het gijzelingsdrama ‘inside man’ zou de meest conventionele film van spike lee zijn. flauwekul, meent denzel washington – en hij kan het weten, want hij speelt voor de vierde keer de hoofdrol in een film van lee. ‘het is pure fReejazz, man!.’

Behalve gevestigd rasacteur met twee Oscars op zijn schoorsteenmantel, allround toffe peer en eigenaar van de meest kenmerkende voornaam uit de filmgeschiedenis – kent u nog andere Denzels? (nee, die wandelende pot haargel van ‘Pump it up’ heet Danzel, en u mag twee keer raden op wie zijn artiestennaam ‘geïnspireerd’ is) – is Denzel Washington ook het politiek geweten van het Afro-Amerikaanse acteursgild. Voor ons zit een van de zeldzame A-list-acteurs die nooit een blad voor de mond nemen, en een man die in zijn 30 jaar omspannende carrière zijn naam altijd even graag verbond aan sociaal geëngageerde films als aan lucratieve blockbusters – herinner u zijn rollen als de vermoorde anti-apartheidsstrijder Steve Biko ( Cry Freedom), Nation of Islam-voorman Malcolm X of de van moord betichte zwarte bokser Rubin ‘The Hurricane’ Carter, die jarenlang onschuldig achter de tralies zat.

Ook in zijn nieuwste film Inside Man – een heist movie waarin Washington (51 inmiddels) als non-conformistische flik het duel aangaat met gijzelnemer Clive Owen en politiek intrigante Jodie Foster – flitsen de politieke en sociale referenties weer gezwind door het beeld. Dat krijg je natuurlijk als je Spike Lee, maker van molotovcocktails als Do the Right Thing, Jungle Fever en The 25th Hour, de opdracht geeft om een mainstreamthriller in te blikken over een ingenieuze bankoverval-met-gijzeling op Wall Street.

Na ‘Mo’ Better Blues’, ‘Malcolm X’ en ‘He Got Game’ is dit al de vierde Spike Lee-film waarin je de hoofdrol hebt. Maar ook de minst geëngageerde, zo lijkt het.

Denzel Washington: Dat wordt gezegd, omdat het scenario hem door de studio werd aangereikt en vanwege de commerciële verwachtingen. En toch is het een typische Spike Lee-film. Dat zie je aan de sociale commentaren die hij aan het script heeft toegevoegd, maar ook aan de energieke regiestijl. Het ding moest in vier weken worden ingeblikt, wat weinig is voor zo’n ambitieuze genrefilm. Daarom werden verschillende scènes in één take opgenomen. Maar dat geeft de film net zo’n levendige en urgente feel. Het is pure freejazz, man! Shoot it, cut it and straight over to the next scene.

Is jullie relatie veranderd sinds ‘Mo’ Better Blues’?

Washington: We zijn ouder en hopelijk wijzer geworden. Dat zorgt ervoor dat je je niet meer zo snel opwindt wanneer er iets fout loopt. Bovendien heb ik ondertussen voor het eerst zelf een film geregisseerd (Antwone Fisher, nvdr.) waardoor ik zijn werk nog meer ben gaan appreciëren. Ik heb aan den lijve ondervonden hoe moeilijk zijn job is, dus val ik hem niet meer lastig met futiele details, zoals narcistische acteurs plegen te doen. Tegelijk hou ik hem ook nauwletterder in de gaten om er wat van op te steken. Als je ideeën pikt, kun je maar beter meteen pikken van de beste (lacht).

Spike heeft de reputatie een knorrig mannetje te zijn. Terecht?

Washington:(ironisch) Knorrig? Waar háál je het? Ach, sinds hij kinderen heeft is hij ongetwijfeld rustiger geworden, maar ik heb hem eerlijk gezegd altijd al gekend als een relaxte kerel. Iemand die graag de kat uit de boom kijkt en pas daarna zijn klauwen opzet. Spike wordt alleen maar nukkig als hij zich in het nauw gedreven voelt. En schiet hij toch een keer uit zijn krammen, dan is dat zo weer voorbij.

Was er meer druk dan vroeger? Het is tenslotte zijn eerste opdrachtfilm.

Washington:Niet echt. Voor Spike blijft films maken een gezellige familie-onderneming: hij werkt nog altijd met hetzelfde team, met één broer als setfotograaf en een andere als setcoördinator. En repeteren deden we nog altijd in hetzelfde stinkende hok als 16 jaar geleden. Dat is een goede zaak. Het zorgt voor een relaxte atmosfeer. En er is hier, in New York, ook niemand die je nodeloos lastigvalt zoals in LA. Hier kun je nog gewoon op de stoep een broodje eten zonder dat iemand je aangaapt.

Wat me eraan doet denken: veel roddels zijn er niet over jou.

Washington:I just like being a regular guy. Ik zoek de pers niet op en schrijven de roddelblaadjes dan toch rare dingen over me, dan steek ik nog het liefst van al mijn kop in het zand. Denzel Washington is zwanger? Aap bevalt van olifant met acht poten? Schrijf maar raak. Zolang je mijn naam maar juist spelt. (lacht) Onlangs las ik dat ik zou hebben gezegd dat Terrence Howard beter geen liedje kon zingen tijdens de Oscarceremonie. Waar haalden ze het?

Is het waar dat je amper je eigen films bekijkt – laat staan andere?

Washington: Schuldig. Ik ben nooit een filmfreak geweest. Mijn ouders verboden me vroeger naar de cinema te gaan en dat is altijd blijven hangen. Ik heb ook niet het gevoel dat ik iets mis. Ik denk dat ik maximaal 25 films per jaar bekijk – meestal op dvd dan nog – en mijn eigen films bekijk ik maar één keer: tijdens de screening voor cast en crew. Kwestie van te weten waarover ik praat tijdens interviews.

Voel je je gegeneerd als je jezelf bezig ziet?

Washington: Een beetje. Film is voor mij geen entertainment maar werk, waardoor ik vooral op technische details zit te letten in plaats van me te laten meeslepen door het verhaal. Ik kan maar één film opnoemen die ik allicht tien keer heb gezien en dat is Training Day van Antoine Fuqua. Niet omdat ik mezelf daarin zo geweldig vind, maar omdat het een enorme inspiratiebron was voor mijn regiedebuut Antwone Fisher. Ik heb zelfs verschillende shots uit die film gejat, al verklap ik niet dewelke. Anders heb ik straks meteen de advocaat van Fuqua aan de lijn. (lacht)

Je had het daarnet nog over Terrence Howard. Hij kreeg dit jaar een Oscarnominatie als beste acteur voor ‘Hustle and Flow’, en vorig jaar ging de prijs naar Jamie Foxx voor ‘Ray’. Zwarte acteurs doen het goed tegenwoordig.

Washington: En terecht. Al had Terrence Howard misschien beter geen liedje kunnen zingen tijdens de Oscarceremonie (lacht). Nee, ernstig: tussen mij en Sydney Poitier gaapte nog een kloof van twintig jaar, terwijl Jamie Foxx me al na drie jaar opvolgde als Oscarwinnaar en dan mag ik ook zeker Don Cheadle en Halle Berry niet vergeten. Hopelijk kunnen we daaruit concluderen dat men eindelijk begint te letten op de kwaliteiten van acteurs, niet op hun huidskleur.

Even terug naar ‘Inside Man’. Dit was niet je eerste flikkenrol, om het zacht uit te drukken. Word je dat nooit beu?

Washington: Oorspronkelijk had ik de rol van Clive Owen, die van de gijzelnemer dus, maar het was mijn manager die me uiteindelijk pushte om toch maar weer als flik op te draven omdat ik anders bijna de hele film door met een masker op moest rondlopen. Dat was slecht voor mijn marktwaarde, beweerde hij. Maar ik heb nergens spijt van hoor. Dit is tenslotte ook geen Denzel Washington-vehikel, maar een echte ensemblefilm waarin de dialogen veel belangrijker zijn dan de actiescènes.

Hoe vermijd je de genreclichés?

Washington: Het feit dat ik weinig films bekijk, helpt allicht: ik weet niet eens wat de genreclichés zijn. Spike organiseerde wel elke avond na de opnames een speciale screening van films die hij als voorbeelden in gedachten had -klassieke heist movies en seventiesthrillers als DogDay Afternoon, Marathon Man, The Thomas Crown Affair, Serpico. In Inside Man zitten heel wat referenties, terwijl de film ook qua look en feel dicht aanleunt bij het soort atypische thrillers uit de jaren 70 . In zekere zin is dit een hedendaagse variant op Dog Day Afternoon, maar dan gesitueerd binnen het post-9/11-klimaat en gelukkig ook zonder broeken met olifantenpijpen en gigantische Afro-kapsels. (lacht)

Heeft Spike ook ‘Crash’ vertoond?

Washington:(lacht) Nee, maar ik weet waar je naartoe wil, leperik: of ik als Academy-lid voor Crash heb gestemd? Dat hou ik voor mezelf. Vooral critici lijken er van uit te gaan dat Crash zijn Oscar te danken heeft aan het feit dat vooral acteurs op die film hebben gestemd, en Academy-leden die in LA wonen, waar de film zich afspeelt. Maar zou het niet kunnen dat het ook gewoon de beste film was? En wie zegt dat Brokeback Mountain tweede was, iets waar iedereen zomaar lijkt van uit te gaan?

‘Inside Man’ heeft een en ander met ‘Crash’ gemeen. De verwijzing naar het paranoïde post-9/11- klimaat, bijvoorbeeld.

Washington: Klopt. Vooral die scène waarin die Sikh door de flikken meteen als een Arabier wordt aangezien en dus als potentiële terrorist, is zo uit het leven gegrepen. Vreselijk, maar het levert wel een van de grappigste scènes uit de film op. Je moet ook niet rond de pot draaien, vind ik. Na 9/11 was de islamofobie ook zo overweldigend dat alle nuances verdwenen. Gelukkig komt daar stilaan verandering in. Amerikanen beginnen eindelijk door te krijgen dat je terreur niet bestrijdt door in angst te leven en nationalistische slogans te brullen en al helemaal niet door naties binnen te vallen en verdachten zonder vorm van proces op Guantanamo te droppen.

Zulke dingen leveren wel goeie films op. Of is het een romantisch waanidee dat je Abu Ghraib en Guantanamo nodig hebt om nog eens politiek relevante films te maken?

Washington:Malcolm X was ook geen evidente film om te maken, hoewel er in 1992 nog geen sprake was van 9/11. Er is natuurlijk wel een verband. Hoe meer politieke oproer, hoe meer politieke films, wat een gezonde reflex is. Dat zag je in de jaren 70 ten tijde van Vietnam en Watergate ook. Hopelijk is het geen trend die snel overwaait, al zal dat vooral afhangen van het commerciële succes van dat soort films. Want zo is Hollywood wel: geen winst, geen risico’s, ook al staat de hele wereld in brand.

Is dat waarom je drie jaar geleden het acteren beu was?

Washington: Onder andere. Maar ondertussen heb ik daar wat aan gedaan. Ik heb zelf een film geregisseerd, enkele documentaires geproduceerd, en ik stond vorig jaar op Broadway als Brutus in het Shakespeare-stuk Julius Caesar. Dat deed deugd. Ik ben zelfs van plan om Julius Caesar te verfilmen, maar dan in een hedendaagse versie die inspeelt op het huidige politieke klimaat. Ik ben druk bezig met het scenario, en er hangt een foto van de regering Bush boven mijn bureau ter inspiratie. Wie zou ik uit de Bush-clan moeten casten als Brutus?

Condoleezza Rice. Die is smoorverliefd op Bush.

Washington:(lacht) Vergeet niet waar u het voor het eerst hoorde, dames en heren! Dat was ook mijn idee. Het zijn altijd de meest loyale volgelingen die hun mentor een mes in de rug planten. Enfin, we zien wel. Ik heb er in elk geval weer zin in.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content