste naar de juiste oordopjes.

Doodse stilte heerst er in en rondom de oude centrale van ECVB (Elektrische Centralen voor Vlaanderen in Brabant), een in 1913 langs het kanaal Gent-Terneuzen opgetrokken mastodont, een van de pijlers waarop later Electrabel kon verrijzen. Elektriciteit hangt hier vandaag niet meer in de lucht, wel een kolonie zwaluwen die onafgebroken af en aan vliegen om de kersverse kroost, verborgen in de hoogste scheuren en spleten van de voorgevel, een insectenmenu te voederen. Het enige rumoer speelt zich een eind verderop af, waar een eenzame graafmachine grijze aarde naar de oppervlakte woelt. In 1939 liet ECVB hier schuilkelders bouwen voor zijn personeel. Beweegt daar iets? En huist er in die nabijgelegen bunker geen laboratorium? Een laatste enclave, waar een wetenschapper met enkele overlevers van de zombieplaag naarstig met een serum experimenteert? Er schuifelt wat in de verte. Twee silhouetten. Of neen, drie. Vier. Schokschouderend, met slepende pas komen ze naderbij…

*** Welkom in het schaduwland van Jan Swerts, of toch zoals ondergetekende zich dat voorstelt. De Limburgse muzikant en componist is in zijn nopjes met deze locatie voor de fotoshoot. Zijn derde album, Schaduwland dus, ligt bezaaid met dergelijke ruïnes, versteende plekken waar het leven het op een lopen heeft gezet. De 39-jarige Swerts komt in decors als deze tot rust en put er inspiratie. Een in zijn jeugd ontloken fascinatie voor zombiefilms en postapocalyptische scenario’s heeft daar het een en ander mee te maken. Maar recenter vond Swerts ook in de realiteit, in de ruïnes van het leven, de noodzaak om zijn gedroomde conceptplaat te maken. De pianist betoonde zich met zijn op de minimalistische pianopop van Wim Mertens geënte debuut Weg een van de verrassingen van 2010. Drie jaar geleden legde hij de lat hoger met het even ingetogen en conceptuele Anatomie van de melancholie. En nu gaat hij horror. Wanneer we de schaduwen van het Gentse industriegebied inruilen voor de zon op een terras in de binnenstad, legt hij uit hoe dat precies komt.

‘Het is begonnen met The Stand,’ steekt Swerts van wal, nippend van een Ice Tea, ‘een postapocalyptische roman van Stephen King. Of eigenlijk nóg vroeger. Ik ben een kind van de Koude Oorlog. De angst voor de bom, de schrik voor de Russen, met schuilkelders en zo: daar is het ergens getriggerd, die fascinatie voor de apocalyps, voor het feit dat alles zomaar kan eindigen. Het vreemde was dat ik dat heel rustgevend vond. Het einde van de wereld, met slechts hier en daar een paar mensen die overblijven: die gedachte gaf me een fijn gevoel. Ja, ik weet hoe vreemd dat klinkt. (lacht)’

Je bent van nature een eenzaat?

JAN SWERTS: Ik ben vooral heel sensitief voor geluid. Het is voor mij heel moeilijk om prikkels te filteren. Hier, op dit terras, over de middag, is het al veel te druk en te luid voor mij. Mijn leven is een queeste, een voortdurende zoektocht naar de juiste oordopjes. Sinds een jaar of twee, drie weet ik eindelijk hoe dat komt. Na heel wat onderzoek is er asperger bij me vastgesteld. Nu weet ik waarom ik het bijvoorbeeld moeilijk heb om met andere mensen op reis te gaan. Hoe gaan de geluiden daar zijn? Zal ik kunnen slapen? Zal ik me kunnen concentreren? Een tikkende klok, een blaffende hond in de verte kan al genoeg zijn om me uit evenwicht te brengen. Verandering van routine, daar heb ik het heel moeilijk mee.

Overgevoelig voor geluiden: je zult maar muzikant zijn.

SWERTS: Het is geen toeval dat in mijn muziek leegte en stilte een grotere rol spelen dan resonantie.

Dat is nochtans anders op Schaduwland, een plaat vol resonantie, die bij momenten zelfs chaotisch is, met synths en gitaren.

SWERTS: Schaduwland begint heel druk en chaotisch en bouwt af naar meer rust en minimalisme. Het is altijd mijn ambitie geweest om een soundtrack te maken bij een zombiefilm. Dat is zelfs een van de redenen waarom ik bij Universal getekend heb, omdat ik dacht dat zij me konden helpen aan contacten in de filmwereld. Filmmuziek schrijven, dat heb ik altijd willen doen. ‘Gewoon’ platen maken zei me niet zoveel. Omdat van die filmcontacten niks in huis kwam, stelde ik voor om een fictieve postapocalyptische zombiesoundtrack te maken. Een hele mondvol, en de reacties bij de platenfirma waren er ook naar. (lacht)

Ik zie de gezichten zo voor me: ‘Help, wat hebben we nu in huis gehaald!’

SWERTS: Zoiets, ja. Ze dachten – of hoopten – waarschijnlijk dat ik enkel Wim Mertens-achtige, minimalistische platen ging blijven maken, zoals Weg. Voor een zombieplaat waren ze niet klaar. (glimlacht) Uiteindelijk is daar Anatomie van de melancholie van gekomen, een plaat waar ik heel blij mee ben.

Hoe bedoel je, ‘van gekomen’?

SWERTS: Al mijn fascinaties komen ongeveer op hetzelfde neer: vergankelijkheid, het komen en gaan in het leven. Weg ging over mijn jeugd en over mensen die je onderweg verliest – vrienden, liefdes. Anatomie ging over de emotie an sich, geïnspireerd door het werk van theatermakers, muzikanten en schrijvers die gedreven worden door melancholie en nostalgie. Het was een studie van de schoonheid van vergankelijkheid.

Schoonheid die jij dus ook in de apocalyps terugvindt?

SWERTS: Die ontmenselijkte wereld, ik vind dat een zaligheid! Het idee van een postapocalyptische woestenij is voor mij een soort toevluchtsoord. Denk aan The Road, de roman van Cormac McCarthy en vooral de verfilming van John Hillcoat, met die wondermooie soundtrack van Nick Cave en Warren Ellis – zúlke muziek wilde ik maken. Maar ik hou ook van zogezegde B-films, zoals City of the Living Dead (1980) van Lucio Fulci en Dawn of the Dead (1968) van George Romero. Ik haal daar veel troost uit. En toen hebben de feiten de fascinatie ingehaald. In twee, drie jaar tijd is alles kapotgegaan.

Voor een melancholisch iemand had ik een gelukkig leven. Ik zeg dat maar omdat de meeste mensen dat vreemd vinden. Bij een melancholicus denken ze aan neerslachtigheid, aan droefenis en miserie. Maar ik had een goed, gelukkig huwelijk, met twee gezonde kinderen. Tot er bij mijn zoon een paar hele zware neurologische aandoeningen werden vastgesteld, een combinatie van ASS, tourette en dwangneuroses. Dat is een bom die ontploft, maar dat was niet eens het ergste. Door die aandoeningen heeft hij tics, stoornissen waardoor hij onder andere vaak allerlei geluiden maakt, van zachte ruis tot schreeuwen en schelden. Compleet incompatibel met mijn aandoening, en bovendien genetisch bepaald. Dus ook het schuldgevoel kwam erbovenop. Het werd een pijnlijk, slepend verhaal dat mijn vrouw en ik niet samen verwerkt kregen. Weggaan, scheiden, was uiteindelijk de enige oplossing. Compleet surrealistisch, elkaar zo graag zien en toch uit elkaar moeten gaan. Alles wat je opgebouwd hebt: wég. Mijn leven was een ruïne. Staren naar een ravijn is één ding, erin zitten is iets helemaal anders.

De eerste maanden functioneerde ik niet. Totale paniek, ik doolde rond in een levende nachtmerrie. Nu, mijn nachtmerrie heeft dus een plaat gebaard. Maar is dat een troost? Eigenlijk niet. Heb ik het erdoor leren aanvaarden? Eigenlijk ook niet. Kijk, Schaduwland is een dubbel-lp. Elke plaatkant is een van de vier stadia van rouw: ontkenning, woede, depressie en aanvaarding, maar dan wel aanvaarding met een dik vraagteken. Want zo simpel, alsof aanvaarding een eindpunt is, werkt het dus niet, hè. Het is een cyclus die zich telkens herhaalt, soms in de loop van één dag.

Dat leidde allemaal trouwens tot iets dat ik bij mezelf nooit had verwacht. Ik ben lang een soort elitaire mens geweest, met het idee dat de zombie symbool stond voor het gros van de anderen, de gebrainwashte mens. Maar op het einde van de rit blijk je dat zélf te zijn. In dit soort crisissituaties is er maar één manier om jezelf staande te houden: alle emoties, al die rauwe gevoelens van extreem verdriet, woede en angst, afvlakken. Equalizen. Het gevolg is dat al de rest, het gulzige leven, de grote goestingen, ook naar het midden gaan. Griezelig.

Als je er geen troost of aanvaarding uit put, was het dan van moeten, deze plaat maken? Een kwestie van de nachtmerrie te bezweren?

SWERTS: Zo zou je het kunnen noemen, ja. Voor alle duidelijkheid: de plaat gaat niet over mezelf als zombie. Ik functioneer opnieuw als mens nu. Maar er was wel degelijk een soort noodzaak. Vroeger, bij mijn vorige twee platen, was de piano meer vijand dan vriend. Ik moest moeite doen om muziek te maken. Deze keer stond ik vaak op automatische piloot, minder begeesterd dan anders les te geven en móést ik net naar huis om verder te schrijven. Een noodzaak was het, een soort decompressie. En het zombiethema… Ik heb deze plaat altijd al willen maken en ik wilde het niet hebben over de aandoening van mijn zoon, of over de dood van mijn moeder, of de scheiding van mijn grote liefde. Toch niet op een rechtstreekse manier. Het is dus mijn apocalyps geworden, het einde van mijn wereld via het einde van dé wereld. Het klopte.

Je had het daarnet over de gebrainwashte ander. Romero’s zombiefilms waren vaak een verhulde aanklacht tegen het conformisme of de consumptiemaatschappij.

SWERTS: Inderdaad, zoals Dawn of the Dead (1978), dat zich in een shoppingcenter afspeelt. Als docent aan de hogeschool – Nederlands, geschiedenis en actualiteit – vind ik dat een van mijn voornaamste taken, mensen uit het ‘zombie-zijn’ trekken. Mijn studenten kritisch doen nadenken. En dan zeggen ze: ‘Meneer, het verstand op nul zetten, dat is leuk!’ ‘Neen!’ reageerde ik dan. ‘Verschrikkelijk! Je verstand is het schoonste dat je gekregen hebt, je mág dat niet op nul zetten!’ Daarom was het besef dat ik zelf zombie geworden was zo erg. Door het leven sloffen, zo pragmatisch mogelijk, met zo weinig mogelijk emoties: akelig, hoor.

Je droomproject is nu gerealiseerd. Kun je daar, gezien de omstandigheden, blij om zijn?

SWERTS: (denkt na) Kijk, de mens heeft steeds een verhaal nodig, terwijl alles uiteraard arbitrair en toevallig is. Niks heeft zin, de meeste mensen weten dat intussen wel, en toch lijken we verslaafd aan dat verhaal in ons leven. Vroeger bood religie dat. Ook de liefde is een soort verhaal, de structuur die we aan onze tijd geven – jaren, maanden en dagen – voedt ook die nood aan een verhaal, aan vooruitgaan. We denken ook graag in hoofdstukken: ik knip mijn haar af, tijd voor een nieuw hoofdstuk! Nu de plaat af is, heb ik inderdaad het gevoel dat er een nieuw hoofdstuk mag beginnen. De titel Schaduwland refereert aan Joni Mitchells song The Sire of Sorrow, maar ook aan het voorgeborchte waar ik tot nu toe in zat. Je kunt pas verder met je leven wanneer je uit die wachtkamer wegraakt.

Uit de wachtkamer, richting podium? Niet jouw favoriete habitat.

SWERTS: (glimlacht) Neen. Er liggen wel al veel optredens vast. In de AB, de Roma, de Handelsbeurs… Het wordt moeilijk, want Schaduwland is een conceptplaat. De songtitels, van lang naar kort, zijn citaten uit films, het artwork is perfect op maat gemaakt door Stijn Felix, die ook al de illustraties voor Anatomie van de melancholie maakte, en de plaat gaat decrescendo, van luid naar stil. Hoe we dat live zullen brengen? Ik denk in twee delen, met in het eerste deel songs uit Schaduwland. Drummer en percussionist Karen Willems, bekend van Yuko en Zita Swoon Group, is erbij, Gianni Marzo van Isbells speelt mee, net als Kevin Imbrechts, beter bekend als Illuminine, op gitaar.

Veel resonantie. Veel lawaai.

SWERTS: (smalend) Ja, het werd tijd dat ik mijn street credibility wat opkrikte.

En in het tweede gedeelte van de liveshows…

SWERTS:… spelen we de hits. Ah ja! (lacht)

Iets voor een nieuw hoofdstuk: de fun, de hits?

SWERTS: (glimlacht) Ach, het nieuwe is meer van hetzelfde. Ik zie mijn kinderen nu twee dagen in de week. Af en toe vallen de tics van mijn zoon mee, maar ik moet voldoende decompressiemomenten inlassen. En nu is er ook de bindingsangst. Moeder Natuur heeft me duidelijk aangegeven: ‘Swerts, gij had al lang uitgerangeerd moeten worden! U voortplanten was niet het plan.’ Niet met mijn genetica, nee. In de natuur was ik er allang uitgeselecteerd. Een nieuwe relatie? Tja, ik weet nu hoe weinig controle je maar hebt over je eigen verhaal. Zó een sterke relatie, in één-twee-drie ontbonden. Straf, hoor, hoe snel de vervreemding toeslaat. Nee, bindingsangst is geen Vijf-tv-cliché, het is puur een psychologisch zelfbeschermingsmechanisme. Maar je hebt gelijk, wie weet is mijn volgende plaat wel een heel zomerse ik-ben-verliefdplaat. Inclusief Radio 2-zomerhit. Het kan, hè!

SCHADUWLAND

Uit op 23/9 bij Universal.

door Jonas Boel – foto’s Wouter Van Vaerenbergh

‘Compleet surrealistisch, elkaar zo graag zien en toch uit elkaar moeten gaan. Alles wat je opgebouwd hebt: wég. Staren naar een ravijn is één ding, erin zitten is iets helemaal anders.’ Jan Swerts

‘Ik ben lang een soort elitaire mens geweest, met het idee dat de zombie symbool stond voor het gros van de anderen, de gebrainwashte mens. Maar op het einde van de rit blijk je dat plots zélf te zijn. Griezelig.’ Jan Swerts

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content