‘Halle Berry mag altijd bij me aankloppen’

Komedies, tragedies, thrillers… Stephen Frears heeft altijd al even vlotjes van genre als van overhemd gewisseld, al houdt hij het de jongste jaren liever luchtig. Na Mrs Henderson Presents, The Queen en Chéri schakelt de Britse veteraan (69) nog maar eens in komische modus voor de sexy stripverfilming Tamara Drewe. ‘Onwetendheid is een pluspunt binnen de filmbranche.’

De volwassenenstrip Tamara Drewe verscheen voor het eerst in 2005 in de recensiebijlage van de Britse kwaliteitskrant The Guardian en bleek Posy Simmonds’ hedendaagse versie van de 19e-eeuwse roman Far from the Madding Crowd van Thomas Hardy. De rode draad? De amoureuze perikelen van een jonge journaliste die naar haar bucolische geboortedorp in Dorset terugkeert en daar zowel haar jeugdliefde, als een gehuwd succesauteur, en een rockster aan het geilen brengt. ‘Posy Simmonds is al veertig jaar een vriendin van me’, vertelt Frears. ‘Bovendien was ik een fan van de strip. Alleen had ik er nooit eerder aan gedacht om die te verfilmen. Ze hebben hem bij wijze van spreken onder mijn neus moeten duwen.’

Wat heeft je uiteindelijk overgehaald?

Stephen Frears: De kwaliteit van het script. Ik vond het grappig, clever en rijk aan details. Een beetje in de traditie van de Ealingkomedies. Plus: met de strip had ik een ideale leidraad. Ik moest gewoon de prentjes in beweging zetten en goede acteurs vinden. Het werkte bevrijdend om een film eens van een puur grafische kant te kunnen benaderen. Als alles vooraf uitgetekend is, heb je ook geen excuses meer om langdradig te zijn.

Had je meteen Gemma Arterton, de nieuwe ster aan het Britse acteurs-firmament, in gedachten voor de rol van Tamara?

Frears: Ik kende Gemma niet eens. Ik leef in mijn eigen wereld, vrees ik, maar onwetendheid is doorgaans een pluspunt binnen de filmbranche. Tess of the d’Urbervilles(de kostuumserie waarmee Arterton twee jaar geleden doorbrak; nvdr.) heb ik nooit gezien, maar toen ik haar ontmoette, vond ik haar meteen geweldig. Ze is slim, sexy en getalenteerd. Kortom: precies wat ik nodig had. Pas toen ik haar, Roger Allam en Tamsin Greig voor de drie hoofdrollen gevonden had, heb ik definitief ‘ja’ gezegd.

Was het belangrijk dat de acteurs ook fysiek op de stripfiguren leken?

Frears: Neen, zolang de grote lijnen maar klopten. Posy Simmonds’ tekeningen zijn heel precies en gevat, dus zocht ik naar acteurs die ook precies en gevat zijn. Het was moeilijker om het juiste dorpje te vinden. Ik had een huis nodig dat omgeven was door weilanden en ik had gekke koeien nodig voor die stampede. Gelukkig heb ik ooit een western gemaakt (‘The Hi-Lo Country’ uit 1998; nvdr.), zodat ik met die beesten wel weg wist.

‘Tamara Drewe’ is een strip met een feministische inslag. Was dat aspect belangrijk voor jou?

Frears: Of het om vrouwen of mannen gaat, maakt mij niets uit – als ze maar boeiend zijn. Ook inhoudelijk kwam het er enkel op aan om de grote lijnen uit de strip te volgen. Een van de grootste kwaliteiten is de ‘Britishness’. Voor Britten zelf gaat het dan over onze klassenmaatschappij of slimme woordspelingen, maar ik heb gemerkt dat buitenlanders die Britsheid vooral met accenten en excentriciteit associëren. Eigenlijk willen jullie Alec Guinness en Peter Sellers: zolang we onszelf als gekken en idioten opvoeren, vindt de rest van de wereld het prachtig. (Lacht)

‘Tamara Drewe’ speelt zich af in de middenklasse, terwijl de meeste Britse films ofwel over de working class of de upperclass gaan. Is daar een reden voor?

Frears: Wellicht komt dat omdat veel regisseurs zelf uit de middenklasse komen – ikzelf, Mike Leigh en Ken Loach om er maar enkele te noemen. We doen graag alsof we buitenbeentjes zijn, maar zijn allemaal hopeloos bourgeois. Extremen zijn exotischer. Personages die ofwel steenrijk ofwel straatarm zijn, spreken meer tot de verbeelding dan brave burgermannetjes die met een Volvo rijden en in het weekend gaan bridgen. De Britse burgerij zit verveeld met dat saaie imago en voelt zich zelfs wat schuldig over haar materiële comfort, wat haar meteen prima materiaal voor zedenkomedies maakt. Die ontdekking is wellicht mijn enige relevante bijdrage tot de filmgeschiedenis. (Grijnst)

Vind je jezelf beter geworden als regisseur?

Frears: Absoluut. Het omgekeerde zou vreselijk zijn. Ik probeer mezelf nooit te herhalen. Waarom zou ik nog een Dangerous Liaisons of The Queen maken? Alleen aan Tony Blair heb ik twee films gewijd (‘The Queen’ en de tv-film ‘The Deal’; nvdr.) omdat het nodig was.

Hoe bedoel je?

Frears: Ik heb dat mannetje nooit kunnen uitstaan. Toen hij bij Labour aan de macht kwam, was hij zo immens populair dat niemand inzag dat hij een moreel conservatieve en een economisch liberale koers ging varen. Bovendien heeft hij ons de Irakoorlog in gezeuld. Ik ben in geen jaren gaan stemmen, maar omdat Blair eindelijk weg was en iedereen op voorhand wist dat de Conservatieven zouden winnen, ben ik dit jaar wel nog eens geweest. Ik heb voor Labour gestemd, maar het heeft niet mogen baten.

Klopt het dat je ooit gevraagd ben om een James Bondfilm te regisseren?

Frears: Toch niet, de Bondproducenten hebben me ooit benaderd om een film te maken over Halle Berry’s personage uit Die Another Day. Ik was zo gecharmeerd door Halle Berry dat ik gelijk wat met haar zou hebben gedaan. Ik ben op mijn best als ik onverwachte dingen doe, of als niemand iets van een film verwacht. Ik weet niet meer waarom het project niet is doorgegaan, maar Halle Berry mag nog altijd bij me aankloppen. (Lacht)

‘Tamara Drewe’ ging in première in Cannes waar je ooit juryvoorzitter was. Welke ervaring vond je het leukst?

Frears: Juryvoorzitter zijn. Je mag kritisch zijn over anderen, plus: je krijgt een bodyguard . Niet dat iemand me ooit bedreigd heeft of dat ik last heb van groupies, maar ik voelde me eindelijk belangrijk. (Grijnst)

Door DAVE MESTDACH

‘Zolang wij Britten onszelf als gekken opvoeren, vindt de rest van de wereld het prachtig.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content