Vijf ingrijpende beeldbuisfragmenten opsommen uit zijn leven en werk, dat kan voor een monument als Jools Holland geen probleem zijn, toch? Met vijfenzestig jaar levenservaring op de teller, waarvan vier decennia als muzikant en drie als presentator, moeten muziek en televisie voldoende stof bieden tot enkele revelerende kruisbestuivingen, toch?

‘We hadden thuis geen televisie’, klinkt het meteen wanneer ik Holland de opzet van dit artikel uit de doeken doe. Even lijkt het alsof hij niet staat te springen om zijn geheugen aan te boren op zoek naar de openbaringen die het kleine scherm hem heeft geschonken. Holland zit hier dan ook om de komende liveshow met zijn Rhythm & Blues Orchestra in Brussel te promoten, niet om in zijn mentaal archief leuke anekdotes op te diepen. Maar Jools is een pro, herpakt zich snel en laat zich op sleeptouw nemen door zijn eigen enthousiasme, in een onafgebroken woordenstroom vol geestige hersenkronkels. Net zoals op tv!

DE LETTERLAMPEN VAN DUSTY SPRINGFIELD

Julian Miles Holland ziet op 24 januari 1958 het levenslicht in een Zuid-Londense buitenwijk.

‘Begin tot midden jaren zestig hadden veel populaire muzikale entertainers hun eigen personalityshow op de BBC of een van de weinige andere zenders. In het geval van Dusty Springfield heette die simpelweg Dusty. De Schotse zangeres Lulu was ook erg geliefd, en haar show heette dan weer Lulu of It’s Lulu. (lacht)

‘De decors waren altijd indrukwekkend, en meestal werd de naam van de gastheer of gastvrouw uitgebeeld in gigantische letters met gloeilampen, net zoals tijdens de comebackspecial van Elvis in 1968. Die letters, die straalden letterlijk iets larger than life uit. Dat was de eerste keer dat de televisie een impact op me heeft gehad. Het leek een soort permanent feestje wat zich daar afspeelde, een droomwereld, iets waar je bij wilde zijn. Daarvoor moest ik wel naar het huis van mijn grootmoeder, zelf hadden we geen toestel. Je huurde een tv in die tijd, om ernaar te kijken stak je er aan de zijkant muntstukken in. Pay per view, inderdaad, maar dan op een heel primitieve manier. (lacht)

‘Dat mijn ouders geen televisie hadden, was niet om morele redenen. Ze luisterden gewoon liever naar muziek. Klassiek en jazz, vooral. Dat vond ik best, want ze gaven me regelmatig platen cadeau. Op mijn achtste had ik al een aardig collectietje bijeengespaard: ik had één plaat van Stevie Wonder, één van Glenn Miller, één van The Beatles en één van Louis Armstrong. Een goede basis, vind ik zelf. Niet veel later zijn daar dankzij mijn passie voor de piano obscure boogiewoogiereleases bij gekomen, meestal uitgebracht op Franse labels met intrigerende hoesteksten die ik niet kon lezen. Zoiets prikkelde mijn fantasie uiteraard nog meer.

‘Je zou dus kunnen zeggen dat net het gebrek aan televisie de kiemen heeft gezaaid voor mijn interesse in muziek. Maar die gigantische, oplichtende letters waar Dusty Springfield zo elegant, al zingend doorheen stapte op de tv, die maakten wel iets los in de kleine Jools.’

HET PIANOFEESTJE VAN OSCAR PETERSON

Jools ontwikkelt zich snel tot een talent aan de piano, als kind is hij een graag geziene gast in veel pubs en jazzclubs van Londen.

‘Oscar Peterson was een Canadese jazzpianist, een van de grootste van zijn tijd, van alle tijden eigenlijk. In 1974 zat hij op uitnodiging van de BBC een serie shows voor met de geweldig onnozele titel Oscar Peterson’s Piano Party. Een maat van me had een job op de openbare omroep – als theejongen of zo – en kon kaartjes regelen voor de opnames. Als pianist en jazzliefhebber moest ik daar geen twee keer over nadenken. “Spannend!” dacht ik, tot op het moment zelf bleek dat zo’n televisieopname tergend traag verloopt, om de haverklap wordt stilgelegd en sommige ‘scènes’ verschillende keren herhaald worden. Wist ik veel dat ik toen een vooruitblik kreeg op the story of my life.

Wanneer Peterson aan de piano zat, was het genieten, tussendoor werden er vooral grapjes gemaakt en keuvelde hij met zijn gasten. Dat waren Alan Price – de toetsenist van The Animals – en een of ander pianowonderkind, op wie ik uiteraard erg jaloers was. Toen ik na afloop Peterson de hand mocht schudden, verdween die van mij in een van zijn gigantische knuisten. De man was een kolos! Ik was zo onder de indruk dat ik alleen maar “hoe word ik een betere pianospeler?” kon stamelen, en meer dan het standaardantwoord “veel oefenen, jongen” kreeg ik niet. Ik heb die avond twee belangrijke dingen geleerd: dat de tv liegt, want niets is wat het lijkt, en dat ik mijn vragen beter moest voorbereiden. (lacht)’

DE PLAYBACK VAN TOP OF THE POPS

In 1974, op zestienjarige leeftijd, richt Jools samen met Glenn Tilbrook en Chris Difford de groep Squeeze op, bekend van hits als Cool for Cats en Up the Junction.

‘1978 was het jaar waarin ik voor het eerst zelf op tv kwam, toen we met Squeeze onze eerste single Take Me I’m Yours mochten spelen tijdens Top of the Pops. Nu ja, ‘spelen’. Playbacken dus, zoals dat toen gangbaar was. Daar bestond geen discussie over, doen alsof hoorde er nu eenmaal bij in die tijd. We waren allang blij dat we op tv kwamen. Toen betekende dat nog iets, als muzikant. Het was een verwezenlijking, je had iets bereikt wanneer je op het podium van Top of the Pops mocht staan. Er was geen MTV, geen YouTube, geen talentenshows, enkel de hitlijsten en tv-programma’s waar je de populaire artiesten van het moment aan het werk kon zien. Net als Ready Steady Go! was Top of the Pops ons venster op de wereld van de popmuziek, de enige manier om niet alleen te horen maar ook te zien waar al die muzikanten vandaan kwamen, via hun dialect, hun manier van kleden, en hun présence.

‘Nu is de glamour bijna helemaal van het kleine scherm verdwenen, je hoeft ook niks meer te kunnen of zelfs talent te hebben om op televisie te komen. Maar eind jaren zeventig werden wij snotneuzen opgehaald door een gigantische limousine, in een buitenwijk van Londen bij ma en pa thuis. “Geniet ervan zo lang het duurt”, zei de chauffeur. “Volgende week kan het al voorbij zijn.” Hadden wij geen boodschap aan, natuurlijk. En het was niet voorbij de week nadien. Squeeze bestaat meer dan dertig jaar later – mits enkele onderbrekingen en personeelswissels weliswaar – nog altijd. Ik ben al in 1981 uit de groep gestapt, maar mijn korte bestaan als popster heeft uiteindelijk vele deuren geopend.’

DE PIANO VAN FATS DOMINO

Van 1982 tot 1987 is Jools een van de vaste presentators van The Tube, een baanbrekend muziekprogramma op Channel 4.

‘Ik was nooit de frontman van Squeeze, maar tijdens interviews wel degene die het vaakst het woord voerde. De chemie heeft altijd goed gezeten in de groep, we hadden veel leut onderling. Een beetje zoals The Beatles in het begin, die in hun films en publieke optredens een soort van Marx Brothers met popliedjes neerzetten.

‘Het was onze manager Miles Copeland die me na mijn exit in de richting van de televisie heeft geduwd. Ik speelde toen soloshows, alleen aan de piano, en zag presenteren wel zitten als een extra bijverdienste. Ik had er als vlotte babbelaar blijkbaar een natuurlijke aanleg voor. Ik heb een heerlijke tijd beleefd met The Tube, maar op de duur werden we slachtoffer van ons eigen succes. We zochten steeds bewuster de controverse op, raakten verslaafd aan de sensationele krantenkoppen de dag na de uitzending. Elke week was er wel iemand die vloekte of over de schreef ging (The Tube werd ooit zes weken van de buis gehaald nadat Holland live op antenne het f-woord had gebruikt, nvdr.).

‘Maar we maakten ook enkele unieke documentaires, over de muziek van Jamaica bijvoorbeeld, en over New Orleans. Dus maakte ik, nog altijd een jonkie van 24, een reis vanuit de garage van Lee Dorsey tot in de woonkamer van de legendarische Fats Domino, met de bedoeling hem te interviewen. Maar met mijn Britse accent verstond mijn grote held geen jota van wat ik te vertellen had. Tot iemand voorstelde om een stukje aan zijn piano te spelen. Zijn gezicht klaarde meteen op, en plots zaten we op dezelfde lijn. Pure magie was het. Zo heeft de televisie uiteindelijk, jaren na Dusty Springfield en Oscar Peterson, toch mijn muzikale horizonten verruimd. Wat zeg ik, de televisie heeft muzikale dromen waargemaakt die ik nooit had dúrven te dromen.’

DE STEM VAN AMY WINEHOUSE

Sinds 1992 is Jools het gezicht, de stem en de motor van Later. With Jools Holland, het meest invloedrijke muziekprogramma ooit op de BBC.

‘Het is haast onmogelijk om uit de ontelbare onvergetelijke momenten in Later… één uitschieter te kiezen, maar tijdens de nieuwjaarsaflevering van 2005 naar 2006 waren onder meer Paul Weller en Amy Winehouse te gast. Samen hebben we een cover van Don’t Go to Strangers gebracht, een antieke jazzklassieker. Paul aan de piano, ik aan de elektrische piano en in onze rug mijn rhythm-and-bluesorkest. Wanneer Amy invalt in de tweede strofe… Je lezers kunnen de beelden op YouTube bekijken. Je voelt dat er iets speciaals gebeurt. Amy had niet alleen een unieke stem, het was ook haar houding, haar inleving, het hele pakket. Dat was waarschijnlijk een van haar beste performances, ze haalde er alles uit wat erin zat, op een heel spontane manier. She was off somewhere else, en dan bedoel ik niet dat ze high was. Eigenlijk ben ik blij dat zulke momenten dankzij YouTube bewaard blijven. Het internet heeft de hele tv-ervaring door elkaar geschud, maar dat heeft ook positieve kanten. Als we geluk hebben, raken wij met Later… aan een miljoen Britse kijkers. Niet veel eigenlijk, maar Adeles passages bijvoorbeeld zijn in totaal twintig miljoen keer bekeken via het internet, en dat cijfer stijgt nog elke dag! Mijn goede vriend Tom Jones zit in de jury van The Voice, zij halen vlot een veelvoud van onze kijkcijfers en het is hem gegund, maar met Later… mikken we op de langere termijn. Het is meer dan entertainment, het gaat niet om wie de beste is of wie de meeste punten scoort. Toen ik vroeger mijn plaatjes draaide op een feestje bij vrienden, en ik nog maar eens met mijn boogiewoogie kwam aanzetten, apprecieerden ook maar twee of drie mensen dat. Het kon me niet schelen. En of er in Brussel nu 100 of 1000 mensen naar ons komen kijken, we zullen ons even hard inzetten en ons even hard proberen te amuseren. It’s not about numbers. Dit gezegd zijnde, ik hoop dat er meer dan honderd man komt opdagen. (lacht)’

JOOLS HOLLAND AND HIS RHYTHM & BLUES ORCHESTRA Met Gilson Lavis en gastzangers Ruby Turner & Louise Marshall, vrijdag 28/2 in de AB, Brussel, abconcerts.be

DOOR JONAS BOEL

Jools Holland ‘DAT WE THUIS GEEN TELEVISIE HADDEN, HEEFT EIGENLIJK DE KIEMEN GELEGD VOOR MIJN MUZIKALE INTERESSE, WANT IK KREEG WEL PLATEN CADEAU: STEVIE WONDER, GLENN MILLER, THE BEATLES EN LOUIS ARMSTRONG.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content