Ze noemen zichzelf twins, maar ze zijn een koppel. Hun muziek klinkt trashy, maar ze noemen het zelf liever funky. Ze hebben connecties, maar ze gebruiken die niet. En ze zijn verre van lelijk, maar ze dragen wel maskers. Maak kennis met Vermin Twins: ‘Gezichtsbekendheid interesseert ons niet, we vinden dat vies.’

En ‘ze’, dat zijn: Micha Volders, voor zover wij weten geen familie van Dave Volders, en Lotte Vanhamel, wel degelijk de volbloed zus van Tim Vanhamel. De gelijkenissen zijn treffend. Zelfde ogen. Zelfde accent. Zelfde hinnikende lach. Alleen hun huisdier is verschillend: bij Tim loopt een kat genaamd Iggy over de vloer, bij Lotte thuis worden we keffend begroet door de chihuahua Ignatz – naar de muis uit de vroegere krantenstrip Krazy Kat.

Hier, in hun rommelige rijhuis in hartje Hasselt, hebben Micha en Lotte (allebei dertig) de voorbije maanden Exoskeleton in elkaar gebokst. Luc Van Acker noemt het iets Justice-achtigs, Micha vindt het vooral funky en zelf houden we het op een overstuurde elektroversie van The Mars Volta. Elke minuut die Lotte niet spendeert aan het animeren van filmpjes en elke seconde die Micha niet voor de klas doorbrengt – hij geeft aan de Hasseltse Rockacademie naar eigen zeggen het vak ‘freakerij’ – injecteren ze in Vermin Twins. Maar hoe zijn ze eigenlijk de muziek binnengerold?

Micha Volders: Als kleine petter heb ik wel in tientallen groepjes gespeeld. Bij Sukilove bijvoorbeeld, de groep van Pascal Deweze. En bij Buscemi: daar heb ik een tijdje bas gespeeld. Nu ja, een tijdje: welgeteld twee optredens heb ik het volgehouden. Toen werd ik buitengegooid. (Lacht) Ik kende Dirk Swartenbroeckx via zijn neef, (cartoonist) Kim Duchateau, en ik vond hem dus wel sympathiek. Alleen: hij wilde een gestroomlijnde sound en ik wilde die eigenlijk vooral saboteren. Tja, ik was vijftien of zo. Jong en rebels! Ik wilde rock-‘n-roll! En die vond ik uiteindelijk bij El Guapo Stuntteam: de legendarische Limburgse hardrockgroep. (Lacht) Ik kan je verzekeren: dat was genoeg rock-‘n-roll voor een heel leven.

Het project van Lotte en mij is in die periode ontstaan als een uitlaatklep. We zaten op kot in Brussel, want we studeerden animatie aan het Rits. Als we ’s avonds thuiskwamen van een optreden met El Guapo, begonnen we te experimenteren met drumcomputers. En dan rapten we daaroverheen. Compleet debiele teksten, want meestal waren we stevig begaaid. We noemden onszelf The Electrifying Beefbrothers en ik herinner me nog goed ons eerste optreden. We hadden onszelf helemaal bedekt met hompen vlees – beefbrothers, hé. (Lachje)

Wanneer zijn jullie dat project dan zelf ernstig gaan nemen?

Lotte Vanhamel: Het kantelmoment was die keer dat we een remix maakten met Tim. Hij moest eigenlijk een cover opnemen voor Rendez-Vous op Studio Brussel. Het moest een nummer uit 1986 zijn en hij dacht aan Nasty Boys van Janet Jackson.

Volders: Wij dus aan de slag met dat nummer. Heel leuk. En ook wel belangrijk voor ons zelfvertrouwen. Tim zei de hele tijd: ‘Jullie zijn de shit, man, de échte shit. Jullie gaan het maken!’ Als Tim zegt dat je de shit bent, dan betekent dat wel iets. (Lacht) Hij is eigenlijk voortdurend positieve feedback blijven geven, tot we zelf gingen geloven dat we de shit waren.

Vanhamel: Zonder al zijn gepush zouden we hier nu niet over onze eerste plaat zitten te praten.

Volders: Met fuckingKnack Focus dan nog. Zeg nu zelf, Lotte: zijn we de shitof zijn we het niet? (Lacht)

Vanhamel:(Onverstoorbaar) We zijn dan meer en meer beginnen optreden. Eerst met Tim, maar mettertijd steeds vaker zonder hem. En eigenlijk hebben we vooral dáárom deze plaat gemaakt: om genoeg materiaal te hebben voor concerten.

Volders: Ja, met de plaat is zeker geen groot plan gemoeid. We hebben niet de bedoeling om over een half jaar samen met Clouseau in het Sportpaleis te staan.

MISLUKTE WITTE NEGER

Integendeel zelfs: jullie lijken er juist alles aan te doen om onbekend en anoniem te blijven. De maskers die jullie dragen, lijken me in ieder geval meer dan een gimmick.

Volders: Oh ja! We verstoppen ons daarachter. Gezichtsbekendheid interesseert ons niet, we vinden het zelfs een beetje vies. Ik haat muzikanten die zichzelf op een podium etaleren. Zo van: ‘Hier ben ik! En vinden jullie mij niet allemaal fantastisch?’ Bah! Een bekende kop hebben, dat lijkt me vooral vervelend.

Is dat besef gevoed door Tim bekend te zien worden?

Vanhamel: Een beetje wel, denk ik. Ik merk toch dat zijn bekendheid niet alleen voordelen heeft. Je moet er bijvoorbeeld maar mee kunnen leven dat je vaak wordt herkend op straat en soms zelfs aangesproken. Dat zijn dingen die ik liever vermijd, ook al omdat ik nogal verlegen ben. In die zin helpen die maskers om mij op het podium op mijn gemak te voelen. Dankzij dat masker voor mijn gezicht durf ik me veel meer te laten gaan.

Volders: Dan zie ik haar helemaal loos gaan. Zaterdag, na ons optreden in de Muziekodroom, zei iemand het nog: ‘Lotte heeft twee persoonlijkheden, echt Dr. Jekyll and Mr. Hyde.’ Enerzijds is ze superverlegen, anderzijds zit er een uitgelaten freak in haar. Op het podium is ze zich heel onbewust van zichzelf. Ik ook, trouwens. Zozeer zelfs dat we compleet de controle over onszelf verliezen en dingen doen waarvan we achteraf denken: ‘ Djeezes, ben ík dat?’ Tim heeft dat ook: op het podium compleet loskomen van zichzelf. Zelfs als hij zich voorneemt om rustig en beheerst te blijven, ligt hij binnen de twee minuten al over de vloer te kronkelen. (Lacht)

Je zou die maskers ook een laffe vermomming kunnen noemen.

Vanhamel: Pfff, dat is het punt niet. Ze maken gewoon deel uit van de fantasiewereld die we willen oproepen. Kijk, gisteren zijn we toevallig naar Alice In Wonderland geweest, de film van Tim Burton. Daarin dragen ze ook maskers. Je zou kunnen zeggen dat dat de film fake maakt en dat de rauwe films van Lars Von Trier veel oprechter zijn. Maar dan ga je voorbij aan wat Alice In Wonderland wil zijn: entertainment opgebouwd rond een fantastisch verhaal. Wel, dat is Vermin Twins ook in zekere zin.

Jullie maken onmiskenbaar elektronica, maar ze is niet integraal geprogrammeerd.

Volders: Neen, en dat maakt juist dat onze muziek organisch klinkt. Ik haat muziek die op de computer is gemaakt door blokjes met beats en bleeps aan elkaar te plakken. Wij knippen en plakken ook, maar heel fysiek. Wat wij doen, is puzzelen. We jammen met drumcomputers en allerlei andere machines waaruit geluid komt. Dan hebben we pakweg twintig uur muziek – van repetitieve beats over instrumentale fragmenten tot stukjes zang – en dan verknippen we dat allemaal. We choppen het op, tot we een melodie bij elkaar hebben gepuzzeld. Het is een heel ingewikkelde omweg om bij een soort song uit te komen, maar het coole is dat onze nummers achteraf heel vaak gewoon na te spelen zijn op een akoestische gitaar. Wat we ook maken, het zal altijd funky zijn. Ik ben en ik blijf een mislukte witte neger. (Lacht)

Vanhamel: Zelf beschouwen we onze muziek eigenlijk niet als elektronica, al klinkt ze natuurlijk wel elektronisch.

Volders: We zijn elektronica gaan maken uit noodzaak. Toen we nog in Brussel op kot zaten, konden we ’s nachts niet zomaar een gitaar inpluggen. Dat maakt veel te veel lawaai. Aan machines prutsen met een koptelefoon op, dat ging dan weer wél. Het leuke is dat je met dat soort muziek alle kanten op kan. Wat we allemaal niet hebben uitgedacht van concepten voor deze plaat! Eerst dachten we aan een geflipte kinderplaat. Dan: een plaat met niets dan bosgeluiden. Een plaat met zingende robotten. We hebben zelfs even overwogen om al die concepten in één plaat te verwerken, maar dat konden we de mensen echt niet aandoen. (Lacht)

HIER LAAT IK JE LOS, TIM

Naast die remix van ‘Nasty Boys’ hebben jullie recent ook een cover van George Michaels ‘I Want Your Sex’ online geplaatst. Wat hebben jullie met foute eightiespop?

Volders: Tja, Lotte en ik zijn opgegroeid in de jaren 80. Ik herinner me nog dat mijn zussen dansten op de muziek van Madonna en Gloria Estefan. En toen ik op MTV voor het eerst de clip van I Want Your Sex zag, dééd dat iets met mij! Ik voelde van alles door mijn lichaam zinderen. Het zou goed kunnen dat George Michael me mijn eerste erectie heeft bezorgd. Maar zet dat nu niet in grote letters boven dit interview, hé.

Ik kan niets beloven. Maar over de eighties gesproken: de stem van Lotte heeft wel iets weg van Kylie Minogue.

Volders: Dat heeft onlangs nóg iemand gezegd.

Vanhamel: Dat zal dan wel zijn omdat ik een heel lichte, ijle stem heb. Ik heb zeker geen ver dragende zangstem. Daarom manipuleren we mijn stem ook zo vaak met een vocoder.

Volders: Als er iets is wat ik haat, dan wel de vreselijke vocale overacting van R&B-zangeressen. Wij gebruiken Lottes stem vooral als een instrument.

Jullie zijn een koppel. Maakt dat samenwerken als muzikale partners juist makkelijker of moeilijker?

Vanhamel: Het heeft voor- én nadelen.

Volders: Het voordeel is dat we op dezelfde golflengte zitten en we dus niet voortdurend aan de ander hoeven uit te leggen wat we bedoelen. Dat bespaart ons een hoop gelul.

Vanhamel: Het nadeel is dat je voortdurend bij elkaar bent en dus ook constant met die muziek kunt bezig zijn. En dat dóén we dus ook. Het stopt nooit.

Admiral Freebee werkt liever niet met bevriende muzikanten, ‘want dan wordt kritiek algauw zo persoonlijk’.

Volders: Het is toch net omgekeerd! Wij zijn non-stop megakritisch tegen elkaar. Ik kan tegen haar veel gemakkelijker zeggen dat een idee suckt. En zelf vind ik het ook fijn om door Lotte afgebroken te worden.

Vanhamel: Pas op, soms botst het natuurlijk ook. Soms zit hij echt in zijn wereld en krijg ik hem daar met alle macht niet uitgetrokken. En soms verdwaal ik in mijn eigen hoofd en is hij mij even kwijt. Dát is soms wel vermoeiend.

Hebben jullie snel nog wat raad en advies ingewonnen bij Tim, nu jullie debuutplaat op verschijnen staat?

Volders: Hij zegt dat we op tijd moeten gaan slapen en gezond moeten eten. Niet dat we daarnaar luisteren natuurlijk: we zijn veel te koppig om andermans raad op te volgen. (Lacht)

Vanhamel: Het is goed dat Tim ons gaandeweg een beetje losgelaten heeft. In het begin was zijn input zéér nuttig – zoals gezegd heeft hij ons zelfvertrouwen gegeven – maar tegelijk was zijn aanwezigheid een beetje verstikkend. Al is het natuurlijk fijn om te weten dat mijn grote broer van op een afstand over mijn schouder meekijkt.

EXOSKELETON

Uit bij Rough Trade.

Door Vincent Byloo

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content