Voor hun derde plaat trokken de apenkoppen van Gorillaz zich meer dan ooit terug in hun eigen virtuele wereld, met een conceptalbum over een fictief drijvend afvaleiland ter hoogte van het al even fictieve Point Nemo, ‘de meest verlaten plek op aarde’. ‘Que?’, horen we u denken? Welcome to the world of Plastic Beach!

Hoe het was om samen te werken met Snoop Dogg én Lou Reed? Of producer Danger Mouse gemist wordt, nu Damon Albarn zelf achter de knoppen kroop? Waar ze straatrappers Kano en Bashy opgevist hebben voor het fantastische White Flag? Is soullegende Bobby Womack écht uitgeput flauwgevallen tijdens de opnames van Stylo? En waarom had Engelbert Humperdinck geen zin om aan de nieuwe plaat mee te werken? Prangende vragen, maar het antwoord zullen we wellicht nooit kennen. Oprichters Damon Albarn en tekenaar Jamie Hewlett – ooit nog het brein achter de cultstrip Tank Girl – geven namelijk geen interviews over Plastic Beach, de derde plaat alweer van Gorillaz. Tenzij in character. Zo kwamen we wél te weten dat de fictieve frontman Murdoc zes miljard dollar verloor in Bernie Madoffs piramidespel, de fictieve gitariste Noodle tegenwoordig als cyborg door het leven gaat en de fictieve locatie van Plastic Beach, de rode draad op hun nieuwe plaat, op 48° 52′ 36″ zuiderbreedte, 123° 23′ 36″ westerlengte ligt.

Ze verkochten zes miljoen platen van hun debuut Gorillaz, nog eens zes miljoen van opvolger Demon Days, schreven een resem noughtiesclassics als Clint Eastwood, Dare en Feel Good Inc en stonden als hologram samen met Madonna op het podium van de Grammy’s. Bovendien gaven ze een magistraal concert in het Manchester Opera House en sloegen ze een aanbod af van Hollywoodmogul Harvey Weinstein en regisseur Terry Gilliam om Gorillaz naar het witte doek te brengen. Het Guinness Book of Records doopte hen terecht tot Meest Succesvolle Virtuele Band – al was de concurrentie niet bijzonder groot, het klinkt niet slecht voor een hobby’tje van twee vrienden. En blijkbaar geeft zoveel succes een groep de vrijheid om voluit zijn eigen ding te doen. Plastic Beach is namelijk een virtuele conceptplaat geworden, de eerste virtuele conceptplaat in de muziekgeschiedenis, wellicht.

Plastieken universum

Centraal in het verhaal: Plastic Beach, een eiland in de Stille Zuidzee en de meest verlaten plaats op aarde. Een eiland van menselijk afval, als een reusachtige drijvende kauwgom waar telefoonhokjes, NASA-raketten, sfinxen, stukken van de Titanic en het wrak van de Hindenburg uitsteken. De restanten van de hele menselijke beschaving, bijeengeklit op enkele honderden vierkante meters. Hier hebben bassist Murdoc, zanger 2D, gitarist Noodle en drummer Russel, de vier cartoonleden van Gorillaz, hun studio gebouwd om in alle rust aan hun plaat te kunnen werken.

Hewlett tekende het hele verhaal neer in zijn gekende mix van manga en zombietrash, Hayao Miyazaki en George A. Romero, Akira en Mad Max. Rapper Mos Def, die meewerkte aan single Stylo en Sweepstakes, kreeg een Gorillazmake-over als Sun Moon Stars, de eigenaar van een schietkraam op Plastic Beach, terwijl Lou Reed in een promobeeld van Hewlett een kabel-etende psychoot met zonnebril werd. Even surfen naar gorillaz.com, waar je een virtuele tour kunt maken door de studio’s van Plastic Beach, verraadt dat de inbreng van Hewlett meer is dan wat artwork: dit is een universum. Nog meer dan voorheen zoeken Albarn en Hewlett voor Phase 3 van het Gorillazproject de grens tussen feit en fictie op. De twee houden die lijn consequent aan, met tweets van Murdoc, piraat-radio-uitzendingen van op het eiland en animatiefilmpjes van 2D’s ontvoering als enige promomateriaal. Ook muzikaal kaderen alle zestien songs binnen het grotere geheel. Van Snoop Dogg die je welkom heet op Welcome to the World of Plastic Beach over Lou Reeds Some Kind of Nature tot titeltrack Plastic Beach: tekstueel draait zowat alles op Gorillaz’ derde langspeler rond het eiland in de Stille Zuidzee.

Het vraagt weinig verbeelding om in het hele Plastic Beach-verhaal een eco- parabel te zien, met een hoop drijfafval ’twee keer zo groot als Texas’ als metafoor voor de penibele staat waarin onze groene planeet verkeert – een ecologisch thema dat ze met O Green World ook al op Demon Days verkenden. Er zit echter ook een vreemd optimisme in de plaat, aldus Albarn eind 2009 in The Guardian – een van de schaarse échte quotes over het album. ‘Tijdens een bezoek aan Mali heb ik de wereld op een nieuwe manier leren zien. Wij zien plastiek als iets tegennatuurlijks, maar het komt wel uit de natuur. Wij hebben plastiek niet gemaakt, de natuur heeft het gemaakt. Ik heb slangen gezien die zich in de warmte van plastic zakken verschuilden. Een vreemd optimisme overviel me toen. Dit is geen groene plaat. Het is een andere manier om naar de wereld te kijken. ‘

En er zit nog een andere dimensie aan Plastic Beach. ‘Ik veronderstel dat ik met deze plaat geprobeerd heb de gevoeligheid van pop te combineren met… Mensen laten begrijpen dat er een zekere melancholie zit in het kopen van supermarktmaaltijden met massa’s plastic errond. Dit is de meest poppy plaat die ik gemaakt heb, maar ik heb wel geprobeerd iets aan te bieden dat enige diepgang heeft.’ Zijn afkeer voor de celebritycultuur en de X-Factors van deze wereld – ‘Ik heb demonen gezien in mijn leven, maar geen zo erg als Simon Cowell’, aldus Murdoc – sluimert in elk interview over de plaat door. Een fictieve popgroep opstarten kon dan ook wel tellen qua anti-prefabstatement.

Pop zonder grenzen

De aanwezigheid van melancholie, ecologie en een aanklacht tegen de oppervlakkigheid ten spijt is Plastic Beach in de eerste plaats een popplaat geworden. Zij het dat pop een iets ruimere betekenis heeft in Albarns definitie. Of wat te denken van White Flag, waarop hij straatrappers Kano en Bashy laat freestylen over een arrangement van het Lebanese National Orchestra for Oriental Arab Music dat hij in Beirut ging opnemen? En wat met Stylo, een door synthbas voortgestuwde single die geen refrein heeft, of het moeten de wilde uithalen van Bobby Womack halverwege zijn? Zelden ook zo’n diverse cast gastmuzikanten gezien, van Lou Reed, De La Soul en Snoop Dogg tot Mark E. Smith van The Fall en Mick Jones en Paul Simonon van The Clash – en dan hebben de bijdragen van The Horrors en Barry ‘Bee Gees’ Gibb om onbekende redenen niet eens de plaat gehaald. Murdoc in Q: ‘Rappers laten samenwerken met rockers en oude soulmannen, en die dan koppelen aan animatoren, schrijvers en technologienerds. Dat ik die grenzen heb uitgewist, daar ben ik het meest trots op.’

Het verhaal wil dat elke gast in ware Willy Wonkastijl een Golden Ticket werd opgestuurd om de Gorillaz op het eiland te vergezellen. Wie niet op de uitnodiging inging, kreeg een bezoek van Murdoc en een flesje chloroform. ‘De realiteit is minder spannend’, aldus Yukimi Nagano, de Zweeds-Japanse frontvrouw van Little Dragon, dat voor twee tracks op Plastic Beach tekende. ‘Hun management heeft vorige zomer ons management gecontacteerd, waarna we een paar dagen in hun studio in Londen hebben gekampeerd. Geen Golden Ticket, geen mysterieuze ontvoeringen. Veeleer standaardprocedure, eigenlijk. En we mochten ook gewoon Damon en Jamie zeggen – het is niet dat ze dag in dag uit in character blijven. (Lacht) We hebben wat dingen uitgeprobeerd, en uiteindelijk zijn Empire Ants en To Binge op de plaat beland.’

Al is het mysterie niet helemaal verdwenen, voegt ze eraan toe. ‘Het had wel iets wazig en mysterieus. De Gorillaz laten je niet toe in hun verhaal. Je mag hoogstens eens in hun wereld binnenkijken. Hoe het écht in elkaar zit, weten alleen Jamie en Damon;’

Plastic Beach

Uit bij EMI.

DOOR GEERT ZAGERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content