Leven in een gekkenhuis. Met de in berlijn bekroonde duits-turkse film ‘gegen die wand’ pendelt fatih akin gedurfd en onomfloerst tussen komedie en tragedie, tussen zin en waanzin, en tussen leven en dood.

FATIH AKIN

MET BIROL ÜNEL, SIBEL KEKILLI, CATRIN STRIEBECK, GüVEN KIRAC, MELTEM CUMBUL

Gegen die Wand ***

Uit Duitsland en Turkije, gedraaid door een in Duitsland geboren, van Turkse ouders afkomstige dertiger, komt een flinke verrassing: Gegen die Wand was in februari op de Berlinale goed om voor het eerst in decennia de Gouden Beer weer aan een Duitse film te geven (eigenlijk Duits-Turks, maar goed).

Na een mislukte zelfmoordpoging ontmoet de marginale, misantropische Cahit in een psychiatrische unit de al even suïcidale Sibel, die hem prompt vraagt of hij met haar wil trouwen. Geen opmerkelijke vraag onder getikten zou men denken, ware het niet dat zij serieus is. Fijngeknepen door het strikte zedelijke keurslijf dat (vooral) haar moslimvader haar oplegt, wil Sibel een schijnhuwelijk om daarna haar zo goed als nymfomane lust vrij te kunnen stillen. Om hem te tonen dat ze het meent, wordt ze ter plaatse nog wat suïcidaler.

Hoe gepast ze na de film ook mag lijken, de behoorlijk geforceerde uitgangssituatie van Akins script, gecombineerd met een nadrukkelijk gebruik van popsongs, is aanvankelijk een afknapper. Het verrassende is dat een en ander snel en krachtig evolueert tot een kanjer van een film, die onvoorspelbaar de grenzen van de klassieke komedie en tragedie bewandelt, compleet met koor (een surreëel contrasterend plaatje van een Istanbuls orkest met zangeres dat steeds terugkeert), catharsis en tragische ironie. Volgens Akin, een bevlogen regisseur met een sterke dosis zelfrelativering, kwam de film pas goed van de grond toen een wanhopige castingrace eindigde bij gewezen pornoactrice Sibel Kekilli. Zij had geen enkele ervaring in fictie en het was nodig om haar personage haar eigen voornaam te geven om haar gedurende een aantal maanden klaar te stomen voor een op zijn zachtst gezegd slopende rol. Het resultaat van zoveel improvisatorische durf is verbazend. Hoewel de film is opgebouwd rond Cahit en de rust uitstralende vertolking van Akins boezemvriend Ünel, is haar vertolking het wild en grillig kloppend hart. Op locatie in Istanbul slaat het helemaal op hol, tijdens een paar extreem gewelddadige scènes, om in het gelaten, droeve einde weer tot rust te komen. Intuïtief gemaakt, zonder een greintje bewust ‘politiserende’ input (over migrantenproblematiek of over hedendaags Turkije), maar met een overdosis vitalisme, is Gegen die Wand wel degelijk een beer van een film. Jo Smets

Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content