GEORGE HARRISON – LIVING IN THE MATERIAL WORLD

GEORGE HARRISON op zoek naar zijn sweet lord, in casu aan de Taj Mahal.

Zondag 17/2, 21.35 – Canvas

‘Alsof ik een kathedraal binnenwandelde.’ Regisseur Martin Scorsese beschrijft de keer dat All Things Must Pass voor het eerst aan zijn oren trok, dat lied van George Harrison waarin droefenis, berusting, hoop en wijsheid zo glorieus samenklotsen. Wat het ook was wat Marty over de streep trok toen HBO hem om een documentaire over de ex-Beatle verzocht, veel overredingskracht was er niet nodig. Living in the Material World (2011) penseelt een innemend en inzichtelijk portret van Harrison, die in 2001 door kanker werd geveld. Het pookt de algemene bewondering voor de gitarist, songschrijver, filantroop, filmmecenas, tuinman, echtgenoot en vader alleszins danig op.

Beginnen deed het voor George Harrison, zoals zo vaak, met geboren worden: in het door de Duitsers tot puin herschapen Liverpool van 1943. Lang kon Scorsese niet dralen bij Harrisons vormingsjaren, want al op diens vijftiende is het verbond met John Lennon en Paul McCartney gesmeed – de aanzet tot een van de culturele wonderen van de twintigste eeuw. Platgedocumenteerd als The Beatles mogen zijn, door in te zoomen op Harrisons ontluikende songschrijverij, zijn enthousiaste verkenningen van oosterse spiritualiteit en zijn dubbelzinnige houding tegenover het Beatle-zijn houdt Scorsese de aandacht strak.

Vanzelfsprekend mocht de Amerikaanse regisseur bij nogal wat familieleden, vooraanstaande collega’s en dikke vrienden van de zogenaamde stille Beatle op de koffie. Je krijgt nieuwe interviews met onder meer McCartney, Ringo Starr, Astrid Kirchherr, Klaus Voormann, Eric Clapton, Tom Petty en ook Phil Spector, vlak voor die in 2009 voor moord de nor in draaide.

Niet zelden zijn het juist de unusual suspects die een haak in je geheugen slaan. Terry Gilliam van Monty Python, bijvoorbeeld: dat alleman met wie George zich omringde – dichte drommen uit de film-, muziek-, comedy- of autowereld – hoogstens pógingen tot volwassenheid ondernam. Nog het eloquents is voormalig formule 1-piloot Jackie Stewart, die de blijkbaar flagrante overeenkomst tussen autoracen en musiceren toelicht. Nooit gedacht.

Scorsese mocht het drieënhalf uur durende Living in the Material World – dat Canvas in twee delen uitzendt, deel twee volgt zondag 24/2 – stofferen met massa’s ongezien beeldmateriaal uit Harrisons archief. Weduwe Olivia Harrison gaf hem ook de vrijgeleide om uit het dagboek van manlief te citeren. Niet gek dus dat George zelf nog het meest aan het woord komt. Ja, ‘stille Beatle’, vergeet het maar: wie een troep Hells Angels kan doen opkrassen door over yin en yang te beginnen, zal wel over een overdonderend charisma hebben beschikt.

Natuurlijk was George Harrison, van wie voornamelijk zijn eindeloze odyssee naar geestelijke verheffing blijft hangen, geen heilige. Zijn cocaïneverslaving van halverwege de jaren zeventig komt even ter sprake, en Olivia geeft impliciet toe dat Georges way with women haar wel eens tot nijdig tandengeknars aanzette. Maar het laatste woord in Living in the Material World is wel geheel en al het hare. En het gloort als een edel grafschrift.

KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content