Ze stond haar mannetje in de spyfi-serie ‘Alias’, zwaaide met dolken als superheldin Elektra en in de politieke actiethriller ‘The Kingdom’ duikt ze nu het mijnenveld van het Midden-Oosten in. Miss macho Jennifer Garner over testosteron, goede Arabieren en haar wederhelft Ben Affleck. ‘Ik ben de domste thuis.’

Sexy, elegant en timide: op het eerste gezicht heeft Jennifer Garner (35) weinig gemeen met de stoere meiden die ze de jongste jaren op het grote én het kleine scherm vertolkte. In Alias bijvoorbeeld, de populaire spionageserie waarvoor ze een Golden Globe won. Of in de superheldenfilms Daredevil en Elektra, waarin ze in bloedrode latexpakjes rondhost – eat your heart out, Evy Gruyaert! En nu ook in The Kingdom, een politieke actiethriller waarin ze samen met drie mannelijke collega’s (Jamie Foxx, Chris Cooper en Jason Bateman) een elite-eenheid van de FBI vormt die naar Saudi-Arabië wordt gestuurd na een bloedige terreuraanslag op Amerikaanse doelwitten.

Haar officiële rol binnen het team is die van forensisch experte, al mag Garner vooral in combatoufit door het ziedend hete woestijnzand ploegen en er een paar kratten kogels doorheen jagen in de klopjacht op de daders. Subtiel of complex kun je deze energieke genrefilm niet meteen noemen en ondanks de realistische look en het actuele thema richten regisseur Peter Berg en producent Michael Mann zich duidelijk meer op de boxoffice dan op de assemblee van de VN. ‘Het is in de eerste plaats een actiefilm’, geeft Garner grif toe. ‘Maar daarom is het nog géén Team America. De film stelt kritische vragen bij het geweld en brengt zowel Arabieren als Amerikanen op een genuanceerde manier in beeld.’

Had je deze film ook gemaakt zonder Michael Mann als producent, Peter Berg als regisseur en Jamie Foxx als leading man?

Jennifer Garner: Goeie vraag. Ik geef toe dat met hen kunnen werken de hoofdreden was waarom ik heb toegehapt, maar ik vond het scenario (van Matthew Michael Carnahan, de jonge scenarist die ook ‘Lions for Lambs’ heeft geschreven, het nieuwe politieke drama van Robert Redford; nvdr.) ook meeslepend en beangstigend tegelijk. Het is géén propaganda of nationalistische flauwekul, hoewel ik aan je gezicht merk dat je het niet met me eens bent (lacht).

Subtiel gaat het er toch ook niet toe? Het gaat over vier FBI-agenten die een terreurnetwerk oprollen en daarbij minstens honderd Saudi’s neermaaien die die terroristen blijkbaar niet kunnen of willen vatten.

Garner: Het verhaal wordt inderdaad verteld vanuit Amerikaans perspectief. Maar de Arabische personages zijn zeker geen karikaturen. Heel wat stereotiepen zoals die de jongste jaren door Hollywood werden opgevoerd, worden zelfs resoluut doorbroken. In zekere zin biedt The Kingdom een antwoord op het ongenuanceerde beeld dat de Amerikaanse media sinds 9/11 ophangen van de islamitische wereld. Daarin is het altijd ‘de goeie blanke westerlingen’ tegen ‘die gemene bruine Arabieren’. De echte held van deze film is zelfs een Arabier: de Saudische officier die de Amerikanen helpt om de terroristen te pakken en daar het leven bij inschiet, maar die verder als een gewone huisvader wordt neergezet die zijn kinderen niet wil zien opgroeien in een wereld van haat en geweld. Niet elke Arabier is een fanaticus die bommen wil gooien op de VS: daar mocht het Amerikaanse publiek wel eens aan worden herinnerd.

Hoe was het om geregisseerd te worden door Peter Berg, die zelf ook acteur is?

Garner: Geweldig. Peter is hyperenergiek en plaatst je voortdurend voor verrassingen. Hij laat ook drie camera’s tegelijk draaien. Die documentaire, handbewogen stijl van hem – waarbij de cameramannen voortdurend in je nek zitten – dwingt je in elk geval om steeds alert te blijven. Heel wat scènes kwamen al improviserend tot stand, en je wist nooit of je in beeld was of niet, wat het realisme geweldig de hoogte injaagt. Om dat te durven, moet je echter een hele goeie acteursregisseur zijn.

En een goeie actieregisseur. Net als in ‘Alias’ en ‘Elektra’ had je weer een fysiek veeleisende rol.

Garner: Eigenlijk viel dat nog mee. Met uitzondering van die ene lange actiescène waarin mijn personage wellicht voor het eerst in haar carrière onder vuur komt te liggen. Ze reageert daarin dan ook puur instinctief en uit overlevingsdrang. En zo hebben we die scène ook gedraaid: Peter joeg ons letterlijk de set op met drie cameramannen achter ons aan. Niet dat ik niet gebrieft was of geen fysieke training gevolgd had, maar het was in elk geval stukken gevaarlijker dan de actiescènes in Alias. Daarin werd alles tot in het kleinste detail georkestreerd. Hier waren Peters instructies gewoon: ‘Men probeert je te vermoorden. Just don’t let them. (lacht)

Er is ook een stuntman gesneuveld, hoorde ik.

Garner: Helaas. Een dom ongeval. Ik was er zelf niet bij die dag, maar na dat voorval hebben we gezegd: ‘Laten we er een goeie film van maken, alleen al als eerbetoon aan die knul.’ Als ik die laatste scène zie, waarin hij is omgekomen, krijg ik nog altijd een krop in de keel.

Ben je niet bang dat je getypecast wordt als de stoere meid?

Garner: Nee. Ik krijg ook romantische en komische rollen aangeboden, maar actie is gewoon iets wat ik dolgraag doe. Ik hou privé ook van kickboxen en powertraining. Misschien heb ik gewoon een teveel aan testosteron (lacht).

BEN & JENNY

Over testosteron gesproken. Je bent zo ongeveer de enige vrouw in de film. Heb je veel bijgeleerd over de manier waarop vrouwen in de Arabische wereld worden behandeld?

Garner: Een van de leukste dingen aan acteren is dat je voortdurend nieuwe dingen bijleert over andere werelden en culturen. Momenteel ben ik me bijvoorbeeld aan het verdiepen in de Franse geschiedenis en de 17e eeuw omdat ik straks op Broadway Roxane ga spelen in Cyrano de Bergerac. En voor deze film heb ik met verschillende FBI-vrouwen gesproken die in het Midden-Oosten hebben gewoond en gewerkt. Wat eten ze ginds als ontbijt? Wanneer moeten moslims bidden? Welke kleren moet je dragen? Hoe gaan Saudi’s om met vrouwen? Met de antwoorden op die vragen heb ik mijn personage zo realistisch mogelijk ingevuld, ook al ben ik zelf niet in Saudi-Arabië geweest en hebben we de film opgenomen in Arizona en Abu Dhabi. Dat ik geen make-up of blitse broeken draag en altijd lolly’s bij me heb om aan de kinderen te geven, zijn bijvoorbeeld concrete dingetjes die ik uit die research heb overgenomen. En ook van mijn echtgenoot, die een Midden-Oostenexpert is, heb ik heel veel opgestoken.

Ben Affleck is een Midden-Oostenexpert?

Garner: Ben heeft Midden-Oostenstudies gevolgd aan de universiteit (waar hij het na één jaar al voor bekeken hield; nvdr. ) en me met heel veel geduld uitgelegd hoe dat nu ook alweer zat met soennieten, sjiieten, Koerden en noem maar op. Ik heb ondertussen dus ook geleerd dat ik de domste ben thuis (lacht).

Jullie hebben een dochtertje. Was het niet moeilijk om naar zijn regiedebuut ‘Gone Baby Gone’ te kijken, een donker drama over de ontvoering van een piepjong meisje?

Garner: Zeker. En daarom wilde hij ook absoluut de juiste toon treffen. Hij wist dat het een loodzwaar onderwerp was waaruit je zeker geen entertainment kon puren. Het moest intens, spannend en cathartisch tegelijk zijn. Hij heeft het zichzelf dus niet makkelijk gemaakt, maar toen hij de eerste, lovende reacties hoorde, viel er een enorme druk van zijn schouders. Soms dacht ik wel eens: ‘Hoe kan hij daar nu in vredesnaam een film over maken? Hij is zelf pas vader geworden en moet dus wel een psychopaat zijn.’ Maar toen ik het resultaat zag, was ik heel trots en tevreden.

De jongste jaren was hij ook de pispaal van Hollywood. Zette dat extra druk op jullie huwelijk?

Garner:He had a tough break. Maar het is nooit zo erg geweest dat hij geen opdrachten meer kreeg of voortdurend op de sofa lag te huilen. Op een gegeven moment heeft hij gewoon besloten kritischer te zijn en alleen nog de films te doen die hem ook écht interesseerden. Hij heeft ook geleerd om meer aan zichzelf te denken. Als acteur sta je soms onder enorme druk van je entourage. In die zin dat je een bedrijf op jezelf bent en verschillende mensen moet onderhouden: een manager, een bodyguard, een oppas, noem maar op. Dan neem je soms dingen aan voor het geld, met alle gevolgen van dien.

Mis je ‘Alias’, de succesreeks waarmee je vorig jaar bent gestopt?

Garner: Absoluut. But I’ve got so much stuff going on. Wat ik vooral mis, naast de crew die echt familie was geworden, is de directheid en de continuïteit van tv. Je werkt aan een episode en een paar weken later kan je het resultaat al zien. En dat wekelijks gedurende drie, vier maanden per jaar. Een film komt meestal maar een half jaar na de opnames uit en meer dan twee per jaar kun je er niet maken. Anderzijds is het ook onmogelijk geworden om nog aan dat Alias-tempo te werken, zeker sinds ik moeder geworden ben en een eigen productiemaatschappij heb opgericht.

Waarom heb je die opgericht?

Garner: Omdat ik mijn leven onder controle wil hebben. Da’s extra belangrijk nu ik een gezin heb. Ik wil niet langer afhankelijk zijn van managers. Ik wil zelf projecten opstarten en mijn eigen films kiezen. If I want to be a mother, I gotta be a big girl.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content