Zomergasten, elke zondag vanaf 3/8 – omstreeks 21.05 Ned3

Vanaf 3 augustus brengt de VPRO een nieuwe reeks Zomergasten, vijf avondvullende uitzendingen waarin vijf verschillende gasten hun licht laten schijnen over zelfgekozen televisiefragmenten. Helemaal live, en da’s slechts een van de vele leuke aspecten aan dit unieke praatprogramma: als het niet klikt tussen de presentator en zijn gast(e) zie je dat ook. Na Adriaan van Dis vorig jaar, is de presentator dit jaar Joost Zwagerman, schrijver, columnist, dichter, en in vorige levens medewerker bij Barend & Van Dorp en redacteur bij de kunstrubriek Prima Vista. Op vraag van Zwagerman zijn de gasten dit jaar iets minder bekende Nederlanders, en vertegenwoordigen ze de gebieden kunst, literatuur, politiek, wetenschap en amusement.

Britta Böhler (1960) is een Duitse advocate die tien jaar geleden naar Nederland verhuisde, en bekend werd als de advocate van Koerdenleider Abdullah Öcalan. Ze specialiseerde zich verder in politieke rechtzaken, en nam onlangs ook de verdediging van Volkert Van der Graaf, de moordenaar van Pim Fortuyn, op zich. De interviewstop die ze naar aanleiding van die verdediging afkondigde, zal ze als eerste zomergast verbreken.

Paul de Leeuw (1962) is de bekendste van het kwintet gasten. De Leeuw maakte furore als komiek, schrijver, zanger, acteur maar vooral als dictatoriaal, grensverleggend en bij vlagen briljant interviewer in programmaseries voor de Vara ( De schreeuw van De Leeuw en Laat De Leeuw) en de NCRV ( Herberg de Leeuw). Voor het najaar plande hij samen met de Vara een nieuw programma, dat als werktitel Nederland kan de pot op meekreeg. Familiebesognes (De Leeuw en partner adopteerden twee jongens) en juridisch getouwtrek (o.a. met de NCRV en met Story) hebben dat project even op de helling gezet, maar nu komt het er toch door. In Papaul, de definitieve titel, zal De Leeuw de kijker naar eigen zeggen met zijn privéperikelen opzadelen. Te zien vanaf 6 oktober.

Hafid Bouazza (1970) is een Nederlandse schrijver van Marokkaanse afkomst, met een Nederlandse nationaliteit. Hij heeft een voorliefde voor het oud-Nederlands, en dat vertaalt zich in het bloemrijk, symbolisch sterk en taalkundig creatief proza van De voeten van Abdullah (1996) , Momo (1998), en Salomon (2001), romans waarin hij afrekent met de islam (‘Nederland slikt te veel onzin van moslims’). Verder is Bouazza ook vertaler, recensent, en toneelschrijver.

Prof. dr A.A.M. (Dries) Van Agt (1931) heeft er carrières opzitten als hoogleraar strafrecht, minister van Justitie, minister-president, commissaris van de koningin en ambassadeur van de Europese Gemeenschap (‘Van eendagsvlieg tot resistent reptiel’, zo omschreef Van Agt zichzelf bij zijn afscheid van het politieke toneel). Hij maakt enkel nog openbare optredens als elder statesman, maar ook in deze hoedanigheid blijkt de minzame Van Agt retorisch onderlegd, gearticuleerd en archaïsch en laat hij met zijn Reviaanse volzinnen niemand onverschillig.

Henriëtte Maassen van den Brink (1953) is hoogleraar empirische arbeidseconomie aan de Universiteit van Amsterdam en samen met Wim Groot, hoogleraar gezondheidseconomie aan de Universiteit Maastricht, auteur van opiniestukken en boeken over economie en menselijk kapitaal. In Lusten en lasten, over de economie en emotie beschrijven ze het zoeken naar een partner als een kosten-batenanalyse en staan rake opmerkingen als ‘ mannen rapporteren vaker stress dan vrouwen, omdat zij stress associëren met status; het verhoogt je economische waarde om te zeggen dat je het zo druk hebt’.

Hans Comijn

DOOR STEFAAN WERBROUCK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content