GEEN PROBLEEM

GEEN PROBLEEM. Eindeloos lullen.

Zondag 2/10, 21.40 – Canvas

Fictie heeft bij Canvas lang in de onderste la gelegen, maar dit najaar komen er niet één maar twee nieuwe reeksen van eigen makelij op het scherm. Vanaf november steelt Sien Eggers de show in Red Sonja, en nu zondag gaat het zesdelige Geen Probleem van start, een coproductie van Canvas en VPRO met Wim Helsen, Theo Maassen en Stefaan Van Brabandt. De drie acteurs, die ook zelf de scenario’s schreven, spelen drie vrienden die elke week samenkomen om te praten over de dingen des levens, zoals de mislukte zelfmoordpoging van een van hen, de onbereikbare liefde en de vraag of je kunt masturberen op Smurfin.

Jullie hebben een jaar lang alleen maar gepraat over de reeks, heb ik gelezen. Hoe gaat zoiets in zijn werk?

Stefaan Van Brabandt: We kwamen regelmatig samen om te eten, te drinken en te gaan wandelen, en ondertussen hebben we veel gediscussieerd over wat we wilden. Zo is de serie organisch gegroeid, niet alleen het concept maar ook de stijl. We wilden alle drie een aparte, atypische stijl, een beetje zoals Curb Your Enthusiasm, waar de acteurs ook soms ‘over the top’ gaan.

Ik moet toegeven dat ik bij de eerste aflevering een dubbel gevoel had, vanwege die aangedikte stijl. Maar in de tweede was ik wel helemaal mee.

Van Brabandt: Het is misschien even wennen, ja. Ook het tempo is anders dan wat je vandaag op televisie te zien krijgt: het is veeleer traag, het gaat vooral over hoe de personages met elkaar omgaan, er zit weinig actie of plot in… Je tuimelt binnen in een gesprek, en na een halfuur val je er weer uit.

Theo Maassen speelt Peer, de grote mond uit het gezelschap, Wim Helsen de rationele en dominante Herman en jij de onderdanige Koentje. Is die rolverdeling ook organisch gegroeid?

Van Brabandt: Ja. Nu, het zijn alle drie duidelijk afgelijnde personages, maar ze zijn ook veelkantig. Peer lijkt de botte bijl uit het gezelschap, maar dat verschuift gaandeweg, en Koentje krijgt ook meer en meer een passief-agressief trekje. Ze hebben verschillende lagen, zoals mensen in het echte leven. We hebben ook geprobeerd dat tot uiting te laten komen in de dialogen. In toneel, films, series of boeken praten personages vaak in welgevormde volzinnen, ze reageren snel en gevat op elkaar, en vinden voor hun gedachten en gevoelens precies de juiste woorden. Maar in het dagelijkse leven verlopen gesprekken niet zo: mensen onderbreken elkaar, spreken tegelijkertijd, vullen elkaars zinnen aan. Vaak wordt er ook naast elkaar gepraat, of iemand doet alsof hij luistert terwijl hij eigenlijk al bezig is met wat hij zelf gaat zeggen. Die manier van spreken wilden we graag benaderen. Het gesprek is het drama: in wat mensen zeggen en hoe ze het zeggen, is van alles aan de hand, verborgen of expliciet.

‘Geen Probleem’ begint met een discussie over een scène uit ‘Pulp Fiction’: een bewuste keuze, vermoed ik, want net als bij Tarantino durven de personages weleens een boompje op te zetten over de populaire cultuur.

Van Brabandt: Ja, die scène kwam toevallig enkel van Theo, maar ze past helemaal bij de serie. Dat eindeloze lullen, het geneuzel over banale details, dat is typisch voor mannen onder elkaar. Die discussies wilden we dan afwisselen met persoonlijke ontboezemingen: over hun relaties, hun dromen, teleurstellingen en frustraties. Ze lopen alle drie verloren in een leven vol niet uitgekomen dromen, heimelijke verlangens en gemiste kansen. Er wordt volop gedroomd van een ander leven, en terwijl ze daarvan dromen, gaat het eigenlijke leven aan hen voorbij. Da’s hun tragiek, maar ik denk dat die wel universeel herkenbaar is.

Als jullie zo lang aan de voorbereiding bezig zijn geweest, zijn de opnames zelf dan vlot verlopen?

Van Brabandt: Wel, euhm, elke aflevering is op één dag gedraaid. De VPRO had een appartement nagebouwd in een van de tv-studio’s, en daar werd samen met twee cameramannen alles in één ruk opgenomen. Een beetje in de stijl van de Dogmafilms: we hadden zelf onze kle-ren bij elkaar gezocht, we waren niet geschminkt, er was geen kunstmatige belichting, ook geen ondersteunende muziek of, erger nog, een lachband. We wilden alles naakt en zonder opsmuk. Geen Probleem is door die aanpak waarschijnlijk ook de goedkoopste serie ooit gemaakt. (lacht) Of zoals Theo het zei: ‘Qua prijs-kwaliteitsverhouding zullen we alvast in de buurt van The Sopranos of Six Feet Under komen.’ (lacht)

(S.W.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content