Meer dan ooit schrijven Vlaamse popartiesten de ‘score’ bij een film, verschijnt een van hun nummers onverhoeds op een soundtrack of krijgen ze een rol in een langspeelfilm. Er zijn er zelfs die een film maken. De grens tussen muziek en film is open.

‘Les Enfants de l’amour’ loopt nu in de bioscoop. ‘Meisje’ komt uit op 4 september, ‘Un Honnête Commerçant’ op 11 september.

Door Eddy Hendrix

Zita Swoon, Stijn Meuris en Alex Callier schrijven muziek voor theater, Ozark Henry voor de tv-serie Sedes en Belli, Praga Khan voor het Ballet Van Vlaanderen, Axelle Red zingt met Youssou N’Dour het themalied voor het WK Voetbal in Frankrijk, Hooverphonic componeert een suite voor het EK in België en Nederland. Als het zo verdergaat schrijft Gorki in 2004 de soundtrack bij de in animatiefilm gegoten sprookjes van Koningin Fabiola en speelt K3 de hoofdrol in de Vlaamse remake van The First Wives Club. Meer en meer popartiesten, ook in Vlaanderen, worden gevraagd om de soundtrack te verzorgen bij een langspeelfilm. Lange tijd was dat voorbehouden aan ernstige, geschoolde componisten, die met filmisch verantwoorde, beeldrijke composities en instrumentale basistracks de score voltooiden. Maar tijden veranderen. ‘De grens tussen pop en film wordt vager’, aldus Bent Van Looy van Das Pop. ‘Sommige filmmakers zijn jong en doordrongen van popmuziek. Die maakt deel uit van hun leefwereld. Dus waarom zouden ze iemand vragen die al acht albums heeft uitgebracht?’

Omdat het belang van de videoclip met de minuut vergroot, zijn popcultuur en beeldcultuur haast niet meer te scheiden. Misschien daarom dat zoveel popartiesten de stap naar film zetten. ‘Wij van dEUS hebben altijd opengestaan voor soundtracks’ , stelt Tom Barman, ‘maar eigenlijk hebben we nog maar weinig aanbiedingen gehad. Ik heb het gevoel dat veel regisseurs daar laat aan denken, omdat ze niet echt weten wat ze willen. In Amerika nemen ze uit gemakzucht wat op dat moment hip is, ook in de hoop zo een hitsingle te forceren die de aandacht op de film trekt. De interessantste soundtracks vind je daarom in Azië en Europa, bij regisseurs die vooraf een goed zicht hebben op wat ze precies willen. Ik ben niet zo zot van instrumentale thema’s maar hou meer van het lineaire werk dat een popsong behelst. Een kant-en-klaar gegeven, met melodie en refrein. Geen abstracte, filmische tracks.’

In tegenstelling tot dEUS krijgt Hooverphonic wel aanbiedingen te over, maar dat mag niet verbazen. De muziek van songschrijver Alex Callier leent zich immers uitstekend voor een film. Als piepjonge groep – toen nog Hoover – kwam het nummer 2 Wicky terecht op de soundtrack van Stealing Beauty van Bernardo Bertolucci. ‘Een absolute toevalstreffer’, lacht Alex Callier. ‘We hadden al wel een platencontract maar nog geen publishing deal. Zo’n publishing maatschappij beheert je auteursrechten en probeert die te exploiteren, ervoor te zorgen dat je liedjes zoveel mogelijk worden gebruikt voor commerciële projecten, zodat ze renderen. EMI Publishing wilde ons absoluut tekenen omdat ze begrepen dat onze muziek potentieel had voor soundtracks. Een van die mannen bij EMI Publishing zei me dat men nog iets zocht voor de nieuwe film van Bertolucci, en hij vond 2 Wicky wel geschikt. Ik geloofde nooit dat dat kon lukken. Maar 2 Wicky heeft het gehaald en is zelfs de opener van de soundtrack geworden. Dat heeft ons gelanceerd, niet alleen hier, maar ook in Amerika. Ik krijg nu constant aanbiedingen. Noodgedwongen moet ik heel veel weigeren. Dat is het nadeel maar ook het geluk van in een redelijk succesvolle groep te zitten. Ze vragen je voor van alles en nog wat maar door het succes heb je weinig tijd om erop in te gaan. En Hooverphonic blijft op de eerste plaats staan.’

De muziek van Hooverphonic is uitgesproken filmisch en georkestreerd. De stap naar filmmuziek is dan ook kleiner dan bij andere popgroepen. ‘Staar je toch niet blind op de filmmuziek van vroeger’, zegt Callier, ‘het genre beperkt zich niet meer uitsluitend tot klassieke, georkestreerde muziek. Pop- en rockmuziek kan ook functioneren als filmmuziek. Het hangt van de inhoud van de film af. Kijk naar About A Boy, met de muziek van Badly Drawn Boy. En het heeft ook met budgetten te maken. Zeker hier bij ons. Een heel orkest engageren voor een soundtrack kost massa’s meer dan een popgroep.’

Wat budgetten betreft heeft Maurice Engelen al lang de rekening gemaakt. Hij kan de balans opmaken tussen Amerika en Vlaanderen. Met Praga Khan en Lords Of Acid heeft hij Hollywood tot zijn biotoop gemaakt. ‘De doorbraak kwam met Basis Instinct van Paul Verhoeven. We staan daar wel niet op de soundtrack maar onze muziek speelt in de film een belangrijke rol. Bij de scène in de discotheek wordt Praga Khan gespeeld. Verhoeven was net die scène aan het draaien toen de DJ van dienst onze plaat speelde en hij was onmiddellijk verkocht. Zo is de bal aan het rollen gegaan, sneller dan we zelf kunnen volgen. Na Basic Instinct kwam er Sliver, en voorts ook Strange Days, The Spy Who Shagged Me, Virtuosity en binnenkort ook nog XXX. Bovendien zijn er een aantal films waarvan we ons niet eens bewust zijn dat ze onze muziek gebruiken. Soms krijgen we van ons management uit Amerika bericht dat er in één of ander tv-feuilleton iets van ons wordt gespeeld. Het is haast niet meer bij te benen.’ Vorig jaar stelde Maurice Engelen de soundtrack samen bij de Vlaamse film Falling van Hans Herbots. ‘Een wereld van verschil. Eén nummer brengt voor een Amerikaanse film meer op dan het componeren van de hele soundtrack van Falling. Ik heb het werk ook onderschat. Als je een stuk muziek schrijft dat in de film maar twintig seconden duurt, vergt dat toch evenveel tijd als een volledige compositie. Als je er zo 32 moet componeren, dan weet je het wel. Ik had drie maanden uitgetrokken, ik heb er uiteindelijk acht over gedaan. Dan moet je het echt wel graag doen. Maar het is iets nieuws, ik kan experimenteren, en dat trekt me aan.’

Ook de soundtrack bij Anyway The Wind Blows, de film van Tom Barman, moet knielen voor het budget. Barman heeft een aardige verzameling voor ogen, met nummers van J.J.Cale, Archie Schepp, Charles Mingus en zijn eigen project Magnus. Maar het budget is beperkt, en niet alle Barman favorites zullen er op kunnen. ‘Sowieso niet, want dan moet het een trilogie worden. Ik heb wel een wishlist maar helaas ook een beperkt budget. De muziek moet in de film passen. Ik heb in een bepaalde sfeer geschreven, heb in functie daarvan muziek gekozen, en die muziek heeft me dan weer geïnspireerd bij het vervolg van mijn scenario. Sommige nummers dringen zich zodanig op dat je die artiesten zou willen gijzelen. Het is ambitieus wat ik er van muziek in wil, maar één of twee straffe dingen zullen wel lukken. Ik zou, om budgettaire redenen, de soundtrack helemaal zelf kunnen componeren maar ik wil vooral niet dat het één groot narcistisch project wordt, waarvan ik zelf het scenario, de regie en de muziek bepaal. Ik wilde zelfs aanvankelijk helemaal géén muziek maar in de studio met C.J.Bolland had ik het gevoel dat het al te belachelijk zou zijn om ons werk niet te gebruiken.’

Daan Stuyven herkent dat gevoel. ‘Je moet de nodige afstand kunnen nemen van de film, wat niet altijd evident is. De soundtrack bij Un Honnête Commerçant was eigenlijk al klaar maar Philippe was er niet tevreden over. De monteur van de film legde Philippe een soloalbum van mij voor, en die vond de sound uitstekend passen bij zijn film. Als eerste proef componeerde ik een tiental thema’s. Philippe zei daarop: Daan, dit is fantastisch, je hebt de film perfect vertaald naar muziek, maar daar kan ik niets mee doen. Ik moest hem gelijk geven. Muziek moet niet vertalen maar iets toevoegen, zoniet krijg je twee keer hetzelfde. Ze mogen mij daar attent op maken. Het is hun film, ik heb enkel een bijrol.’

De relatie tussen componist en regisseur is niet altijd even gemakkelijk. Craig Armstrong, componist van onder meer Moulin Rouge, struikelt over de aanbiedingen maar heeft het duidelijk voor zichzelf uitgemaakt: de film mag geniaal zijn, als het op persoonlijk vlak niet klikt met de regisseur doe ik niet mee. ‘Dat is absoluut te begrijpen’, vindt Alex Callier, ‘maar het moet ook klikken qua artistieke visie. Dat heb ik ondervonden bij Shades. Ik vind Eric Van Looy een geweldige mens maar we zaten op een andere golflengte wat de muziek aanging. Ik vind dat muziek impact moet hebben. In Trainspotting speelt muziek een overheersende rol. Die staat luid, die overweldigt. Dat had ik voor Shades ook voor ogen. Maar mijn muziek was er heel stilletjes op geplakt en kwam totaal niet over.’

In tegenstelling tot een echte studioplaat is filmmuziek iets vluchtiger. De score van een film komt meestal niet uit op cd en is enkel bedoeld voor het bioscooppubliek. ‘Ik zou graag de muziek voor de film van Blasband op vinyl uitbrengen’, zegt Daan, ‘maar dan met een hoop samples en loops. En Meisje zou je perfect als soundtrack kunnen uitbrengen omdat er zoveel verschillende en gezongen nummers in zitten. Het zou een behoorlijk bonte en vrolijke plaat worden. Maar ze komen niet op cd uit, daar is het te kleinschalig voor.’ ‘Het is gebruiksmuziek’, aldus Bent Van Looy, ’thema’s van een paar seconden die voor een bepaalde scène geschreven zijn. Een aantal nummers van onze score hadden wel gerust op cd mogen gaan. Misschien zetten we wel een aantal geluidsfragmenten op het internet. Maar het werk is even volwaardig. Het is muziek bij beelden. Dat is enerzijds beperkend, maar anderzijds ook verruimend, want je bent niet gebonden aan de klassieke structuur van strofes, brug en refrein. Dat doet deugd. Dat vond de hele groep ook.’

Een andere manier van werken, een opdracht, een aardig tijdverdrijf, eens iets anders, een uitdaging. Dat zijn de woorden die je hoort bij artiesten die de stap naar soundtracks wagen. ‘Het is een metier dat je niet kan leren op school’, meent Daan Stuyven, ‘het is een beroep waar je oud in kan worden. Alleen daarom al wil ik het onder de knie krijgen, want ik ga niet tot het einde van mijn dagen op een podium de clown uithangen. Dus kan ik nu maar beter al proeven van soundtracks. Ik leer bovendien veel over beeld, scenario, montage, het hele concept. Ik ben te oud om daar nog school voor te lopen, deze manier is veel nuttiger. Als ik aan soundtracks werk, ben ik soms meer bezig met beeld dan met muziek. Film is toch wel het ultieme medium. Met muziek kan je maar één kant van de zaak belichten, film omvat alles. Als ik muziek maak, heb ik het gevoel dat ik beelden mis. Ik merk dat ook als ik teksten schrijf. Die moet je aanpassen aan de melodie, terwijl een acteur met zijn tekst veel meer kanten uit kan. Die heeft veel meer speelruimte, letterlijk. Dialogen zijn een sprong in het wilde. Niet dat ik er aan denk om een speelfilm te maken. Het is een omslachtig medium, met een hoop volk dat in het proces betrokken is. Dat schrikt mij af.’

Daar heeft Tom Barman dus geen moeite mee. In volle opnameproces van Any Way The Wind Blows weet hij goed waar hij naar toe wil. ‘Bij de voorbereiding was ik vrij onzeker maar vanaf de eerste dag van de opnames had ik een goed gevoel. Het is mijn eerste film, het zal hier en daar nog mank lopen, maar het zal ook goed zijn. Misschien zal ik er – zoals een journalist van Le Soir mij verhoedde – te veel insteken, maar dat is niet erg. Ik weet nu al zeker dat mijn film niet saai zal zijn. Neen, bij God, hij zal kloten hebben!’

Alex Callier

Favoriete soundtracks? ‘Ik ben een fan van Tim Burton, zeker van de soundtracks bij zijn films. Die bij Edward Scissorhands is fantastisch. Ook de films van David Lynch bekoren me. Ik was niet zo’n fan van Mulholland Drive maar de soundtrack is bloedmooi. Muziek moet toeslaan en Tim Burton en David Lynch beseffen dat. Ik ben een gevoelsmens. Ik mis vaak emotie in muziek.’

Ooit gevraagd als acteur?Nee, gelukkig niet. Ik vind dat je je grenzen moet kennen. Ik ben al ongelofelijk blij dat ik liedjes kan schrijven en de gave heb om mooie muziek te maken.’

Bent Van Looy

Favoriete soundtracks? ‘Die van Bilitis, van Francis Lai. Dat meen ik. Dat is zogezegd foute muziek, kitsch en toestanden, maar ik vind het qua thema’s, productie, instrumentatie en arrangementen overweldigend. Ik zet die thuis geregeld op, hij werkt ook perfect zonder beelden.

Ooit gevraagd als acteur? ‘Eerlijk gezegd wel. Voor een groot filmplan, en ik zou de hoofdrol hebben. Maar dat is ergens onderweg een stille dood gestorven. Jammer. Al weet ik niet of het me zou liggen. Ik ga niks doen wat ik niet kan. Ik heb een hekel aan mensen die dat wel doen.’

Daan Stuyven

Favoriete soundtracks? ‘Ik heb thuis een hoop Franse soundtracks liggen, de muziek van Michel Legrand vind ik heel mooi. Ik hou ook van Ennio Morricone. En Randy Newman natuurlijk. Ik heb het altijd geweldig gevonden dat drie ooms van hem Hollywood-componisten waren. Dat hoor je in zijn muziek.

Ooit gevraagd als acteur?‘Neen! Ik zou een slechte acteur zijn. Ik heb er dertig jaar over gedaan om mezelf een houding te kunnen geven. Het zou me opnieuw dertig jaar kosten om iemand anders gestalte te geven.’

Maurice Engelen

Favoriete soundtracks? ‘Ik ben er nooit echt mee bezig geweest. Zodra je er in zit, merk je vaak dezelfde namen. Massive Attack en Tricky, dat is blijkbaar gedroomd soundtrack-voer.’

Ooit gevraagd als acteur? ‘Eén keer maar ik heb geweigerd. Ik ben een schuchtere jongen. Ik werk doodgraag in de studio maar optreden vind ik minder leuk. Nu kan je voor een optreden wel enkele glazen wijn achterover kappen maar op de filmset lijkt me dat niet zo verstandig. Laat mij dus maar achter de schermen.

Tom Barman

Favoriete soundtracks? ‘Die van Blow-Up is een van mijn favorieten, de tijdsgeest die er uit straalt is van eeuwigheidswaarde. Hij is er ook speciaal voor geschreven. Nummers van 4 à 5 minuten maar ook prachtige melodieën verpakt in slechts anderhalve minuut. Midnight Cowboy ook, maar die is niet in zijn geheel zo goed. Habla Con Ella van Pedro Almodóvar vind ik ook heel mooi.

Ooit gevraagd als acteur?‘Ik heb vandaag mijn eerste scène gespeeld, Als andere lijn van een telefoongesprek, dus alleen mijn stem was te horen. Op Sint-Lucas moest ik een verkrachter spelen, een meisje in een steegje aanranden. Ik ben ook enkele keren gevraagd voor een cameo, maar ik heb altijd nee gezegd. Ik vind cameo’s flauwekul. Bij mijn film zijn er ook, maar anders. Zonder Bekende Vlamingen.

Daan: ‘Ik wil niet tot het eind van mijn dagen op een podium de idioot uithangen en filmmuziek maken is een beroep waar je oud in kan worden’

Alex Callier: ‘Filmmuziek is meer poppy geworden maar budgetten spelen ook mee. Een heel orkest kost massa’s meer dan een popgroep’

Tom Barman: ‘Om aan bepaalde nummers te komen, zou je de artiesten willen gijzelen’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content