EEN NATTE EIGHTIESDROOM

Ga opnieuw voor de bijl: WINONA RYDER is terug.

Stranger Things is dé zomerhit van Netflix. De achtdelige mysteriereeks over de verdwijning van de jonge Will Byers in een slaperig stadje in Indiana laat zich bekijken als een vakkundig gemaakte mixtape van het beste uit de eighties. En wel hierom.

Winona Ryder

Strikt genomen is Stranger Things geen comeback voor het gewezen tienericoon. Sinds ze in 2001 uit de spotlights verdween na haar arrestatie wegens winkeldiefstal en drugsmisbruik, speelde ze nog wel kleine rollen in Star Trek, Black Swan, Frankenweenie en de HBO-serie Show Me a Hero. Maar Stranger Things voelt als een soort herwaardering, net omdat haar rol velen zal terugvoeren naar de films waarin ze Ryder voor het eerst aan het werk zagen: Beetlejuice, Edward Scissorhands, Reality Bites. De voormalige it-girl, die Johnny Depp ertoe aanzette ‘Winona forever’ op zijn rechterarm te laten tatoeëren (iets waar hij later dik spijt van zou krijgen), die lsd-goeroe Timothy Leary haar peetvader mocht noemen en een punkbandje inspireerde om zich The Winona Ryders te dopen, speelt nu een ietwat neurotische moeder wier zoontje in het stadje Hawkins onder mysterieuze omstandigheden verdwijnt – vermoedelijk werd de koter opgeslorpt door een buitenaards wezen met snode plannen. Opnieuw is haar personage een outsider die lak heeft aan wat anderen denken, onder meer over het feit dat ze via kerstverlichting met haar zoon denkt te kunnen communiceren. Absurd, zegt u? Hell yeah!

De literatuur van Stephen King

Geen grotere inspiratiebron voor Matt en Ross Duffer, de schrijvers-regisseurs van Stranger Things, dan de literaire meester van de kleinstedelijke horror. De eerste referentie aan King zit al in de begintitels: het vetrode lettertype is geïnspireerd op het karakteristieke artwork van diens boekcovers. ‘Eleven’, het meisje met telekinetische krachten dat door een overheidsorganisatie wordt misbruikt voor onfrisse experimenten, compleet met breinsensoren? Ontleend aan Carrie en Firestarter. Drie jonge nerds die samenspannen om ten strijde te trekken tegen een kwaad dat hun ouders niet begrijpen? Losjes geïnspireerd op It. Een scène waarin diezelfde kinderen over een treinspoor wandelen brengt gelijkaardige shots uit Stand By Me (1986) oor de geest, de filmadaptatie van Kings roman The Body – ook de titel van de vierde aflevering van Stranger Things.

De films

De broers Duffer maakten van Stranger Things een liefdevolle ode aan de bovennatuurlijke thrillers uit de (seventies en) eighties. Sfeer en setting zijn op-en-top spielbergiaans: pubers fietsen op BMX’en door suburbane straten, vinden in een bos een mysterieus kaalgeschoren meisje dat verlekkerd is op junkfood, dat ze vervolgens voor hun ouders proberen te verbergen in heerlijk chaotische middenklassewoningen. Er gaat haast geen minuut voorbij zonder dat de serie schaamteloos knipoogt naar E.T., maar ook verwijzingen naar The Goonies, Poltergeist en Close Encounters of the Third Kind passeren de revue. Het buitenaardse wezen lijkt qua mimiek wel heel sterk op de Predator en het monster uit de eerste twee Alien-films (ook de aliens in Stranger Things lokken hun slachtoffers in de val met het plakkerige goedje dat ze achterlaten). Zijn er ook, maar subtieler: verwijzingen naar Blow-Up, Minority Report, Scanners, Videodrome en Under the Skin.

De synthesizerscore

Ook het oeuvre van John Carpenterloopt als een rode draad door Stranger Things: van een poster van The Thing in de kamer van een van de hoofdpersonages, over een knokpartij tussen liefdesrivalen in een steegje dat herinneringen oproept aan They Live! tot de monsters-in-de-mistsfeer van The Fog. Maar de horrormaestro werpt vooral zijn schaduw op als componist: de dreigende synthesizerscore van Kyle Dixon en Michael Stein, een Texaans duo dat deel uitmaakt van de vierkoppige retrosynthband Survive, is één langgerekte Carpenterhommage. Een geoefende luisteraar zal er ook invloeden van Tangerine Dream, Goblin en Giorgio Moroder in ontwaren.

De deftige booswicht

Stranger Things is niet alleen een blij weerzien met onschuldige kinderhelden die nog zakdoeken over hun hoofd knoopten, maar ook met de ouderwetse schurk die bij één wapen zwoer: de uzi, een machinegeweer dat intussen op het kleine en grote scherm verdrongen is door geavanceerder wapentuig. In eightiesfilms had nog zowat elke KGB-agent of drugsdealer er een bij de hand, klaar om bij de minste provocatie met kogels te sproeien. De overheidsagenten in Stranger Things dragen niet alleen uzi’s, maar ook biologische hazmat-pakken, zoals in E.T. Een knap staaltje nostalgie. De zilverharige booswicht wordt trouwens vertolkt door een andere vergeten eightiesacteur: Matthew Modine – u kent hem van Stanley Kubricks Full Metal Jacket en Alan Parkers Birdy.

De beste mixtapes

U weet wel, de cassette. De Duffers hebben zich echter niet laten verleiden tot een soundtrack vol met meezingers uit die tijd – Michael Jackson of Madonna zijn nergens te bespeuren. In de plaats daarvan krijgt Should I Stay or Should I Go van punkband The Clash een prominente stek op de klankband, en knallen flarden van Joy Division, Echo & the Bunnymen en Dolly Parton door de speakers. Tip: check ook de playlist die de makers op Spotify samenstelden.

STRANGER THINGS

Nu te zien op Netflix.

door Andreas Ilegems

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content