Precies tien jaar geleden ging Fahrenheit 9/11 in Cannes in première en groeide Michael Moore uit tot de favoriete pet van weldenkend links. Geert Zagers onderzoekt waarom de best onthaalde Cannes-winnaar aller tijden ook de snelst gedateerde is.

Afhankelijk van de bron duurde de staande ovatie bij de eerste screening van Fahrenheit 9/11 in Cannes, exact tien jaar geleden, vijftien tot twintig minuten. ‘De langste staande ovatie in de zestigjarige geschiedenis van Cannes’, zo werd geschreven.

We hebben het eens geprobeerd. Vijftien minuten rechtstaand applaudisseren. Na een minuut of vijf begint het al aardig lang te lijken. Na acht minuten beginnen je handpalmen pijn te doen. Na tien minuten begint het gevoel in je vingers af te nemen. En na twaalf minuten is het simpelweg aftellen met je oog op de chronometer. Minuut vijftien: totale opluchting dat het erop zat.

Behoorlijk rare blikken op de redactie ook, maar dat terzijde.

Om maar te zeggen: ofwel is er, zoals gewoonlijk in Cannes, door de pers schromelijk overdreven over die vijftien tot twintig minuten, ofwel waren de mensen heel, heel, héél enthousiast over Fahrenheit 9/11.

Ofwel beide.

We vermoeden dat laatste.

Ter herinnering: 2004, dat was een jaar nadat de VS onder valse voorwendselen Irak waren binnengevallen. Halliburton en Carlyle Group bleken daarbij een vuil spelletje te hebben gespeeld; de Patriot Act was het klimaat van angst duchtig de hoogte in aan het jagen; louche koppen als die van Wolfowitz en Cheney beheersten het nieuws. Het was het laatste jaar van de eerste ambtstermijn van George W. Bush, die wonderwel ook nog eens op een herverkiezing leek af te stevenen. 2004 was, kortom, publicitair gezien niet het beste jaar voor de VS. ‘Coalition of the willing’, ‘axis of evil’, ’terrorism code red’, ‘homeland security’, ‘weapons of mass Destruction’, ‘war on terror’, ‘pre-emptive strike’: het beleid van de VS las als de tracklist van een split-ep van Hatebreed en Toxic Holocaust. En de Amerikaanse media, Fox op kop, liepen ondertussen netjes in de pas.

Waarna Michael Moore te horen kreeg dat de documentaire die hij aan het maken was om dat allemaal aan de kaak te stellen niet gedistribueerd zou worden. Disney had de producenten van Miramax, waarvan het eigenaar was, onder druk gezet om de film te laten vallen wegens ’te controversieel’. Bigbusinesscensuur, een poging om een klokkenluider de mond te snoeren. Moores enige kans: via zijn selectie in Cannes toch nog het spotlicht van de wereldpers op zichzelf richten en zo de waarheid kunnen vertellen over de afwikkeling van 9/11.

We begrijpen het dus wel, waarom Fahrenheit 9/11 een staande ovatie van vijftien – tien lijkt ons toch waarschijnlijker, het lamme gevoel in onze handen indachtig – minuten kreeg en daaropvolgend een Gouden Palm: het was een moment. Het was even allemaal heel erg belangrijk. Het was wat moest gebeuren. Alleen blijft tien jaar later, als je de film herbekijkt, de vaststelling dat de meest enthousiast onthaalde film in Cannes aller tijden ook de snelst gedateerde is.

Iets wat nochtans niet zo had mogen zijn. Terwijl Moore zijn Gouden Palm in ontvangst mocht nemen, fluisterde juryvoorzitter Quentin Tarantino in zijn oor dat ‘dit geen politieke keuze was’. Fahrenheit 9/11 heette simpelweg een fantastische film te zijn, met een briljante vertelling en een uitmuntende satire.

Dat was uiteraard onzin.

DE TIJD HEEFT NAMELIJK ANDERS GEOORDEELD. DAN HEBBEN wij het, voor alle duidelijkheid, niet over de heisa achteraf. Na het waanzinnige onthaal in Cannes volgde al snel het antwoord van Moores tegenstanders, waarin elk wistjedatje dat hij in de film poneerde onder de microscoop gelegd werd. Factcheckers hebben een vette kluif gehad aan Fahrenheit 9/11: het internet staat er vol van. In zijn coalition of the willing somde Moore Palau, Afghanistan en IJsland op, maar vermeldde hij het Verenigd Koninkrijk niet. Moore zegt dat het regime van Saddam Hoessein nooit een Amerikaan heeft vermoord, maar vergeet te melden dat het er wel een flink aantal heeft gedood – de Eerste Golfoorlog, weet u wel. Moore noemt working-class Flint zijn geboortestad, maar laat achterwege dat hij opgroeide in Davison, een rijke suburb van Flint. Moore toont beelden van de taliban op bezoek in de VS in 2001, maar benadrukt niet dat Bush hen niet ontmoette en dat hij weigerde hun regime te erkennen.

We kunnen nog wel even doorgaan.

Het valt ook niet te ontkennen: de film was een combinatie van halve leugens, strategische verzwijgingen en subtiele manipulatie. Hij suggereert meer dan hij bewijst. Alleen: dat doet er niet zo heel erg toe. Een documentaire hoeft niet objectief te zijn. Fahrenheit 9/11 was een pamflet. Een opiniedocu van Michael Moore. ‘Film is vierentwintig leugens per seconde ten dienste van de waarheid’, zei Michael Haneke ooit. Moores conclusie – Bush die de verkiezingen vervalst, een zootje maakt van zijn presidentschap om dan na 9/11 een klimaat van angst te creëren en samen met de wapen- en de olie-industrie onder valse voorwendselen Irak binnen te vallen – ligt wellicht dicht genoeg bij de waarheid om daaronder te vallen.

Neen, dat Fahrenheit 9/11 niet voor de tijdloosheid bestemd was, heeft met andere dingen te maken. Michael Moore is ingehaald door wat hij zelf in gang heeft gezet. Hij introduceerde linkse satire in de Amerikaanse media, maar moest vervolgens toekijken hoe Jon Stewart en The Daily Show daar beter, intelligenter en grappiger in waren. Hij liet zien dat een subjectieve, persoonlijke documentaire ook op het grote scherm zijn plek had – Fahrenheit 9/11 werd de lucratiefste documentaire aller tijden, met cijfers waar zelfs Justin Bieber: Never Say Never niet in de buurt van kwam – maar werd in kwaliteit gepasseerd door de documentairegolf die na hem opkwam. Van Man on Wire (2008) tot The Act of Killing (2012): de waarlijk cinematografische docu’s, die het medium werkelijk vernieuwden, moesten nog komen. Zelfs als klokkenluider is Moore voorbijgestreefd: WikiLeaks had zijn feiten accurater.

Maar vooral: Michael Moore werd ingehaald door de tijdsgeest. The Act of Killing blijft ook relevant zonder Soeharta; Fahrenheit 9/11 verloor al zijn pluimen nadat Obama het Witte Huis had overgenomen – of hoe vaak hebt u de film de laatste vijf jaar nog opgezet? Fahrenheit 9/11 overstijgt zijn context niet. De briljante vertelling die de film heette te zijn, oogt met ogen van vandaag nog simplistisch. Meer het soort beeldtaal van een weekendfilm dan van een Cannes-winnaar: nu Bush van het toneel verdwenen is, wordt dat pijnlijk duidelijk. Een voorbeeld? De montage waarin hij ‘de soevereine staat Irak’ toont als een reeks ravottende Iraakse kinderen in een speeltuin en trouwende koppels met een kamerbrede glimlach, en er vervolgens de Amerikaanse bombardementen op loslaat, roept behoorlijk wat vragen op. Vragen als ‘Jezus, Michael, vond je dat toen echt kunnen?’, ‘Dat jongetje dat met die vlieger onder de stralende zon de metaforische toekomst tegemoet loopt, vond je dat er zelf niet een beetje over?’ en ‘Heb je ooit getwijfeld om beelden van een schattige Iraakse kitten ertussen te monteren om het er helemáál in te stampen, ja of neen?’.

Misschien is dat wel het opvallendste als je Fahrenheit 9/11 opnieuw bekijkt: hoe simpel de wereld er tien jaar geleden uitzag, toen iedereen alleen naar president George W. Bush keek. De oorlog in Irak was verkeerd, maar de problemen in dat land zijn er achteraf alleen maar complexer op geworden. Bush mocht niet herverkozen worden, maar Obama blijkt veel moeilijker om te evalueren. Big business moest gestopt worden, maar met de Arabische Lente, de bankencrisis en de klimaatcrisis die erop zouden volgen, werd duidelijk dat er veel meer problemen waren. In 2004 volstond ‘Don’t vote Bush’ om de wereldpolitiek bevredigend samen te vatten, anno 2014 zou een mens bijna nostalgisch worden van zoveel eenvoud.

Precies dat is het probleem van Michael Moore: hij heeft een simpele waarheid nodig. Wil hij complexe materie aanpakken, zoals hij in Capitalism: A Love Story (2009) deed, dan valt hij genadeloos door de mand. Feit is dat zonder Bush, de simpele verbeelding van totale en algehele incompetentie, ook Moores verhaal niet meer overkomt. De wereld zonder Bush laat zich niet meer in een enkelvoudige waarheid vatten.

Laat ons eerlijk zijn: er is niemand die u vandaag nog vijftien minuten aan het applaudisseren zou krijgen.

Wellicht is dat hoe Fahrenheit 9/11 geëvalueerd moet worden. Als een film die op dat moment nodig was. Een tijdsdocument. In 2004 had links geen nuance nodig: het had een man nodig die de nuances zo aanpaste dat er een eenduidige waarheid uit naar voren kwam. En misschien was dat wel één Gouden Palm waard, ja.

Nu ja, misschien ook niet.

Nuances: zó 2014.

Overigens: Bush uit het Witte Huis krijgen is Moore niet gelukt – hij zou datzelfde jaar netjes herverkozen worden. Maar een stukje perceptie heeft hij wel kunnen veranderen met Fahrenheit 9/11. Misschien dat u niet meer weet waar u was op dinsdag 11 september 2001, zo rond 9.05 uur plaatselijke tijd in New York, toen het tweede vliegtuig zich in de WTC-torens boorde. Maar u weet wel waar Bush was. Zeven minuten zittend als een klein jongetje in een klaslokaal, lezend in My Pet Goat, zijn best aan het doen om de totale paniek in zijn ogen te verbergen.

My Pet Goat bestaat niet, zeggen de factcheckers. Het boek heette The Pet Goat.

Moore had gelijk: My Pet Goat klonk beter.

FAHRENHEIT 9/11 HEETTE SIMPELWEG EEN FANTASTISCHE FILM TE ZIJN, MET EEN BRILJANTE VERTELLING EN EEN UITMUNTENDE SATIRE. DAT WAS UITERAARD ONZIN.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content