Een jaar na ‘Nocturama’ keert Nick Cave terug met EEN dubbelalbum dat zonder blozen naast zijn allerbeste werk kan staan. ‘Mijn leven is: werken of deprimeren.’ Door Wouter Van Driessche

‘ABATTOIR BLUES / THE LYRE OF ORPHEUS’

UIT BIJ EMI

Volgens de overlevering kraste hij zijn teksten ooit met een bebloede heroïnenaald op een oud reclameblaadje, maar anno 2004 zijn die dagen voorbij. Nick Cave, die zijn inspiratie decennialang intraveneus injecteerde, bekeerde zich enkele jaren geleden tot geluk en huiselijkheid. Hij trouwde met voormalig Vivienne Westwood-model Susie Bick, werd vader van een tweeling en liet in interviews weten dat de chaos, verslavingen en stormachtige relaties voorgoed verleden tijd waren. Wie dacht dat de Australiër daarmee ook zijn muze afgezworen had, kwam echter bedrogen uit. Meesterwerken From Her To Eternity en Tender Pray kregen opvolging van The Boatman’s Call en No More Shall We Part, en bovendien dreef hij zijn productie stelselmatig op. Nauwelijks een jaar na Nocturama is er nu Abattoir Blues/The Lyre Of Orpheus, een dubbelalbum waarop somberheid en berusting elkaar broederlijk in de armen vallen. ‘I went to bed last night and my moral code got jammed’, klinkt het ergens, en meteen daarna: ‘I woke up this morning with a Frappucino in my hand.’

In het statige kuststadje Brighton, waar ‘Beelzebub’s favourite lounge-singer’ sinds enkele jaren resideert, heeft zijn reputatie hem in elk geval nog niet ingehaald. Op weg naar ons rondetafelgesprek verliest een collega twintig pond aan de man van de platenfirma, als hij wedt dat de taxichauffeur de Australian of The Century vast en zeker kent. ‘Nick Who?’ Meer hebben wij niet nodig voor een openingsvraag.

Opgelucht of ontgoocheld dat er nog een taxichauffeur is die jou niet kent?

Nick Cave: Opgelucht. Vorige week kwam een meisje van de platenfirma langs, en toen hij het adres hoorde, zei haar chauffeur onmiddellijk: ‘ Lucky you, da’s bij Nick Cave!’ Dat vond ik een stuk verontrustender. Ik ben naar hier verhuisd om ver van alle drukte gewoon mezelf te kunnen zijn. Hoe minder mensen weten waar ik woon, hoe beter.

De afgelopen jaren kochten ook Paul McCartney, Fatboy Slim en Baby Spice hier een optrekje. Wat maakt Brighton zo speciaal?

Cave: Behalve de zee en de prachtige art-decohuizen: de rust. In Brighton wonen veel oude mensen. Je kunt hier over straat lopen zonder nagestaard of aangeklampt te worden – alsof je onzichtbaar bent.

Je bedoelt: normáál.

Cave: Zoiets, ja. (grijnst) Met ouder worden vermijd ik zo- veel mogelijk plaatsen waar ik me anders voel dan de anderen. Ze verstoren mijn evenwicht, hoe hard ik ook mijn best doe om dat niet toe te laten. In Londen kom ik bijvoorbeeld niet meer dan strikt noodzakelijk. It still gets to me: het beïnvloedt mijn denken, en de manier waarop ik mijn leven leid.

Toen je een paar jaar geleden een kantoor vlak bij je huis kocht om dagelijks tussen tien en zes in alle rust nieuwe songs te schrijven, voorspelden veel sceptici: ‘Dat houdt hij nooit vol.’

Cave: Eerlijk: bij momenten sta ik er zelf óók van te kijken, maar het gaat me steeds beter af. Als ik geen andere dingen aan m’n hoofd heb, schrijf ik gemiddeld twee à drie songs per week. Abattoir Blues/The Lyre is niet voor niets een dubbelalbum geworden. (grijnst)

Wel gedurfd: vijftig jaar rock heeft maar een handvol écht goede dubbelalbums opgeleverd.

Cave: De meeste zijn inderdaad één plaat te lang, maar ik wist dat we genoeg sterk materiaal hadden om niet in die val te trappen. Ik zie Abattoir Blues en The Lyre of Orpheus ook meer als twee aparte platen dan als één geheel. Ze hebben elk hun eigen persoonlijkheid, en ze vullen elkaar perfect aan. Abattoir Blues is veeleer donker en heavy, The Lyre Of Orpheus vrolijk en lichtvoetig.

Welke sluit het meest aan bij de gelukkig getrouwde vader uit Brighton?

Cave: Allebei evenveel, maar elk op een andere manier. Het klopt wel dat ik nu een keurig burgermansleven leid, maar fundamenteel ben ik niet veranderd. Ik geloof ook niet dat zoiets mogelijk is: je kunt jezelf of je verleden niet zomaar bij het huisvuil zetten. You always carry yourself with you.

Je zei ooit dat elke nieuwe plaat je een soort postnatale depressie bezorgde. Is een dubbelalbum dan…

Cave: Een dubbele depressie? Neen, zo logisch zitten die dingen niet in elkaar. (lacht) Integendeel zelfs: voor het eerst hoorde ik na de opnames stemmetjes in mijn hoofd die zegden: ‘Brilliant! Masterpiece!’

Stemmetjes in je hoofd?

Cave: Na al die jaren hoor ik nog steeds stemmetjes in mijn hoofd, ja. Voor ik aan een plaat begin, voel ik me meestal verschrikkelijk slecht. Dan hoor ik stemmetjes die zeggen: ‘Je bent een nietsnut! A fucking mediocre!‘, en dan weet ik dat het tijd is om nieuwe songs te schrijven. Als ik eenmaal in de studio zit, schakelen die stemmetjes over naar peptalk. ‘Dit wordt formidabel’, zeggen ze dan. ‘A record that’s gonna change the fucking world!’ Maar als de plaat goed en wel klaar is, zijn ze dat alweer vergeten, en begint het weer van voren af aan: ‘Die vorige plaat leek nergens naar! You’re a fucking mediocre!‘ Tragisch, hoor: mijn hele leven bestaat uit deprimeren of werken.

‘Nocturama’ namen jullie op in Melbourne, voor ‘Abattoir Blues/The Lyre Of Orpheus’ trokken jullie naar Parijs. Jouw keuze?

Cave: Neen, een idee van Nick (Launay, de producer; nvdr). Hij had zijn oog laten vallen op de Studios Ferber: een vergaan complex vol hout en analoge seventies-apparatuur. Toen we er aankwamen, wist ik meteen dat hij de juiste keuze had gemaakt. Het had niet die plastic vibe van moderne studio’s: het zag er minstens even oud en versleten uit als wij. (lacht)

Jullie kozen de studio dus niet omdat je grote heldin Nina Simone er óók ooit opnam?

Cave:(veert recht)Fuck no, dat wist ik zelfs niet! Nick had me verteld dat Serge Gainsbourg er een paar sessies had gedaan, maar Nina Simone… Ben je daar zeker van?

Absoluut: Leslie Feist, die er begin dit jaar ‘Let It Die’ opnam, vertelde onlangs nog dat ze er ‘ghost sessions’ had gezien: onafgewerkte opnames waarvoor Simone’s platenfirma destijds niet wou betalen.

Cave: Dat méén je niet! En ik heb daar al die tijd nietsvermoedend met mijn neus bovenop gezeten? What a shame! Ik had waarschijnlijk nóg honderd keer meer van de opnames genoten als ik dat had geweten.

Voor ‘Nocturama’ kampeerden jullie één week in de studio, voor deze dubbelaar twee. Snelheid door ervaring?

Cave: Dat speelt mee, maar het heeft vooral met ongeduld te maken. Als een song na twee takes nog niet goed zit, gooien we hem weg. Dan is de spanning eraf, en wíllen we er geen tijd meer in investeren. Vanaf de derde take ga je jezelf ook imiteren en begin je te overdrijven – ‘Oh fuck, that was good. Now I’m going to do it réally good!’ -, dus kan je beter wat anders verzinnen.

Een paar maanden geleden vertrok Blixa Bargeld, sinds jaar en dag je trouwe sidekick op gitaar. Had je de bui voelen hangen?

Cave: Neen, ik viel compleet uit de lucht. Er waren geen discussies geweest, we hadden geen woorden gehad, hij had geen signalen gegeven dat het hem te veel geworden was. Op een dag kreeg ik zomaar out of the blue een mailtje dat hij ermee kapte. Een reden voor zijn vertrek stond er niet in: daar heb ik nu nog steeds het raden naar.

Hebben jullie er dan niet meer over gepraat?

Cave: Niet echt, neen. Na die mail was mijn eerste reactie: hoe los ik dit zo snel mogelijk op? Het is geen kant van mijn karakter waar ik verschrikkelijk trots op ben, maar ik ben in dat soort zaken redelijk stoïcijns. Ik ga niet in een hoekje zitten jammeren: stilstaan is achteruitgaan.

Naast de Bad Seeds deed je voor deze plaat ook een beroep op een gospelkoor. Gaf het je een kick om hen dingen te doen zingen à la ‘I will be your slave/I will peel your grapes’?

Cave: Mmm ja, ergens wel, maar dat was zeker niet de reden waarom ik met hen wou werken. De bedoeling was om een soort dialoog op gang te brengen tussen hun geloof en mijn twijfels, zeker in de nummers over God. Na al wat de voorbije jaren gebeurde, vond ik het belangrijker dan ooit om die twijfels in de verf te zetten. Je hoeft de tv maar aan te zetten om te zien wat er gebeurt als je af en toe niet één en ander in vraag stelt.

In ‘Hiding All Away’ noem je dichter WH Auden, auteur van ‘The Age Of Anxiety’. Een verwijzing naar de tijd waarin we leven?

Cave: Onbewust misschien wel, al vind ik dat hele angstklimaat fel overtrokken. Ik heb niet de indruk dat de mensen vroeger minder schrik hadden dan nu. De aanleiding was misschien anders, maar het gevoel was precies hetzelfde. Het grootste verschil is misschien dat de media onze angsten de voorbije jaren een gezicht hebben gegeven. Vroeger waren mensen bang voor het onbekende, nu staan hun angsten dagelijks op de voorpagina van hun krant.

Het titelnummer van ‘The Lyre Of Orpheus’ is een hilarische omkering van de Orpheus-mythe. ‘Eurydice appeared brindled in blood / And she said to Orpheus / If you play that fucking thing down here / I’ll stick it up your orifice!’ Autobiografisch?

Cave: Neen, die tekst verwijst naar Warren (Ellis, de violist; nvdr). Hij had vlak voor de opnames een mandoline gekocht, waar hij zijn vrouw compleet gek mee maakte. Hadden we de studio een paar weken later geboekt, dan was het gegarandeerd op een gezinsdrama uitgedraaid. (lacht)The Lyre is één van die songs die in één-twee-drie ingeblikt waren, en ik ben zeer blij met het resultaat. Het is de meest openlijk humoristische song die ik ooit heb geschreven: net geen slapstick.

Ondanks alle humor suggereert de tekst dat muziek mensen tot wanhoop kan drijven. Denk je dat jouw platen dat effect kunnen hebben?

Cave: Ik wou dat ik kon zeggen van niet, maar ik vrees van wel. Er zijn verhalen bekend van mensen die ernaar luisterden om zelfmoord te plegen – ontkennen heeft dus weinig zin.

Heb je je daar ooit schuldig over gevoeld?

Cave: Schuldig niet, maar wel verschrikkelijk ongemakkelijk. Vooral de eerste keer, toen een Australische fan zelfmoord pleegde, wist ik me totaal geen houding te geven. Ik was zelf maar eenentwintig, en de hele affaire kwam met de nodige bullshit in allerlei tabloids terecht. Nu schaam ik me om dat toe te geven, maar op dat moment vond ik het bijna flatterend dat mijn muziek iemand zó hard kon raken.

Slotvraagje: in het artwork staan studiofoto’s en een afbeelding van een partituur, waarop iemand ‘Abbattoir Blues’ onderstreepte. Een practical joke?

Cave: Yep: ik heb nogal een eigenwijze spelling, en blijkbaar vond some smartass het geweldig grappig om de fouten in mijn partituren te verbeteren. Ik weet nog steeds niet wié het was, maar ik heb mijn lesje wel geleerd: twee t’s, één b. Het is in elk geval géén eerbetoon aan Abba, zoals een Zweedse journalist me deze ochtend met alle geweld wilde doen zeggen. (lacht)

Wouter Van Driessche

‘Ik schaam me om het toe te geven, maar er is een tijd geweest dat ik het bijna flatterend vond als mensen zelfmoord pleegden op mijn muziek.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content