Een who’s who van de exponenten van de ‘neo-eiga’ of ‘nieuwe film’ uit Japan, op twee uitzonderingen na, allemaal kinderen van de jaren ’60.

Mamoru Oshii (°1951)

Sinds 1980 een van de vernieuwende krachten in de anime, een donkere visionair die in PatLabor: The Movie het cybervirus thematiseerde, in de sequel stedelijk terrorisme anticipeerde en met de technothriller Ghost in the Shell James Cameron en The Wachowski Brothers wild maakte. Het imponerende Avalon is live action-anime, een statement over de schaduw van realiteit en de kleur van illusie.

Kyoshi Kurosawa (°1955)

Samen met Takashi Miike de meest productieve Japanse regisseur en zeker een van de meest veelzijdige. Zo stapt hij met gemak over van serial killer‘double feature’ ( Serpent’s Path; The Eyes of the Spider ) naar ecologische fabel over een kwaadaardige boom ( Charisma). In Kairo raakt de mensheid besmet door een computervirus en offreert hij zijn meest subtiele en beangstigende bespiegeling over een kil, technologisch perfect, maar ontmenselijkt Japan.

Shinya Tsukamoto (°1960)

Civilisatie en animaliteit, technologie en vlees: dat is wat deze man doet tikken. Tetsuo & Tetsuo II zijn absolute cultklassiekers, Tokyo Fist en Bullet Ballet pure grootstadsangst, maar Gemini is het buitenbeentje: een horrorkostuumdrama. Over het gerucht dat hij met Tarantino aan een script voor Flying Tetsuo zou werken, zegt hij dat dit voor hem louter een optie was met een budget van 300 miljoen dollar en als Noord-Amerika volledig in puin lag.

Takashi Miike (°1960)

Deze gewezen assistent van Shohei Imamura is een demon die zijn eigen demonen straight to video uitdrijft. In de openingsmontage van Dead or Alive springt een cokehead naakt van een building, worden de noedels uit de buik van een ongelukkige geknald, neuken twee kerels elkaar in een vieze badkamer tot een wordt onthoofd en de ander nietsvermoedend zijn bloed likt. We hebben het dan uiteraard nog niet over andere poëzie in zijn 50 titels tellende catalogus.

Satoshi Izaka (°1960)

In Focus en The Frame onderzoekt Izaka de macht van de media en hun toenemende invasie van de private sfeer, via een kruising van psychodrama, thriller en sociale kritiek. ‘Een beeld is gevaarlijker dan een mes of pistool’, zegt een van Izaka’s stervende personages.

Nobuhiro Suwa (°1960)

Als adept van Stan Brakhage en Jonas Mekas verkende Suwa in zijn debuut 2/Duo zonder script de relatie tussen een man en een vrouw. In H Story voert hij zichzelf en Béatrice Dalle op in een film-in-film over een mislukte remake van Resnais’ Hiroshima mon amour.

Hideo Nakata (°1961)

Nakata’s Ring, waarin een raadselachtige videotape de dood brengt voor iedereen die hem bekijkt, veroorzaakte een ware horrorrage in Japan, vooral bij de lezeressen van huivermanga voor meisjes. Ring zorgde voor een vloed van films waarin ook Kurosawa’s genrebuigende Pulse plots opdook.

Akihiko Shiota (°1961)

Shiota analyseert Japan via zijn toekomst – de jeugd – en besluit dat het er echt niet fraai uitziet. De gewezen assistent van Kyoshi Kurosawa leverde met Moonlight Whispers en Harmful Insect emotioneel authentieke, in geweld en SM gedrenkte tienerportretten af.

Ryosuke Hashiguchi (°1962)

Tot voor kort waren tieners en homoseksualiteit zijn waarmerk ( A Touch of Fever, Like Grains of Sand), maar Hush! schuift een generatie verder en confronteert een homokoppel met de wens van een vrouw om zwanger te worden, in een bespiegeling over de waarde van een gezin.

Makoto Shinozaki (°1963)

‘Film zou wel eens het meest beperkende medium van allemaal kunnen zijn’, is een van zijn uitspraken. De man is een fan van horror en actie, maar zijn debuut Okaeri is een intimistische studie van schizofrenie, terwijl Not Forgotten Japans groeiende kloof tussen jong en oud behandelt.

Satoshi Kon (°1963)

Mangakunstenaar en animegod, maker van het alom geprezen Perfect Blue, waarin een popsterretje wordt gestalkt door het spook van haar verleden persona. In Millenium Actress duikt een documentairemaker in het verleden van een legendarische actrice.

Shinji Aoyama (°1964)

In zijn magistrale road movie annex serial killer suspensefilm Eureka proberen drie overlevenden van een buskaping hun trauma te verwerken. In zijn daaropvolgende film Desert Moon breekt hij met zijn sequentie-opnametechniek en in zijn recente tv-film A Forest with No Name laat hij een privé-detective uit een B-film verdwalen in een rustiek meditatieoord in een raadselachtig woud.

Hiroyuki Tanaka (°1964)

Alias Sabu, een veelgevraagd yakuza-vertolker (o.m. in Miikes Ichi The Killer) die voor de camera debuteerde in Otomo’s World Apartment Horror, achter de camera met het geflipte D.A.N.G.A.N. Runner. Monday, over een moordenaar die zich niets meer herinnert van een slachting, is wat men schertsend ‘Tarantikitano’ noemt.

Shinobu Yaguchi (°1967)

De personages van de meest getalenteerde komediemaker vallen voortdurend, een metafoor voor de Japanse wereld op zijn kop. Van Down the Drain tot Waterboys onderzoekt Yaguchi op hilarische wijze normaliteit en idealen.

Toshiaki Toyoda (°1969)

Hij was als tiener een wonder in shogi (Japans schaken), maar kwam tot de cinema na het zien van Junji Sakamoto’s Knock Out . Hij trok naar Tokyo met twee elektrische gitaren en 20.000 yen (175 euro) en debuteerde met Pornostar, een sterk portret van een losgeslagen jeugd.

J.S.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content