MelkMuylle, Michel Baeten en het Orakel van Merksem waren volslagen onbekenden toen ze twee jaar geleden op Twitter verschenen. Nu hebben ze duizenden volgers, allemaal zelf verdiend. Door keihard grappig te zijn, elke dag opnieuw. Aan een verschroeiend tempo. Op het ritme van de rel van de dag.

Michel Baeten, in 2011 uitgeroepen tot ‘meest inspirerende twitteraar van Vlaanderen’, heeft van dit selecte gezelschap twitteraars de meeste volgers. Hij kan het zich dus permitteren een kwartier te laat op te duiken in de Leuvense kroeg die hij zelf heeft mogen kiezen. Een verontschuldigende sms of een verklaring krijgen we niet. Dan hadden we maar op Twitter moeten kijken. Onderweg tussen Tessenderlo en Leuven heeft Baeten van achter het stuur getweet: ‘Verkeersinformatie: IEDEREEN HEEFT EEN TRACTOR’. Retweets: 1. Favorites: 11.

Van Baeten mogen we aannemen dat zijn twitternaam geen pseudoniem is, dus nu hij er nog niet is, kunnen het Orakel van Merksem en MelkMuylle al eens uitleggen hoe ze aan hun vreemde voornamen geraakt zijn. ‘Ik ben in 2011 op Twitter begonnen als Donald Muylle, van Dovy Keukens’, vertelt Steven De Baere, de man voor wie Yves Leterme en Siegfried Bracke inmiddels zo bang zijn dat ze standaard een verse onderbroek in hun bovenste schuif hebben liggen. ‘Na drie weken heeft Twitter mij er, zonder enige verwittiging, af gegooid. Ik had al meer dan duizend volgers. Om die niet helemaal kwijt te spelen, ben ik dan met MelkMuylle begonnen.’

Tom Van Hoye zat al sinds 2009 op Twitter onder zijn eigen naam. ‘Anderhalf jaar geleden ben ik begonnen met het Orakel van Merksem. Ik zocht al langer iets om mijn fotoshopcollages en andere creaties te verspreiden. Een orakel roept bij mij het beeld op van een brulboei in de marge, naar wie niemand luistert. Het Orakel van Berchem vond ik niet zo goed klinken. Merksem, toch een beetje achtergesteld gebied, paste beter.’

MICHEL BAETEN:(ondertussen gearriveerd) Ik heb er nog altijd spijt van dat ik niet voor Baetman gekozen heb. Dat lijkt op Batman, maar ook weer niet. Neen, serieus, ik zit er niet echt mee dat ik geen pseudoniem heb. Het zal wel voordelen hebben, maar mij remt het in elk geval niet af. Dit verhaal is wel veel groter geworden dan ik ooit had kunnen vermoeden. Drie jaar geleden was Twitter iets voor hipsters, mensen met een gsm die meer kostte dan die van mij. Ik wist totaal niet waar het voor diende. Nu trouwens nog altijd niet. Ik wist alleen dat het met een blauw vogeltje was. Vrienden zegden dat ik een account moest aanmaken. ‘Geef uw naam’, stond daar, dus dat deed ik dan maar. Zo gehoorzaam ben ik wel op het internet.

Tom houdt zich nog wat in, maar jullie, Michel en Steven, versturen gemiddeld 33 tweets per dag. Amper te geloven dat jullie daarnaast nog een job hebben.

BAETEN:(die van zijn plaspauze tijdens het interview gebruik zal maken om snel een tweet te versturen, nvdr.) Dat valt allemaal goed mee, hoor. Tweeten is niet arbeidsintensief. Rokers zijn ook snel vijf minuten per uur kwijt.

STEVEN DE BAERE: En de tweets van anderen lezen, gaat ook heel snel. In vijf minuten heb je gemakkelijk twee uur tijdslijn ingehaald. Het voordeel van een smartphone is ook dat je niet achter een computer hoeft te zitten om te tweeten. Ik zie het eerder als een tijdverdrijf tijdens dode momenten.

Hoe verslaafd zijn jullie? Gaat Twitter uit op vakantie?

TOM VAN HOYE: Een verslaving noem ik het niet, want dan zou het een probleem zijn. Maar op vakantie heb ik na drie dagen zonder toch toegegeven aan de drang. Ik had het gevoel dat ik van alles aan het missen was.

En dus ben je maar teruggekeerd naar huis?

VAN HOYE: Neen. Nadat ik er eens naar gekeken had, ging het al beter.

DE BAERE: Ik vind het ook geen verslaving. Maar mocht het er niet meer zijn, dan zou ik het wel missen, net zoals de mensen die ik erdoor heb leren kennen.

Vinden jullie het niet vreemd om voortdurend te tweeten met mensen die jullie nog nooit in levenden lijve gezien hebben?

BAETEN: Ik vind het toch een pak simpeler om hen iets via Twitter te vertellen dan daarvoor de trein te nemen naar de andere kant van het land.

DE BAERE: Een aantal mensen die ik ontmoet heb op Twitter heb ik wel al in het echt leren kennen. En het valt me op dat ze meestal zijn zoals ze zich op Twitter voordoen.

Hebben jullie een limiet voor het aantal mensen dat jullie zelf willen volgen?

DE BAERE: Ik probeer dat te beperken tot 500. Wie de hele tijd via Foursquare laat weten waar hij uithangt, gaat eruit, net als mensen die al maanden niet meer getweet hebben.

VAN HOYE: Bij mij is het net veiliger om niet te tweeten dan om mijn tijdslijn te vullen met dwaasheden.

BAETEN: Ik had mijn limiet op 1000 gezet, maar het zijn er ondertussen 1002. (gespeeld dreigend) Er zullen er dus twee moeten sneu-ve-len. Zelfs van mensen die ik al twee jaar volg en gaandeweg strontvervelend ben gaan vinden, krijg ik het niet over mijn hart om ze te laten gaan.

DE BAERE: Bij sommigen is het eerder een vorm van ramptoerisme. Je blijft hen volgen uit leedvermaak.

VAN HOYE: Ik wil gewoon niet meemaken dat er iets gezegd wordt en dat ik het gemist zou hebben. Anderzijds: wie echt grappig is, wordt zo vaak geretweet dat je die onmogelijk kunt missen.

Zijn er tweets die jullie nooit zullen vergeten?

DE BAERE: Laatst piste ik bijna in mijn broek bij eentje van Tom. Op de vijftigste verjaardag van de speech van Martin Luther King had hij ‘I have a dream’ getweet, met een foto van King en het beertje van De droomfabriek.

VAN HOYE: Soms werkt iets en soms niet. Het hangt ook sterk van het moment af.

DE BAERE: Twitter is zeer vluchtig. Als je kijkt naar je eigen tweets van twee weken geleden, weet je zelfs niet meer waarover die gaan.

Zijn er dingen die altijd werken?

BAETEN: Elke grap over Twitter of Facebook scoort. Lachen met het medium zelf is voor veel mensen herkenbaar.

VAN HOYE: Na een tijdje merk je ook welk soort grappen bij welk soort mensen werkt. Soms kun je op voorhand zeggen wie iets zal retweeten. Zeker bij de iets plattere moppen.

BAETEN: Dus jij hebt echt een schema: ‘Hmm, lang geleden dat ik nog iets voor groep C getweet heb.’

VAN HOYE:(lacht) Ja, die groep heb ik recent wat verwaarloosd. En dan verzin ik een goeie kakgrap.

DE BAERE: Lachen met politici slaat ook goed aan.

Hoe ver ga je daarin?

DE BAERE: Ik heb een grens, maar die ligt redelijk ver. Maggie De Block vertelde onlangs dat ze niet over één nacht ijs was gegaan. Misschien was dat iets te gemakkelijk, maar mag je dat laten liggen? Neen. Wie ervoor kiest om een publiek figuur te zijn, moet heel veel kunnen verdragen. Van Eva Pauwels weet niemand nog waarom ze in het nieuws komt. Zij vraagt al lang geen publiciteit meer, dus die kunnen we beter met rust laten. Maar Wendy van Wanten die een rechtszaak aanspant tegen de makers van Albert II? Dat doet ze natuurlijk enkel om wat meer optredens te versieren en cd’s te verkopen. Met haar mag er dus wel gelachen worden. Ze is gewoon een aandachtshoer. (algehele hilariteit)

DE BAERE: Het moet wel origineel blijven. Je kunt dus niet gewoon schrijven: ‘Maggie is een dikke zeug.’

VAN HOYE: Eigenlijk lach je ook niet met De Block zelf, maar met mensen die dik zijn of klein. De volgende dag kan iemand anders de dikke zijn.

BAETEN: Er is één uitzondering op jouw regel: Vincent Van Quickenborne. Met hem mag je lachen omdat hij Vincent Van Quickenborne is.

VAN HOYE: Dat is ook de enige die mij heeft geblokkeerd.

DE BAERE: Hij is inderdaad erg. Zelfs Siegfried Bracke, die ik al zo vaak onder vuur genomen heb, heeft me onlangs weer toegelaten, nadat hij me eerder had geblokkeerd. Van Quickenborne kan daar echt niet mee om.

Zijn er ook dingen die te moeilijk zijn voor Twitter?

VAN HOYE: Soms vind ik iets zelf geniaal en komt er totaal geen reactie op.

BAETEN: En dan denk je: allez, dat is toch ge-wel-dig?

Maar als er ’s ochtends twee panda’s in het nieuws zitten waarover de premier en de minister-president slag leveren, dan weet je dat de boel gaat ontploffen en iedereen iets zal proberen.

DE BAERE: Dan moet je het gewoon nog absurder maken dan het al is. Of er een ander nieuwsfeit aan koppelen.

Zoals Tom deed met zijn foto van vijf panda’s in de kleuren van de nieuwe iPhone.

VAN HOYE: Ik heb er nochtans lang over getwijfeld of ik die wel zou posten. Misschien was hij wel een beetje flauw. Veel mensen zullen ook de link niet doorgehad hebben.

Jullie tweets zijn wel af. Niet zoals bij economen bij wie je altijd moet gaan zoeken waar ze het werkwoord verstopt hebben. Of die bij 160 tekens gewoon de laatste vier woorden weghakken.

DE BAERE: Ik maak er inderdaad wel een punt van dat het grammaticaal juist is.

BAETEN: En dat het in één tweet kan.

DE BAERE: Soms heb je een goed mopje in je hoofd zitten, maar wanneer je het wilt typen, blijkt het een halve roman te zijn. Dan moet je op zoek naar een andere formulering en die is vaak minder geschikt. Twitter scherpt je geest!

VAN HOYE: Ook de pointe in je laatste woorden steken is soms nogal een gepuzzel.

BAETEN: Vervolgens post je het en denk je meteen: ik had het anders moeten zeggen, en ik had nog vijf tekens over!

VAN HOYE: Onlangs kwam het nieuws ‘SIS-kaart verdwijnt’. Eerst had ik getweet: ‘Ik ben dan toch niet zot.’ Maar dat sloeg niet aan. Toen ik ervan maakte ‘daarom vind ik ze niet’, liep het plots wel. Ja, in mijn hoofd is het dikwijls helderder dan voor mijn volgers.

Twitter is wel het grote feest van de ijdelheid. Iedereen wil zo veel mogelijk volgers en zo veel mogelijk retweets.

DE BAERE: Dat ga ik niet ontkennen. Ik ben nog altijd blij als een bekend persoon me begint te volgen.

BAETEN: Zo lang ze niet beginnen met ‘volg mij aub’ is het oké.

Van mensen als Ricky Gervais, met wereldwijd miljoenen volgers, wordt gezegd dat ze sinds ze op Twitter zitten ook een machtspositie verworven hebben.

BAETEN: Als er nu één persoon is aan wie ik me dood erger op Twitter, dan is het wel Ricky Gervais. Wie zit er in godsnaam te wachten op zijn puberfilosofisch gedoe over religie?

VAN HOYE: De eerste goede grap van hem op Twitter moet ik nog zien.

Er zijn wel meer gevestigde waarden onder de komieken die er niet in slagen op Twitter even grappig uit de hoek te komen.

DE BAERE: Geert Hoste is wel consequent: ook op Twitter is hij niet grappig. Anderzijds, ik zie mezelf niet op een podium staan met een hele show. Tenzij ik me mag beperken tot zinnetjes van 140 tekens.

Jullie tweeten over alles en iedereen, maar als het over persoonlijke dingen gaat, presenteren jullie je vooral als de luie loser bij wie niets lukt.

BAETEN: Maar ik ben dat ook! Ik had vorige week in mijn ene hand een glas water en in de andere de afstandsbediening. In plaats van die laatste naast mij te leggen goot ik dat glas water over de zetel. Toegegeven, er zit wel een beetje fictie in. Maar niet in die mate dat je dingen out of the blue gaat verzinnen en dan zegt: ‘Hoho, ik ben me er eentje.’

DE BAERE: Mensen hebben altijd al moeten lachen met klungelende slungels. Zie maar naar Charlie Chaplin, Laurel en Hardy, of gewoon een man die op een hark trapt en hem tegen zijn gezicht krijgt.

Veel mensen vinden jullie erg grappig en jullie tweets worden meer en meer opgepikt door de traditionele media. Geen ambitie om er meer mee te doen?

BAETEN: Hier en daar heb ik er wel al eens een opdracht aan overgehouden, maar daarvan kun je niet leven.

VAN HOYE: Voor mij is dat alleszins nooit de bedoeling geweest. Ik kan me niet voorstellen dat anderen het even leuk vinden als ikzelf.

DE BAERE: Ik hou ook een blog bij en ik zou wel wat meer willen schrijven, een column in de krant lijkt me wel iets. Maar Twitter is niet het medium om dat te lanceren. Op mijn blog schrijf ik vooral dingen die ik niet uitgelegd krijg in 140 tekens.

Twitter trekt binnenkort wellicht naar de beurs. Denken jullie dat dat iets zal veranderen?

DE BAERE: Ik kijk al uit naar mijn eerste beursgenoteerde tweet! Neen, het businessmodel van Twitter is voor mij een groot raadsel.

BAETEN: Zelfs als er reclame op je tijdslijn verschijnt, is die zo snel verdwenen dat het eigenlijk niet stoort. Bij Facebook is dat wel het geval.

VAN HOYE: Die beursgang wordt het begin van het einde. De druk om cijfers voor te leggen en veel commerciëler te worden, zal tot irritaties leiden. En dan zal er iets anders in de plaats komen.

BAETEN: Ze zijn in elk geval nog aan het uitbreiden. Ik ben afgelopen zomer in het hoofdkantoor geweest in LA.

DE BAERE: Serieus? Ze hebben je daar toch met open armen ontvangen, mag ik hopen?

BAETEN: Ik was er puur toevallig in de buurt en ik dacht, ik loop eens binnen. Er zat een secretaresse die naar mij keek en ik heb eens teruggekeken. Daarna ben ik weer naar buiten gegaan.

DE BAERE: En heb je haar niet gevraagd of ze jou wilde volgen?

DOOR HANNES CATTEBEKE / FOTO’S KOEN KEPPENS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content