Paul Baeten
Paul Baeten Columnist bij Knack Focus

P.B. GRONDA, schrijver van onder meer Onder vrienden en recent nog Straus Park, duikt elke week in de populaire cultuur.

Nog eens Oasis op de radio, grote winkels met een parking op hun dak en stille parken in de dauw. Dat zijn drie willekeurige dingen waar ik veel gelukkiger van word dan je op het eerste gezicht zou denken. Maar kijk, de verrassingen zijn deze razende en soms koude wereld nog niet uit.

Waar ik dan weer ongelukkig van word, zijn lelijke kunstwerken. Ja, ik weet het, dat is heel persoonlijk. Iets graag eten of niet is ook persoonlijk. Maar dat polenta smakeloze drab is, dat is volgens mij gewoon objectief vast te stellen. ‘Ja, maar je moet daar veel saus op doen, dan wordt dat lekker’, zeggen ze dan. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor nat karton of zand.

Om maar te zeggen: er is wel iets als een min of meer algemeen geldend verschil tussen kunst en belachelijke rommel.

Persoonlijk vind ik het werk van de Kortrijkse snordrager Arne Quinze zeker niet meteen in de eerste categorie thuishoren. Eigenlijk is dat iemand die ooit een soort ongemakkelijke poef heeft gemaakt, en toen dacht: als ik grotere dingen ga maken, en nog wat meer zever verkoop, dan kan ik veel dikkere facturen sturen. Stapel hout in brand gestoken in de woestijn, een hoop takken samengekleefd voor het Vlaams Parlement en dat The Sequence genoemd. Als u dat al grappig vindt, kunt u zich enkel inbeelden hoe hard hij er zelf mee moet lachen.

Nu ben ik snobistische eikel genoeg om hem daarom zonder verder onderzoek een zak lucht en een idioot te vinden. Maar ik ben niet het type om iemand daarom zijn relatieve succes en ook niet het geld dat daarmee van nog grotere idioten ontfutseld kan worden te ontzeggen. Blijven gaan, met je onnozele takken, Arne. Echt waar.

Er vormt zich wel een probleem als dat geld bestaat uit subsidies en de grotere idioten in het verhaal politici zijn.

Net zoals ik het gedoe rond Quinze niet begrijp, begrijp ik ook Tomorrowland niet, maar gun ik iedereen die het organiseert of bezoekt alleen maar het allerbeste in hun vast diepgaande en meeslepende levens.

Kom me alleen niet vertellen dat Tomorrowland de provincie Antwerpen nodig heeft om in zijn nouveau hippietrip Arne Quinze een luchtbrug te laten bouwen. Een wat? Een ‘luchtbrug’. Ja. Ik weet het.

Festivals hebben podia, geen bruggen. Als ze dan toch een brug willen, dan hebben ze daar zonder enige twijfel zelf geld genoeg voor, en zo niet: keer terug naar de vorige zin over podia en bruggen.

Het subsidiebeleid voor de kunsten, of het nu via een klassiek fonds gebeurt of via constructies met een overheid, gaat altijd tussen: nieuw of minder commercieel talent de kans geven zich te ontwikkelen en gevestigde waarden extra steun geven. In het beste geval kan het allebei, in het tweede beste geval kan enkel het eerste, en in het slechtste geval is er geen budget. Maar nul euro voorzien voor de beginnende beeldende kunstenaars en een marketeer-zetelmaker uit West-Vlaanderen een opgeblazen cheque in zijn vettig haar smeren, ja, dat lijkt me het enige beleid dat echt nergens goed voor is. Maar ook dat is vast heel persoonlijk.

P.B. GRONDA

FESTIVALS HEBBEN PODIA, GEEN BRUGGEN. ALS ZE DAN TOCH EEN BRUG WILLEN, DAN HEBBEN ZE DAAR ZONDER ENIGE TWIJFEL ZELF GELD GENOEG VOOR.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content