Paul Baeten
Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

P.B. GRONDA, schrijver van onder meer Onder vrienden en recent nog Straus Park, duikt elke week in de populaire cultuur.

This Was My Life op Countdown to Extinction (1992) van Megadeth vind ik oprecht een goed en bij momenten zelfs ontroerend nummer. ‘There is something wrong with me’, zingt Dave Mustaine. Je gelooft hem meteen. Dat komt omdat er altijd wel iets – zelden iets ergs – mis is met mensen die na hun 22e nog metal spelen. Zeker als ze zoals Dave van Megadeth op een dag denken: die metal, toch maar keurige nichtenmuziek, laten we maar thrashmetal gaan spelen. Er zijn verschillende vormen van naïviteit, maar die van subcategorische metal is zeker een van de sympathiekste.

Het is zoeken, vandaag, naar sympathieke naïviteit. Niet dat mensen plots veel slimmer zijn geworden, maar alles is meteen voorhanden, fotografeerbaar, deel- en opzoekbaar. Bij kleine kinderen en in het verleden, daar vind je nog ontroerende, niet door technologie of ironie aangetast enthousiasme.

Het omgekeerde zit veel slechter verstopt. Wie opgeklopte nonsens wil, verpakt alsof het de nieuwe muiltjes voor de schoonste deerne van het koninkrijk betreft, die kan elke dag weer de vruchten van de takken plukken. Een mediafenomeen dat voortkomt uit dit stilistisch verpakken van het grote niets, is het diepte-interview.

Je merkt meteen dat het hier niet om een gewoon, doordeweeks interview gaat. Net zoals je bij het woord thrashmetal meteen vermoedt dat het metal is, maar dan gewoon een beetje trashy. In het diepte-interview wordt er – en dat is het geniale aan het idee – naar iets diepers geboord in de ziel van de opgevoerde man of vrouw.

Je zou ook kunnen zeggen: het zou gewoon een goed interview moeten zijn, niet zoals de gewone interviews, die natuurlijk – dat weet toch iedereen – onderbetaald bandwerk zijn van vermoeide journalisten ter promotie van professionelen die het gewend zijn om met de glimlach vierhonderd keer dezelfde vraagjes te beantwoorden. ‘Ben je nog met andere projecten bezig, Jos?’ – ‘Jaja, druk-druk-druk, maar helaas mag ik daar nog niks over zeggen, Luk. Overigens eet ik graag bij Frituur Janlul aan het station van Kusteklote!’

En dan heb je de formatjes. Krijg je een mailtje van iemand die veertien is. Of je even snel die vraagjes kunt invullen, liefst in zoveel tekens, voor dit of dat formatje – mercikes. Wees altijd op je hoede als verkleinwoorden de regel worden.

Niks van dat gepruts in het diepte-interview. Dan is het naar een credibel café of trendy restaurantje, niet zelden van iemand die de week ervoor of erna ook een diepte-interview heeft ‘gekregen’. Zodra je daar dan zit, is het plots wel voor echt, dan moeten de kleren uit en de trauma’s naar boven.

Op zich een prima journalistiek idee.

Het probleem is dat het diepte-interview intussen ook allang een formatje is geworden. Grote, korzelige foto’s – natuurlijk niet in kleur want dat is zo on-diepterig. Halfslachtige citaten over het leven of – de originele juxtapositie! – net over iets heel triviaals.

Het banaliseren van hetgeen net moest dienen als tegengif voor de overheersende banaliteit. Zet tot een betere dag mijn Megadeth maar wat luider.

P.B. GRONDA

EEN MEDIAFENOMEEN DAT VOORTKOMT UIT HET STILISTISCH VERPAKKEN VAN HET GROTE NIETS, IS HET DIEPTE-INTERVIEW.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content