GRAND CENTRAL BELGE

FRIEDA VAN WIJCK wandelt in GRAND CENTRAL BELGE langs in onbruik geraakte spoorwegen. 'Ik hoop dat we het beeld van het zuidelijke deel van het land toch wat nuanceren.'

Dinsdag 11/3, 20.40 – Canvas

Grand Central Belge, het boek waarvoor schrijver Pascal Verbeken het traject van een ooit roemruchte spoorlijn dwars doorheen ons land afwandelde, krijgt een televisionele pendant, op Canvas. Deze keer trekt niet Verbeken, maar Frieda Van Wijck de wandelschoenen aan.

‘Pascal had me het manuscript voor Grand Central Belge laten lezen’, zegt regisseur Peter Vandekerckhove, eerder al bezieler van Meneer doktoor en Meneer de burgemeester. ‘Nog voor het boek uitkwam, heb ik de rechten gekocht om er een tv-versie van te maken. Zo goed vond ik zijn relaas over de industriële wereldmacht die ons land toen was. Ik ging op zoek naar iemand die net als Pascal het traject te voet kon afleggen. Omdat die wandelaars op tv bijna allemaal mannen zijn – denk maar aan het ultieme voorbeeld, Michael Palin – benaderde ik Frieda Van Wijck met de vraag of zij wilde meedoen.’

Kende jij het boek, Frieda?

FRIEDA VAN WIJCK: Ik had er al veel goeds over gehoord en ik ben het na Peters vraag meteen beginnen te lezen. In één ruk was het uit. Hoewel ik inderdaad graag wandelingen maak – dat had Peter goed opgevangen – was de Waalse streek waar Grand Central Belge onder meer door trekt mij nog grotendeels onbekend. Meer motivatie had ik niet nodig om toe te happen.

Hoe anders deed die ooit rijke regio aan, vergeleken met het welvarende Vlaanderen van vandaag?

VAN WIJCK: Goh, de mensen hebben het er niet zo breed, maar ik ben er evenmin op mensonterende armoede gestoten. Het verraste mij eerder dat mensen er nog leefden zoals dat vroeger was bij ons. Als zij over ‘les étrangers’ spreken, dan hebben ze het over de inwoners van het dichtstbijzijnde dorp. Zo moet het in de tijd van onze grootouders in Vlaanderen ook geweest zijn.

VANDEKERCKHOVE: Dat bestaat bij ons niet meer. Helemaal anders is Charleroi. Daar is vrijwel iedereen vreemdeling, zo’n mengelmoes van roots hebben ze daar. De stad ligt er vandaag bij als een openluchtmuseum van de industrialisering. Uiteraard vind je daar veel verval maar ook creativiteit. Een paar jonge gasten organiseren er Rockerill, in de leegstaande fabrieken van Cockerill.

VAN WIJCK: Charleroi heeft mijn verwachtingen overtroffen.

VANDEKERCKHOVE: Ja, je ontdekt er een explosie aan creativiteit die in Vlaanderen haar gelijke niet kent. Omdat je pas echt vindingrijk wordt wanneer je alles kwijt bent? Charleroi is bovendien werkelijk de armste stad van West-Europa, terwijl ze ooit de rijkste was. Vergeet niet dat bedrijven als Delhaize en Solvay daar ontstaan zijn.

In de eerste aflevering valt de hartelijkheid van de mensen op: na een interview wordt Frieda prompt op de koffie gevraagd.

VAN WIJCK: Ja, het cliché dat mensen er meer tijd hebben, klopt inderdaad wel. Het gaat er ook soepeler toe, terwijl er in Vlaanderen maar regeltjes en beperkingen bij blijven komen.

VANDEKERCKHOVE: Toen Frieda in een bushokje ging schuilen voor de regen, kreeg ze daar het gezelschap van twee Afrikaanse asielzoekers. Die vertelden haar dat iedereen in België zo vriendelijk is. Zo zie je maar.

Wordt Wallonië, dat de laatste jaren bedrijven als Google aantrok, een groeipool om in te investeren, zoals in The Financial Times te lezen stond?

VAN WIJCK: Dat lijkt me een gemiddelde dat nergens op slaat. Waals-Brabant, waar die bedrijven doorgaans komen, is het zuiden van het land niet.

VANDEKERCKHOVE: Iets zuidelijker van Brussel heb je ook nog de regio rond de luchthaven van Charleroi. Feit is dat die vooral werk oplevert voor mensen met een opleiding. Arbeiders lijken er, in tegenstelling tot de tijd van de grote industrie, nauwelijks nog aan de bak te komen. In Charleroi praatten we met Paul Magnette, die daar nu burgemeester is. Hij was bijzonder openhartig, hij nam ons zelfs mee naar het zeer bescheiden arbeidershuisje waar hij geboren is.

VAN WIJCK: Als zoon van amadezen – weet je wel, Alle Macht aan de Arbeiders. Het boeit mij wel hoe die man een lucratieve ministerpost en daarvoor een beloftevolle carrière als professor heeft opgegeven om nu als burgemeester van Charleroi de wederopstanding van zijn stad te bewerkstelligen. Hij staat voor een immense taak, die jaren zal vergen. Ik ben benieuwd of hij zal slagen.

Grand Central Belge wordt uitgezonden in de aanloop naar de verkiezingen. Hopen jullie mensen tot andere inzichten te brengen?

VAN WIJCK: Je kunt met een tv-programma de mensen niet van gedacht doen veranderen, dat is ook niet onze bedoeling. Wat ik wel hoop te doen, is het beeld van het zuidelijke deel van ons land te nuanceren. Ooit was men er welvarend, maar het kan verkeren.

Het kan verkeren, ook in Vlaanderen?

VAN WIJCK: Dat speelde toch een hele tijd in mijn achterhoofd terwijl ik door Wallonië liep. Al denk ik wel dat de Vlaamse steden lessen hebben getrokken uit het verleden en op de juiste manier op de veranderende factoren inspelen. Zo is er, toen er goedkoop geleend kon worden, geïnvesteerd in stadsvernieuwing.

VANDEKERCKHOVE: Het kan verkeren, dat is nog meer dan de spoorlijn de rode draad doorheen Grand Central Belge, zowel in de grote verhalen, over de industrie, als de kleine. Zo ontmoet Frieda een vrouw van 35 die vijftien jaar geleden door tegenslag dakloos is geworden. Je klautert niet zomaar uit de put. Een land, een stad of een mensenleven kan overhoopgehaald worden doordat er iets voorvalt.

Een programma met een wandelende presentatrice, welke stijl hanteer je daarvoor?

VANDEKERCKHOVE: Die van een roadmovie. Aan de hand van de montage en de liedjes zijn we op zoek gegaan naar een eigen stijl. Zo zal die muziek niet louter instrumentaal zijn maar ook gezongen, wat je zelden hoort in documentaires.

(H.V.G.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content